Vrijdagavond. De werkweek zit erop en om me even te ontspannen blader ik door het Nieuwsblad van het Noorden. Op de regiopagina trekt een kop de aandacht: 'Visie Slochteren: nieuw gezicht voor haven en kern'.

10 december

Vrijdagavond. De werkweek zit erop en om me even te ontspannen blader ik door het Nieuwsblad van het Noorden. Op de regiopagina trekt een kop de aandacht: ‘Visie Slochteren: nieuw gezicht voor haven en kern’. Het artikel vertelt dat burgemeester Lebbink en de wethouders het historisch monumentale karakter van Slochteren willen versterken door een bedrijventerrein te ontwikkelen en een wijk met vijftig borgwoningen te realiseren. Dit alles onder het motto: behoud en ontwikkeling van natuur. Het dorp zou een uitstraling à la Bourtange dienen te krijgen. Bij het artikel is een kaartje afgedrukt dat een schetsmatige plattegrond bevat van de bedachte wijk. Die blijkt te zijn geprojecteerd in het open gebied naast de lange oprijlaan van de Fraeylemaborg, plaatselijk bekend als lutteke bos.
Vanaf 1972 wonen mijn vriend Sible en ik in wat eens een landarbeidershuisje was. Zo staat er een tiental verspreide huisjes in het gebied dat zich kenmerkt door opstrekkende heerden en de daarbij behorende lanenstructuur. Bestudering van de kaart wijst uit dat de buren met wie we de laan delen, en wij in het hart van de geplande wijk komen te liggen. Aan alle kanten ingesloten door ‘borgwoningen’, een begrip dat me nog vreemd is maar al gauw mijn leven zal gaan beheersen.
Ik bel met Sible, die in Rome verblijft, en lees hem het hele interview voor. Ook hij is verontwaardigd.

11 december, zaterdag

Als ik na een onrustige nacht naar buiten ga om krant en post te halen, kijk ik over de kale akkers naar de bosrand. Mijn beleving van het landschap is volslagen anders dan 24 uur geleden. Het is alsof de bosrand wijkt in een grote anonimiteit. Alsof blik en uitzicht ons niet meer toebehoren. Er is een gevoel van vervreemding. In gedachten zie ik de vijftig woningen in een grote ovaal om ons heen gebouwd. De blik op de majestueuze beukenlaan voor altijd bedorven. Een pesthumeur maakt zich van me meester.

12 december, zondag

Opnieuw vroeg wakker. Iedereen moet delen in mijn ellende. Alle vrienden die ik enig benul van bestemmingsplannen en gemeentepolitiek toedicht, krijgen een telefoontje. Vrijwel iedereen geeft het advies om te verhuizen en niet tien jaar lang te protesteren en te procederen tegen de plannen. In het telefoontje met Sible geef ik heel stellig te kennen te willen verhuizen. Ik heb de advertenties minutieus bestudeerd en de paar percelen die in aanmerking komen, aangekruist.

14 december, dinsdag

Ik heb tegen mijn gewoontes in op stel en sprong een vrije dag genomen. Gisteren, maandag, kwam ik leeg en uitgeput op mijn werk. Toen een vriendelijke collega naar mijn weekend vroeg, raakte ik van slag. Tijd om even een time-out te nemen. Ik wil naar de gemeente om me preciezer over de plannen te laten informeren.
Bij binnenkomst op het gemeentehuis is het alsof ik vijandig gebied betreed. De receptioniste imponeert even als een spionne van de tegenpartij. De ambtenaren van bouw- en woningtoezicht zijn zeer terughoudend als ik naar de visieplannen informeer: er is maar één iemand die me te woord kan en mag staan. De heer Ebels geeft me te kennen dat de gemeente zeer ongelukkig is met de publicatie in het Nieuwsblad. Iemand heeft gelekt en het door Bureau Bügel en Hajema bedachte plan doorgespeeld naar de krant. Ik krijg te horen dat de gemeente een aantal ondernemers een jaar geleden heeft benaderd en hun wensen ten aanzien van de dorpsuitbreiding en de toeristische voorzieningen heeft geïnventariseerd. Over enige tijd krijgt de rest van de burgerij de kans zich op een inspraakavond over de plannen uit te spreken.
Dezelfde dag bel ik Ina Reitzema, de redacteur van het Nieuwsblad die de visieplannen naar buiten heeft gebracht. We spreken af dat zij Sible en mij zal interviewen. Ik vind het prettig om even mijn hart te luchten en onze betrokkenheid bij de plek waar we wonen naar buiten te brengen.

29 december, woensdag

Sible is over uit Rome. Samen hebben we een afspraak met de burgemeester. Lebbink benadrukt het voorlopige karakter van de plannen. Het gemeentebestuur wil Slochteren een hart geven en de keuze is gevallen op het gebied rond haven en borg. Het dorp moet mee in de vaart der volkeren, al is en blijft het een agrarische gemeente zoals dat is overeengekomen in de Regiovisie. Borgwonen is een luxueuze woonvorm waarmee de gemeente in het kader van dezelfde regiovisie mag experimenteren, buiten de toegekende contingenten om. Regelmatig wordt de gemeente door westerlingen benaderd die het geld hebben om zelf te bouwen en daarvoor een fraaie locatie zoeken. De woningen zijn derhalve bestemd voor het hoogste segment van de markt: rond de een miljoen gulden per stuk. We zijn nog niet goed inhoudelijk ingevoerd in de materie en om die reden heeft het onderhoud het karakter van een college van de kant van de burgemeester. Hij drukt ons op het hart om het democratische spel goed mee te spelen en ons te gedragen als ‘goede burgers van Slochteren’. Kennelijk verbaast hij zich over onze stellingname maar vindt hij tevens dat we ons tot dusverre te weinig hebben geëngageerd met het culturele en politieke leven van onze gemeente.

4 januari, dinsdag

Jaap en Brigit zijn al achttien jaar onze buren maar nog nooit hebben we elkaar zo frequent gesproken als de afgelopen weken. Brigit heeft in de buurt haar oor te luisteren gelegd en weet dat er meer oppositie is. Een tiental mensen steekt de koppen bij elkaar en aan het eind van de avond is de initiatiefgroep Het Vierde Kwadrant een feit. Actiegroep klinkt zo militant en het vierde kwadrant is een neutrale aanduiding voor het gebied waar we wonen. De term is ooit bedacht door een gemeenteambtenaar die op de kaart een grote cirkel heeft getrokken met de Fraeylemaborg als middelpunt. Het vierde kwadrant is het gebied ten noordwesten van de borg, ingeklemd tussen de provinciale weg Hoogezand-Siddeburen, het Lutje boske, de Groenedijk en de Veenlaan.
We zijn het snel eens over de noemer waaronder we de betrokken bewoners willen mobiliseren: geen woningbouw in het vierde kwadrant. Dat betekent behoud van de open ruimte, van de zichtlijnen, van de lanenstructuur en van unieke landschappelijke waarden als de bosrand.

28 januari, vrijdag

De initiatiefgroep komt voor de tweede keer bijeen. We hebben contact gezocht met diverse organisaties als de Milieufederatie, Heemschut, Het Groninger Landschap, HNS Landschapsarchitecten (die op een Keuningcongres originele, het landschap respecterende, plannen voor het Duurswold hebben gepresenteerd), de Dienst Landelijke Gebieden van het ministerie van Landbouw en provinciaal archeoloog Henny Groenendijk. Daarnaast zijn er telefoontjes met diverse afdelingen van het Provinciehuis.
Uit alle contacten komt het volgende beeld van de gemeente Slochteren naar voren: Lebbink trekt als burgemeester en als portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening, de kar. Het gemeentelijke apparaat schiet tekort in expertise. Men slaagt er niet in om goede en enthousiaste mensen binnen te halen. Er wordt ad hoc gedacht en geopereerd zonder aandacht te besteden aan randvoorwaarden. Het ontbreekt aan een integrale visie en aan afstemming met andere overheden als de provincie. Collegevoorstellen komen vrijwel altijd ongehavend door de gemeenteraad door gebrek aan deskundigheid en onvermogen om de lokale democratie vorm te geven.
We besluiten voor de bewoners van het vierde kwadrant een vergadering uit te schrijven en hen te informeren over de stand van zaken en de context van de visieplannen. Dit zou om strategische redenen moeten gebeuren voordat de gemeente haar plannen op een inspraakavond toelicht.

4 februari, vrijdag

Op onze informatieavond komen meer buurtbewoners dan verwacht: zo’n vijftig. Er is een zekere waardering voor de research die we tot nu toe hebben verricht. Dagtoerisme? Akkoord, maar niet ten koste van het open landschap. Bij de borrel na afloop wordt veel gelachen en gegrapt. Ik krijg meer moed.

9 februari, woensdag

’t Bokkeblad kondigt een ‘interactieve bijeenkomst’ aan van de gemeente: ‘Wij willen met u, als inwoner van Slochteren, de inrichting van de kern ontwikkelen en u betrekken bij de opstelling van de uiteindelijke plannen. In samenwerking kunnen wij namelijk de leefbaarheid op het platteland bevorderen.’ De plannen zullen worden besproken met het bestuur van de Fraeylemaborg, met de handelsfederatie, met dorpsbelangen en pas dan met de inwoners.

17 februari, donderdag

Ruim voor aanvang van de bijeenkomst stroomt de zaal vol. Lebbink probeert de spanning in de zaal te pareren door heel luchtig in te leiden en het voorlopige karakter van de plannen te benadrukken. ‘Ik ben net zo benieuwd als u en daarom ga ik zo meteen met u in de zaal zitten om te luisteren naar de presentatie van de heer Bügel’ (van het gelijknamige adviesbureau). Hij wekt op mij de indruk buiten schot te willen blijven met het oog op zijn aanstaande afscheid wegens pensionering. Het is inderdaad niet prettig om omstreden je ambt neer te leggen. Bügel is nerveus en opereert vanuit het defensief.
Na de pauze treedt een grote variëteit aan insprekers naar voren. Ieder levert vanuit zijn eigen invalshoek commentaar op de plannen, maar niemand is onomwonden voor. Er is kritiek op de procedure. Er is kritiek op het rapport, dat vol staat met jargon, dat raamplannen citeert maar onhelder is hoe het een zich tot het ander verhoudt. Het doet uitspraken die met elkaar in tegenspraak zijn (‘Regiovisie vestigt de nadruk op oude landschapslijnen, daarom worden watergebieden ontwikkeld’, terwijl we allemaal weten dat water niets met die lijnen van doen heeft en het beeld alleen zal verstoren). Kortom het rapport hangt rookgordijnen op, het verbloemt tegenstellingen door te suggereren dat het onverzoenlijke kan worden verzoend: versterking van de natuur door woningbouw te plegen.
De duidelijkste tegensprekers krijgen het hardste applaus. Na afloop is Lebbink geagiteerd maar hij zegt wel dat de gemeente zich moet bezinnen op de genoemde argumenten.
De volgende dag spreken de koppen in de regionale pers boekdelen: ‘Plannen voor nieuwe indeling kern vallen slecht.’

Epiloog

Inmiddels heeft de gemeente informeel laten weten dat de lanenstructuur in het vierde kwadrant behouden moeten blijven en dat vijftig woningen misschien wel wat veel is. Bügel zou de opdracht hebben gekregen om met een revisie aan de slag te gaan. Wij als initiatiefgroep willen in een kwaliteitsrapportage argumenten aanvoeren waarom juist het vierde kwadrant geen nieuwe woningen verdraagt: de zichtlijnen op het Lutje boske, op de noordwestelijke horizon, richting ecologische hoofdstructuur en de populieren langs het Eemskanaal, een eigen biotoop voor de drie molens aan de Groenedijk en de instandhouding van wat nog resteert van het landgoed Fraeylema.

Wordt vervolgd!