Als Sjef en ik over het karrenspoor langs het Mussel-Aakanaal naar Kopstukken wandelen, weet hij dat ik altijd even op mijn 'denkstronk'' in de houtwal ga zitten.

In De hel van Jipsinghuizen worden de verschrikkingen beschreven die honderden werklozen in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw in deze streek hebben doorgemaakt. In het kader van de werkverschaffing moesten ze onder erbarmelijke omstandigheden en een straf regime nieuw land scheppen door duizenden hectaren woeste heide onder te spitten. Ik moet er vaak aan denken als ik door Westerwolde loop, een door velen nog onontdekt paradijsje in Zuidoost-Groningen.

Opgescheurde stilte

De lucht is er zuiver, er is ruimte en het is er stiller dan waar ook in Nederland. Doorgaans. Want terwijl ik gelukzalig wat voor mij uit staar en me bevoorrecht voel hier te mogen vertoeven, wordt die stilte bruusk verstoord. Een sonoor geluid komt uit het niets, zwelt dan aan en wordt meertoniger, doordringender naarmate het dichterbij komt. Het is niet oorverdovend, zeker niet, en zou in een bruisende stad waarschijnlijk nauwelijks opvallen, maar hier, waar zo’n serene rust heerst, is het onontkoombaar, onuitwisbaar, onuitstaanbaar. Als ik omhoog kijk zie ik de boosdoener: een sportvliegtuigje, ook wel Ultra Light Vliegtuig of ULV genoemd. Deze vehikels stijgen op vanaf de airstrip bij Vledderveen (gemeente Stadskanaal) en scheuren de stilte boven Westerwolde tergend langzaam open. Vooral op mooie zondagen – die men hier veelal nog als momenten van rust en bezinning beschouwt – mogen ze graag een tochtje maken. Maar ook op andere dagen maken ze nog wel eens een ommetje, vaak laag bij de grond.
Ik verlaat mijn denkstronk, fluit Sjef die net een duik in het water heeft genomen en loop, enkele verwensingen mompelend, verder. De lol is eraf. Onbegrijpelijk vind ik het dat luchtyuppen in hun ULV’s en andere ongemakken rond mogen toeren boven een van de laatste échte stiltegebieden – ver weg van de snelweg – die ons land nog rijk is. Voor de ‘fun’. Op zondagen funshoppen in de Stad en funflyen boven het prachtige Ommeland.

Fly away

Afgezien van het feit dat het van de sportvliegers weinig sportief is om ongevraagd de stilte te komen verscheuren, is het absoluut onbegrijpelijk dat overheden als gemeente en provincie die met name Westerwolde aanprijzen als toeristisch gebied voor rustzoekers, hieraan hun medewerking verlenen.
Laten we daarom protesteren tegen deze idiote, nutteloze verstoring van rust. Laten boeren, burgers en buitenlui met hooivorken, spaden en voor mijn part sikkels het gemeente- en provinciehuis bestormen om bestuurders wakker te schudden, ze in hun oren te schreeuwen dat stilte en vliegtuiggescheur niet samengaan, dat Westerwolde te waardevol is om op deze manier te beschadigen, dat alles van waarde weerloos is en dus beschermd moet worden, dat er niets, maar dan ook niets boven Groningen mag gaan, behalve zwanen, ganzen, reigers.
Laten we daarna in Vledderveen het startsein geven voor een wedstrijd wie het verst kan vliegen en na het opstijgen onmiddellijk de vliegbaan strippen door hem rigoureus op de schop te nemen tot het eelt ons op de handen staat en er vervolgens bomen te planten, veel bomen. Fly away! Ga van ons erf! Verdwijn uit ons luchtruim!

Ik ben met Sjef inmiddels via het beschermde dorpsgezicht van Smeerling in het natuurgebied Metbroek aangekomen. Plotseling staat hij stil. Ik kijk wat zijn aandacht vraagt. Het is een Lakenvelder. Herkauwend staart hij me aan.

Cees Stolk, De hel van Jipsinghuizen, uitgeverij Meinders, Winschoten, 5e druk, 1999.

Trefwoorden