Portret van Groninger kunstenaar Abe Kuipers (1918).

Toen de Groninger kunstenaar Abe Kuipers (1918) dit schilderij maakte, omstreeks 1950, was de scheepvaart op de Groninger diepen al sterk teruggelopen. Na de oorlog nam de vrachtauto het transport over en in Onderdendam werd het stil. Er ligt een schip aan de wal, maar er wordt niet gewerkt; een paard staat wat te dommelen voor de wagen in het middagzonnetje. Het is er, zoals dat dan heet, schilderachtig geworden. Zo heeft Abe Kuipers, herinnert hij zich, het dorp beleefd en dit heeft hij in dit werk gelegd.

Atelier in Stitswerd

Abe Kuipers huurde in die tijd een arbeiderswoning in Stitswerd als atelier. Hij had in Groningen net voor de oorlog zijn opleiding aan de Kunstnijverheidsschool, de huidige Academie Minerva, afgesloten. Hij leerde daar schilderen in een verfijnd realistische stijl, de schilderstijl van een van zijn docenten, de schilder A.W. Kort. Hij had daarin een grote vaardigheid ontwikkeld maar daarvan is in dit werk niets meer terug te vinden. Abe kwam al gauw tot de overtuiging dat de fijnschilderkunst zijn eigen stijl niet was. Als kind had het kleurige expressionistische werk van de Ploeg-schilders hem al aangesproken, maar op de academie werd er geen aandacht aan geschonken. Hij besloot nu letterlijk in de sporen van de Ploeg-kunstenaars naar het Hogeland te gaan en het Groninger landschap – het zouden vooral de Groninger dorpen worden – op zich te laten inwerken.

Weglaten van details

Dit schilderij van Onderdendam is van het begin van deze periode. Het laat het Boterdiep zien met aan de overkant enkele huizen aan de weg naar Middelstum. Het werk is gematigd van kleur; in Abes werken uit de volgende jaren zouden de kleuren veel feller worden en zou hij wat de kleurenexpressie betreft zelfs de Ploeg-schilders overtreffen. Dit werk toont nog niet de sterke persoonlijke doorleving van het afgebeelde onderwerp als bij een expressionistisch werk. Toch zijn er al expressionistische aanzetten: de vormen van de bomen rechts, het weglaten van de details, de licht-donkercontrasten en de forse toets waarin het werk is opgezet. Het schilderij is een interessant stuk in Abe Kuipers’ artistieke ontwikkeling. Hij heeft een aantal jaren in een kleurige expressieve stijl geschilderd, maar was er de man niet naar om lang bij hetzelfde te blijven. Hij ging tegen het eind van de jaren vijftig experimenteren met pop-art-achtige voorstellingen en verwerkte meer en meer persoonlijke herinneringen in zijn werk. Abe Kuipers heeft veel met de zeefdruktechniek gewerkt, verzorgde jarenlang de lay-out van de catalogi van het Groninger Museum en van de leerboeken voor het voortgezet onderwijs bij Wolters-Noordhoff in Groningen, experimenteerde met films en een mini-huiskamertheater, en was van 1962 tot 1981 docent aan de Academie voor Kunst en Industrie in Enschede. Veel werk van hem is onderscheiden; voor zijn gehele oeuvre kreeg hij in 1980 de H.N. Werkman-prijs.

Noordelijk stoer

Terug naar het schilderij: het pittoreske en stille Onderdendam; alleen de overwaaiende wolken bewegen. Alles staat wat scheef, maar het is met een zekere nuchterheid gezien. Midden in het beeld staat de scheepsmast. Wat raadselachtig rechts daarvan is de witte kopgevel, die schuin op de beide zijgevels lijkt te staan. Het beeld wordt links afgesloten door een in die tijd veel op het platteland voorkomend zwartgroen geschilderd gietijzeren hek, een mooi contrast met het wit geverfde houten hekje rechts. Enkele stenen markeren de voorgrond. De kleuren in het schilderij zijn weliswaar gematigd – ze zouden van de Bergense School kunnen zijn – maar wel rijk geschakeerd. Tegenover het diepe blauw van de pannendaken staat een scala van kleuren tussen okergeel en donkeroranje tot roodbruin.
De kunstcritici uit de beginjaren vijftig noemen Abe Kuipers’ werk ‘door en door Noordelijk stoer’ (Hendrik de Vries). Daarvan is ook iets te zien in Onderdendam.

Trefwoorden