HET bruggetje in Bartlehiem kent bijna iedere doorgewinterde schaatser uit de Elfstedentocht. Het is het bekende bruggetje over de Finkumervaart. Wijd en zijd bekend via de media tot ver in het buitenland. Maar wie weet er eigenlijk dat er in dit veertig inwoners tellende Friese dorpje zo'n honderd meter verderop richting Oudkerk nog een tweede brug ligt?

Maar zoals het vaak gaat: de bewoners rond de brug gooiden roet in het eten. Niet dat ze het kunstwerk niet mooi vonden, nee, de rust zou worden verstoord door de vele toeristen die deze trekpleister zouden komen bezoeken. En rust is nou eenmaal heilig voor veel plattelanders. Om alles toch maar vooral bij het oude, vertrouwde te laten ontstonden er fanatieke protesten. Aanvankelijk van enkele buurtbewoners, maar allengs sloten andere Bartlehiemsters zich bij de acties aan. En hoewel de meeste gemeenteraadsleden zich in eerste instantie voor het project hadden uitgesproken, trok de raad uiteindelijk in april de toestemming voor het schaatsmonument in. De eeuwige roem wordt niet blauw in Bartlehiem, maar volgens de kunstenaars wel ergens anders. Want animo om het beeld binnen de dorpsgrenzen te krijgen is er genoeg. Oudkerk een dorpje verderop op de Elfstedenroute begon onmiddellijk te lobbyen en ook de gemeente Leeuwarden zou het project graag binnen de gemeentegrenzen willen hebben.

Simmer 2000

Het was niet voor niets dat de kunstenaars Bartlehiem hadden verkozen. Het dankt zijn naam aan een klooster dat hier ooit stond. En het is nog steeds een bedevaartsoord. Van heinde en ver komen toeristen naar dit vlekje op de kaart op zoek naar iets van de roem van deze bekende plek op de Elfstedenrroute. Om vervolgens niets te vinden. ‘Meestal zijn ze er al vier keer doorheen gereden, voordat ze in de gaten hebben: dit is Bartlehiem. Altijd zijn ze op zoek naar iets waar HET gebeurd. Maar er is dus niks,’ aldus Bas Lugthart, die samen met Maree Blok de opdracht van de gemeente Tietjerksteradeel kreeg om in het kader van Simmer 2000 en het Frysk Festival een landschapsbeeld te maken. Friesland viert het millennium in de eerste weken van juli 2000 met een grote reünie voor iedereen die zich verbonden voelt met deze provincie. Er zijn tentoonstellingen, theaterproducties, kunstprojecten en sportevenementen. Een van de projecten is het Pelgrimage project waarvoor aan diverse kunstenaars is gevraagd iets te doen met bijzondere plekken in Friesland waarnaar de mensen steeds terugkeren. Dit is ook het project waaronder het kunstwerk van Blok en Lugthart valt.

It sil heve

Dat is de titel die de twee in het Groningse Onderdendam werkende kunstenaars het werk meegaven. Gevleugelde Friese woorden voor het gaat door, in 1985 emotioneel uitgesproken door de toenmalige voorzitter van de Friese Elstedentochtvereniging Jan Sipkema. Emoties rond de Tocht der Tochten vormen ook de bron van het project van Blok en Lugthart. ‘Toen wij voor het eerst in Bartlehiem gingen kijken naar een geschikte plek voor deze opdracht, stonden we op de brug. Er waren een paar mensen, die vertelden over hun belevenissen tijdens een van de tochten die ze hadden gemaakt,’ aldus Bas Lugthart. ‘Deze plek is zo zwanger van al die verhalen van al die mensen. Die emoties wilden we in het werk vastleggen. Overigens niet alleen in dit werk, maar ook in onze andere buitenbeelden gaan we uit van de locatie en de belevingswereld van de mensen. Dat is een soort kern, die komt uit de plek zelf. Een eerste niveau van waaruit je stappen kunt doen en de diepte kunt ingaan.’ Maree Blok vult aan: ‘Het theatrale in de beleving van de toeschouwer is voor ons een belangrijk uitgangspunt. Het kunstwerk moet verschillende lagen hebben. Aansluiten op de belevingswereld van allerlei mensen. Je hoeft geen kunsthistoricus te zijn om te snappen wat we bedoelen. Ben je dat wel, dan zie je ook nog een andere laag.’

Eeuwige roem

De eeuwige roem van de Elfstedentochtfinalist heeft nu als tastbaar bewijs alleen nog maar het felbegeerde kruisje. Zo’n 25.000 schaatsers die de tocht sinds 1909 uitreden hebben hem ontvangen. De bedoeling was dat de eeuwige roem via 10.000 portrettegeltjes van Makkumer aardewerk van de brug zou afstralen. Het lag in de bedoeling zowel de buitenzijde als de binnenkant van de brug te betegelen. Van dichtbij zouden dan al die duizenden portretten van schaatsers, van bekenden en onbekenden, van jong en oud, van vroeger en van nu zichtbaar zijn. Naast de heroïsche namen uit het verleden de helden van nu. Met al die namen en gezichten komen ook de verhalen en herinneringen weer boven bij een ieder die de tocht heeft uitgereden of heeft meegemaakt. Het was de bedoeling de aangebrachte tegels door middel van de computer te selecteren op de verhouding licht en donker, dat als men op grotere afstand van de brug zou staan, de duizenden kleine portretten zouden samenvloeien tot een grote voorstelling. Een vaag beeld van een lange sliert schaatsers, die achter elkaar rijden. Hoe verder weg van de brug, hoe duidelijker de schaatsers. Deze afbeelding van een rij schaatsers die elkaar helpen en uit de wind houden, is een karakteristiek beeld van de Elfstedentocht.

Emotie in beeld

‘Het elegante van het werkstuk in Bartlehiem was,’ aldus Bas Lugthart, ‘dat we een hele minimale toevoeging zouden aanbrengen. De constructie is er al. Maar het principe van het werk is ook heel goed op andere plekken toepasbaar. Waar het om gaat is dat we de verhalen die rond de Elfstedentocht hangen, vangen door middel van al die portretten. Voor de toeschouwer worden vervolgens al die verhalen weer opgeroepen. We hebben ook gemerkt uit reacties die we hebben gekregen van mensen dat het rijden van die Elfstedentocht een enorme emotionele ervaring is. Van mijn eigen vader weet ik dat het een van de hoogtepunten in zijn leven is geweest. Die emotie is voor ons ook de essentie van het werk. Wat het kunstwerk zo mooi maakt, is juist die persoonlijke belevenis die achter iedere foto zit. Het is wel zo dat we met dit werk voortgaan waar we op dit moment ook elders mee bezig zijn. Zo hebben we portretten gemaakt die van dichtbij bestaan uit abstracte bolletjes. Van veraf wordt het een gezicht. Een soort tweedeling. De positie van de kijker bepaalt de herkenbaarheid. Van dichtbij abstract, van verweg herkenbaar als portret. Het is een soort spel waarmee je zelf bepaalt hoe herkenbaar het wordt. Dat is ook het inhoudelijke statement: de werkelijkheid verandert naar gelang de positie die je inneemt.’

Koopje

Een heel bijzondere en uitermate slimme bijkomstigheid is, dat het hele kunstwerk, waar het dan ook wordt gerealiseerd, wordt gefinancierd door de deelnemers. Bartlehiem loopt in die zin een koopje mis. Voor de prijs van 65 gulden per tegel krijgt de elfstedenfinalist een plekje van 10×10 centimeter op het kunstwerk. Met naam en jaartal(len). Voor 35 gulden per tegeltje zijn extra exemplaren voor thuis aan de wand te krijgen. De reactie is enorm. De kunstenaars zijn overstelpt met foto’s en verhalen nadat de brochure via de Vereniging De Friese Elfsteden is verspreid. Niet alleen uit eigen land maar van over de hele wereld stromen ze binnen. Een bekende fotograaf uit de stad Groningen meldde dat er allemaal mensen arriveerden die met ijsmuts op en schaatsen om de nek op de foto wilden. Een foto voor de eeuwige roem. Maar waar? Wordt vervolgd, want de naam van het kunstwerk luidt niet voor niets It sil heve.

Trefwoorden