Grenslopers zijn kunstenaars die zich op of over grenzen van disciplines begeven en/of vernieuwende technologie toepassen in hun beelden. ‘Bij de realisering van de Semslinie-Kunstlijn staat voorop dat er binnen dat vernieuwingskader een overtuigende samenspraak tussen kunstwerk en locatie moet komen, waarbij verbinding gemaakt moet worden tussen het heden, het verleden en de toekomst’, aldus Loes Heebink in haar masterplan. De te realiseren kunstobjecten moeten waarneembare monumentale ervaringen in het landschap zijn, die de kracht van een plek bewijzen en daarmee hun eigen bestaansrecht. Alleen respect en zorgvuldigheid voor het landschap, sociale ontwikkelingen en geschiedenis is niet voldoende. ‘Er moet een overtuigende samenspraak tussen kunstwerk en locatie, komen waarbij verbinding gemaakt wordt tussen het heden, het verleden en de toekomst’, aldus Heebink, die in haar masterplan voorstelt uit te gaan van minimaal vier en maximaal acht kunstopdrachten. De begroting voor het plan bedraagt 2,1 miljoen gulden. Dat geld is afkomstig van subsidies van onder meer de provincies Groningen en Drenthe, die inmiddels hun medewerking hebben toegezegd. Zoals het er nu uitziet zullen, afhankelijk van een bijdrage van de Mondriaanstichting, vijf tot acht kunstenaars meewerken.
Semslinie
In haar masterplan stelt Heebink dat de functie van de Semslinie in de loop der tijden is veranderd. De kaarsrechte grens, die in 1615 door de landmeters Johan Sems en Jan de la Haye in opdracht van de toenmalige stadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, Prins Willem Lodewijk, werd uitgezet, loopt tussen twee markante punten: het eerste veenontginningsgebied Wolfsbarge, waarbij de Martinitoren als baken diende, en de buurtschap Ter Haar bij Ter Apel, dat elf meter boven NAP lag en ook van verre goed zichtbaar was. De grens was nodig, omdat er conflicten waren over het weiden van vee en later over de veeneigendommen. Heden ten dage geeft de grens nog wel een territorium aan van de twee provincies, maar de functie om economische belangen te scheiden is al lang vervaagd. Heebink ziet de Semslinie nu dan ook liever als verbindingslijn dan als scheidingslijn. In haar masterplan zegt ze hierover onder meer: ‘Juist in deze tijd verdwijnen of vervagen grenzen. Individuen en bevolkingsgroepen verplaatsen zich om betere levensomstandigheden te zoeken. Door nieuwe media (televisie, satelliet, computer) worden grenzen overschreden en wordt de wereld kleiner en tegelijkertijd groter.’ Zij wijst erop dat vernieuwing ook binnen de beeldende kunst grenzen overschrijdt, waarbij met name sinds de Romantiek de grensvervaging tussen de verschillende genres een nieuw verschijnsel was. ‘Op dit moment maken kunstenaars verbinding met de alledaagse omgeving van mensen, door zogenoemde ‘social sculpture’. Deze kunst richt zich op de directe ervaring van het publiek en versterkt daarbij sensaties van bepaalde plekken door persoonlijke verbindingen van de toeschouwer met de gegevens van de plek mogelijk te maken. Daarvoor worden vormen uit het dagelijkse leven gebruikt, waardoor soms het onderscheid tussen kunst en werkelijkheid niet zo te herkennen is’, aldus Loes Heebink, die ook binnen haar eigen werk en tijdens het onderzoek voor het Semslinieproject op zoek ging naar een manier waarop nieuwe ontwikkelingen kunnen worden geïntegreerd. ‘Vooral ten aanzien van kunst in de openbare ruimte en de maatschappelijke functie die dit kan vervullen, zoek ik naar een symbiose tussen vernieuwende concepten en materiële vertalingen. Uitgangspunt is daarbij dat betekenissen van een locatie met zijn verschillende lagen zichtbaar, tastbaar, voelbaar moeten zijn. Ook moeten waarneembare en monumentale overblijfselen van dat wat ’time based’ is, verbonden zijn aan verhalen van mensen.’
Anarchistenhuisjes
Twee schetsontwerpen zijn inmiddels gepresenteerd en goedgekeurd. Het eerste ontwerp betreft time based art van Elsa Stansfield/Madelon Hooykaas voor de zuidkant van de Semslinie van Zandbergen tot Dikbroeken, waar elektriciteitsdraden in hoge luchten grenzen overschrijden.
Stansfield/Hooykaas maakte eerder een sculptuur in de duinen van Wijk aan Zee; gezeten in dit kunstwerk kan men de geconcentreerde geluiden van de zee ervaren. Het duo ontwierp een spanningsvrije verblijfsruimte, geheel vervaardigd van koper, daarbij gebruikmakend van een gefilterde beleving van het landschap en een andere energiebeleving in een stralingsvrije ruimte.
Het tweede ontwerp is van Jorgen Leijenaar, die een ontwerp indiende voor een locatie tegenover de eerste huisjes van Stadskanaal, de zogenoemde anarchistenhuisjes. Leijenaar voerde onder meer voor Amsterdam Oud-West een project uit dat associaties oproept met de plek. Op muren van straten zijn naambordjes met intercom aangebracht waar men, als men op de bel drukt, teksten of gedichten van schrijvers hoort, voorgelezen door een bewoner van de betreffende straat. In zijn ontwerp voor de Semslinie spelen grafstenen en poëtische teksten, gebaseerd op historisch materiaal, een grote rol.
Verder zijn er onderhandelingen gaande met Stichting Observatorium Rotterdam voor de noordkant van de Semslinie bij Wolfsbarge en met Martijn Veldhoen voor een van de voormalige sluiswachtershuisjes in Stadskanaal. In zijn ontwerp maakt hij gebruik van computergestuurde video’s met lange panoramische landschappen. De beelden zijn beïnvloedbaar door de toeschouwers door de hand boven een sensor te houden, waardoor er bijvoorbeeld mensen en auto’s in beeld verschijnen. Volgens Loes Heebink is het heel technologisch, maar veelzeggend over de locatie. ‘Nu is het er heel stil, maar vroeger was hier een grote economische bedrijvigheid.’
Monumentaal werk en minimale ingrepen
Niet alle locaties die Heebink heeft uitgezocht, lenen zich voor grote ingrepen. Soms is een minimale ingreep voldoende om een plek bijzonder te maken. Er zijn echter ook plaatsen die bijzonder worden doordat er een groot monumentaal werk ontstaat. Landschapsarchitecten zullen worden ingeschakeld om met de kunstenaars samen te werken, zodat er nieuwe buitenplaatsen ontstaan in samenhang met kunst. Ook worden de nieuwe kunstlocaties verbonden met reeds bestaande plekken, die al een eigen kwaliteit hebben, zoals de familiebegraafplaats Uniken of de kruidentuin van het Museumklooster in Ter Apel. Oude en nieuwe locaties zullen zo samen een route vormen, een verbindingslijn, een culturele, toeristische route langs de Semslinie.
Van Semslinie tot Kunstlijn. Maar voordat de eerste toeristische grensloper zich op pad kan begeven, moet er nog wel het een ander gebeuren. Exacte locaties moeten worden gekozen, kunstenaars moeten nog worden gezocht en er moeten nog vele onder handelingen over grondaankopen worden gevoerd. En niet onbelangrijk: er moet nog veel geld komen.
Noorderbreedte volgt de grenslopers op de voet en houdt de lezer op de hoogte.