Na een bezoek aan het Hogeland schreef Arthur van
Schendel ooit: 'Vroeger sprak men slechts van een vette
streek van tarwe en koeien, een uithoek, koud en saai en
plattelands. Het is er echter geen uithoek want je krijgt
er watje nodig hebt. Het is er bovendien niet koud want
de mensen hebben goede handen...