Geboren en getogen op het platteland, kwam ik al vroeg in aanraking met de natuur. Eieren zoeken was een jaarlijkse competitie in ons dorp. Wie had in de zomer de langste slinger aaneengeregen uitgeblazen eieren op z'n slaapkamer hangen?
Geboren en getogen op het platteland, kwam ik al vroeg in aanraking met de natuur. Eieren zoeken was een jaarlijkse competitie in ons dorp. Wie had in de zomer de langste slinger aaneengeregen uitgeblazen eieren op z’n slaapkamer hangen? De meeste eieren waren afkomstig van kieviten, eksters, kraaien en duiven, maar ook leuk in de slinger waren de ronde eieren van de bosuil en de knotsen van de wulp. De eitjes van zangvogels lieten we links liggen: te fragiel om mee te nemen en uit te blazen. Bovendien schoot dat niet op met de lengte van de slinger. Ook bebroede eieren werden niet meegenomen met geen mogelijkheid waren die eieren leeg te maken met behoud van de schaal. De inhoud van een oogst wilde eieren werd in een kom verzameld en opgebakken tot een glazig schuimende uitsmijter die …
Geboren en getogen op het platteland, kwam ik al vroeg in aanraking met de natuur. Eieren zoeken was een jaarlijkse competitie in ons dorp. Wie had in de zomer de langste slinger aaneengeregen uitgeblazen eieren op z'n slaapkamer hangen?
Geboren en getogen op het platteland, kwam ik al vroeg in aanraking met de natuur. Eieren zoeken was een jaarlijkse competitie in ons dorp. Wie had in de zomer de langste slinger aaneengeregen uitgeblazen eieren op z’n slaapkamer hangen? De meeste eieren waren afkomstig van kieviten, eksters, kraaien en duiven, maar ook leuk in de slinger waren de ronde eieren van de bosuil en de knotsen van de wulp. De eitjes van zangvogels lieten we links liggen: te fragiel om mee te nemen en uit te blazen. Bovendien schoot dat niet op met de lengte van de slinger. Ook bebroede eieren werden niet meegenomen met geen mogelijkheid waren die eieren leeg te maken met behoud van de schaal. De inhoud van een oogst wilde eieren werd in een kom verzameld en opgebakken tot een glazig schuimende uitsmijter die qua smaak het ei van een kip ver overtrof. Om de hedendaagse lezer niet al te veel te choqueren, zal ik het verder maar niet hebben over onze experimenten met de dode dieren die we in het veld aantroffen of proeven die we uitvoerden met betrekking tot de verbrandingssnelheid van de poten van een langpootmug.
Ik ben ervan overtuigd dat de opgedane ervaringen geleid hebben tot een grote interesse in de biotische en abiotische omgeving. Biologie als lievelingsvak op de middelbare school werd daarna onderwerp van een met het predikaat cum laude afgesloten studie.
Een tijdje geleden waren we met de kinderen in het Stadspark van Groningen. Waar eens een speeltuin was met heerlijke ravottoestellen, staat nu een opstelling waar letterlijk niets meer is te beleven. Gestuurd door wetgeving van de zorgzame overheid zijn speeltoestellen geplaatst van kunststof, bekleed met schuimrubber en met alleen maar afgeronde hoekjes. Hoe moet een kind van deze tijd nu nog ervaring opdoen met het omgaan met risico’s en het inschatten van gevaren? Hoe kan een kind leren omgaan met gevaar wanneer dat gevaar steeds meer wordt weggenomen? Een persoonlijk advies aan de ouders van nu: stuur ze het bos in! Daar staan de echte speeltoestellen. Laat ze klimmen in en slingeren aan de bomen. Laat ze ervaren dat een afgestorven tak van een lariks – als die er van de beheerder nog mocht blijven staan – niet betrouwbaar is en die van een eik wel. Laat ze de hand eens steken in een vermeend eksternest en vervolgens gebeten worden door een eekhoorn die daar toevallig haar jongen heeft ondergebracht. Laat ze ook eens ervaren hoe het is om een paar meter naar beneden te vallen, om de eerste vijf minuten daarna nauwelijks adem te kunnen halen en hoe pijnlijk het daarna kan zijn rond de staartwerveltjes. En dan die spanning door achterna gezeten te worden door bijvoorbeeld een boze opzichter van Natuurmonumenten (maar hem toch te slim af zijn). Ik durf hierbij een bijkomstig voordeel te garanderen: uw kind leert de natuur kennen, waarderen en verdedigen!
Helaas zijn ondertussen enkele generaties door beherende instanties geweerd uit natuurgebieden. Gevolg van al die verbodsborden en het alleen maar mogen lopen op wegen en paden is dat natuur voor hen nog slechts een decorfunctie heeft. Ze hebben nauwelijks nog een emotionele band met de natuur. Maar het tij is aan het keren. In de nieuwe nota natuur, bos en landschap in de 21e eeuw met de titel Natuur voor Mensen Mensen voor Natuur spreekt het kabinet ondubbelzinnig uit dat de natuur moet aansluiten bij de wensen van mensen en goed toegankelijk en bruikbaar moet zijn. Staatsbosbeheer heeft als eerste de handschoen opgepakt en inmiddels op de Utrechtse Heuvelrug vrijwel alle verbodsborden en hekken weggehaald. Iedereen die wil, kan dwars door de bossen struinen en klimmen. Als de ervaringen goed zijn, zullen veel meer gebieden volgen. Hopelijk is Noord-Nederland ook gauw aan de beurt. Na ruim een halve eeuw kunnen we de natuur dan weer letterlijk aan den lijve ondergaan. Beleven in plaats van alleen maar aanschouwen. Reken maar dat het natuurbesef weer zal toenemen en daarmee ook het draagvlak in de maatschappij om geld te steken in het creƫren, vergroten en onderhouden van natuurgebieden.