Jan Dekker en Peter Groote, beiden als geograaf verbonden aan de Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG betogen dat er weinig redenen zijn om de Veenkoloniën bloot te stellen aan nog meer kunst binnen nog meer visies. Daarom komen ze met een visieloos maar leuk alternatief plan dat naar hun mening meer bewoners en buitenstaanders aan zal spreken, beter aansluit bij het karakter van de streek en goedkoper is.

Het artikel in Noorderbreedte nodigt uit om na te denken over de vraag of er met kunst iets zinnigs te doen is in de Veenkoloniën. Helaas maakt kunstenares Loes Heebink het niet gemakkelijk om serieus op deze vraag in te gaan. Ze geeft wel een boel statements over het project, maar nauwelijks redenen waarom het nuttig zou kunnen zijn om ‘budgetten samen te voegen’ tot een totaal van 2,1 miljoen gulden en daarmee kunstobjecten te realiseren. Het artikel brengt ons niet verder dan opmerkingen als: ‘Bij de realisering van de Sems-Kunstlijn staat voorop dat binnen dat vernieuwingskader een overtuigende samenspraak tussen kunstwerk en locatie moet komen, waarbij verbinding gemaakt moet worden tussen het heden, het verleden en de toekomst’. Of: ‘De te realiseren kunstobjecten moeten waarneembare monumentale ervaringen in het landschap zijn, die de kracht van een plek bewijzen en daarmee hun eigen bestaansrecht.’ Als nuchtere Noorderlingen is onze eerste reactie zoiets als: ‘Daar kunnen we niks mee.’ Het lijkt verstandiger om zelf maar eens op een rijtje te zetten welke baten een Semslinieproject zou kunnen hebben.

De zin van een Semslinieproject

Dat project kan volgens ons directe en indirecte baten hebben. Voor de directe baten zou het best bij de wensen van de bewoners aansluitende project waarschijnlijk bestaan uit het verdelen onder de inwoners van de 2,1 miljoen gulden die klaarblijkelijk nog opgemaakt moeten worden. Een project gericht op indirecte baten is echter veel leuker. Zulke indirecte effecten kunnen liggen in het verschaffen van kennis over de eigen woonomgeving. Kennis maakt immers gelukkig. Of misschien kan het gebied dankzij het Semslinieproject wel beter ‘verkocht’ worden aan toeristen. Om zulke indirecte effecten te bereiken moet het project wel nieuw zijn en liefst ook nog duidelijk verbonden zijn met het gebied. Daarvan lijkt met het voorgestelde kunstproject geen sprake. De Veenkoloniën roepen veel associaties op, maar slechts zelden zitten daar kunstzinnige bij. Daarom komen we met een alternatief voorstel, dat nieuw is (het is onlangs voor het eerst door ons geopperd tijdens een brainstormsessie over de toekomst van de gemeente Stadskanaal).

25 kilometer rododendrons

Het plan is simpel: plant van Bareveld tot Ter Apel rododendrons langs de spoordijk. Weliswaar is dat niet precies de Semslinie, maar die kent toch vrijwel niemand, zoals Loes Heebink terecht vaststelt. Bovendien is de spoordijk ook een (vrijwel) rechte lijn, die de kracht van het veenkoloniale landschap uitdrukt en ongeveer parallel loopt aan zowel de Semslinie als het Stadskanaal. In het voorjaar, wanneer de rododendrons bloeien, ontstaat iets wat nieuw is, aantrekkelijk voor inwoners en toeristen en nog karakteristiek voor het gebied ook: een recht lint van meer dan 25 kilometer bloeiende rododendrons is imposanter dan alle koolzaad- en faceliavelden bij elkaar. De Keukenhof verbleekt naast deze krachtige lijn in het landschap. Toeristen kijken hun ogen uit vanuit de toeristische stoomtrein van de STAR. De inwoners van de Veenkoloniën kunnen met trots in de Randstad vertellen dat ze afkomstig zijn uit ‘de streek van het bloeiende rododendronlint’ en melden en passant dat die streek in het niet zo verre verleden het toonbeeld van welvaart was, dankzij de rationele, rechte lijnen die het landschap nog steeds zo fraai domineren. Een niet onbelangrijk voordeel van ons plan voor iedere rechtgeaarde Groninger is bovendien dat het met wat medewerking van de Nederlandse Spoorwegen en met zelfwerkzaamheid van de inwoners, waar zeker op gerekend kan worden, voor heel wat minder geld voor elkaar te krijgen moet zijn dan twee miljoen gulden. Aan het werk, dus!

Trefwoorden