Er zijn natuurlijk veel meer voorkeuren dan 'leeg' of 'vol'. Er bestaan dan ook heel veel manieren van kijken, zoals te zien was tijdens de afgelopen Noorderlicht-fotomanifestatie van 25 augustus tot en met 30 september 2001. Deze had de treffende titel: 'Sense of space'.

Een paar jaar geleden was de bovenverdieping van ons ruime huis eindelijk klaar. Vol trots lieten wij een kennis uit het bosrijke midden van het land het resultaat zien en betraden we een van de grote slaapkamers, met daarin slechts wat stoelen met kleren en één groot bed. Ik had stiekem ‘oh’s’ en ‘ah’s’ verwacht, maar tot mijn verbazing trok de kennis een ernstig gezicht en riep:
‘Wat móet je met al die ruimte!
‘Nou, eh, gewoon: naar kijken!’, antwoordde ik.
Werd deze reactie ingegeven door calvinistische zuinigheid?
Was er sprake van jaloezie?
Of was er sprake van angst voor leegte en ruimte?
In ieder geval was hier sprake van verschillende belevingen.

De kennis hield niet van een lege ruimte. De meeste mensen zullen zo reageren. Kijk maar naar de doorsnee huiskamer: altijd moet er zoveel mogelijk in. Twee bankstellen, vier bijzettafeltjes, televisie, posters, schilderijen, de hondenmand, kanariepiet in kooi en allerlei andere spullen en prullen. Het heeft iets ontwapenends en het is er vaak erg gezellig. Zelden zie je een grote huiskamer met alleen maar een bankje en een stoel.
Evenmin reageren veel mensen met ‘oh’s’ en ‘ah’s’ bij het zien van een bijna leeg weiland met hier en daar een koe, een eenzame schuur in de verte en een verre horizon. Nog minder mensen die zouden er willen wonen. ‘Er is hier niks’ is vaak de reactie en men wil weer weg. Net als in de ruime slaapkamer.
Bossen genieten bij de meeste mensen de voorkeur, zo heeft publieksonderzoek uitgewezen. Want daar weten zij zich ‘beschermd’ door donkere dennen en dikke beuken, doen er en masse met familie en hond hun ronde en picknicken op een door de zon beschenen open plek. Zeldzaam is dan ook de reactie van een teleurgestelde vakantieganger die over Noorwegen zei: ‘Ik heb het land niet gezien, want er stonden allemaal bomen voor!’

Noorderlicht
Ik hou wél van de leegte en de ruimte. Of het nu een grote kamer is met alleen maar een bed en een stoel of een ogenschijnlijk leeg landschap. Het verruimt het denken. Je kunt je ogen loslaten en eindelijk de accommodatiespieren ontspannen.
Er zijn natuurlijk veel meer voorkeuren dan ‘leeg’ of ‘vol’. Er bestaan dan ook heel veel manieren van kijken, zoals te zien was tijdens de afgelopen Noorderlicht-fotomanifestatie van 25 augustus tot en met 30 september 2001. Deze had de treffende titel: ‘Sense of space’. Uitgangspunt was onder andere de volgende vraag: ‘Hoe beïnvloeden karakter en aanzien van de omgeving de beleving en hoe worden die ervaringen door fotografen doorgegeven?.’
Op hun beurt maken de foto’s gedachten los bij de beschouwer: herinneringen en fantasieën borrelen op wanneer je de beelden bekijkt. Je kunt de foto’s het beste op je in laten werken zonder gestoord te worden. Gelukkig is de manifestatie dan ook vastgelegd in een mooi vormgegeven boek.

Bij de dromerige beelden van David Williams, die iets weg hebben van de schilderijen van William Turner (1775-1851) komen herinneringen aan lege uitgestrekte stranden van lang geleden naar voren. Het heeft iets ontroerends en opeens kan ik begrijpen dat sommige mensen moeten huilen bij het zien van een mooi landschap. Misschien komt het voort uit de angst dat het verloren zal gaan of dat misschien al is?
De foto’s van Edith Roux geven een beeld van bedrijventerreinen, die wel de ‘rafelranden van de stad’ worden genoemd. Die hoor je lelijk te vinden, maar stiekem worden ze haast aandoenlijk – net als de volle huiskamer met kanariepiet – en doen ze denken aan computerspelletjes, waarmee je in woeste leegte nederzettingen laat ontstaan.
Dan de woonkazernes van Sergio Belinchón. So wie so hadden dit soort omgevingen wat mij betreft iets beangstigend, maar na ’11 september’ is dat helemaal extreem. Angst voor ‘vol’ in plaats van angst voor leegte.
Een van de meest aparte foto’s zijn de ‘huidkamers’ van Aziz en Cucher. Gemanipuleerde beelden van de menselijke huid geven de illusie van hoge, lege ruimtes. Het zien van deze foto’s geeft een vreemde beleving van je eigen lijf en misschien is dat wel het ultieme effect dat je met fotografie (en met tentoonstellingen in het algemeen) kunt bereiken. Mensen voelen zichzelf weer en met een ervaring rijker keren zij huiswaarts. Hun manier van kijken is beïnvloed en het landschap om hen heen wordt met andere ogen bekeken.
////////////
De gekte van een natuurvorser
The journals of Jacob Mandeville
(foto: vrouw en vlinder, boek III)

‘The journals of Jacob Mandeville’ is een soort beeldverhaal, dat in het kader van ‘Noorderlicht’ was tentoongesteld in Natuurmuseum Groningen. Maar gelukkig is ook hiervan een boek uitgegeven. Een prachtig vormgegeven product, waar het fotofestival patent op schijnt te hebben.
De jonge Zweedse fotograaf – of misschien eerder: beeldend kunstenaar – Albin Biblom (1975) schetst hier met collageachtige foto’s en handgeschreven teksten het bizarre leven van een zekere Jacob Mandeville. Deze Engelsman (York, 1926) hield van 1957 tot zijn verdwijning in het begin van de 70er jaren een merkwaardig dagboek bij, waarin ruimte en landschap een grote rol spelen.

Biblom kon dit vijfdelige dagboek naar buiten brengen dankzij Mandeville’s vrouw Helga, die hem toegang gaf tot een chaotisch archief van foto’s, teksten en merkwaardige objecten, waaronder de op sterk water gezette tatoeages van Jacob’s grootvader.

De natuurvorser, onderzoeker, fotograaf, schrijver (tja, wat was hij eigenlijk?) Mandeville had een heel merkwaardige beleving van landschap en ruimte. In zijn verwarde geest waren de innerlijke ruimte en die buiten lichaam en geest één en dezelfde. Eenmaal opgestegen in een vliegtuig was hij ervan overtuigd de poorten van het paradijs te vinden, omdat de grenzen op de grond in de lucht vervaagden:

“Naar beneden kijkend herinnerde ik mij dat je deze terreinen niet simpelweg binnenloopt, je daalt af. Hierboven waren geen grenzen.”

Wie goed kijkt ziet in de ‘luchtfoto’s’ overigens vrouwenlichamen. Maar wat er precies gebeurt nadat Mandeville eenmaal is “afgedaald” is niet concreet beschreven. Duidelijk wordt wel dat landschap, lichaam en geest nu helemaal opgaan in een waanzinnige mix:

“Mijn vliegtuig stortte ter aarde. Maar waar? Na een tijd (…) ontdekte ik dat de schaduwen waar ik ronddwaalde de dode plekken waren van het hart, door infarcten veroorzaakt(…)Was het hier dat de overblijfselen van ooit geleefde levens (…) werden verzameld?”

Mandeville wordt tijdens zijn wanhopige zoektocht steeds psychotischer. Gaandeweg wordt het duidelijk dat hier iemand aan het ontsporen is doordat hij wetenschap en religie, feiten en geloof over één kam scheert.
De gekte van Mandeville wordt bijna ontroerend tijdens een wandeling met zijn vrouw Helga. Ze probeert hem ervan te overtuigen dat de vlinders die hij ziet in zijn hoofd zitten. Hijzelf is echter van mening dat de paden die zij bewandelen aan de geest van zijn vrouw ontspruiten:

“Helga lieveling, er is hier hoe dan ook geen uitweg, de paden die je ons wilt laten volgen zitten in je hoofd!”

In het boek zien we een surrealistisch beeld van vrouw en vlinder: bijna een fotocollage, die net als de vele andere beelden in het boek de aandacht grijpt.
Maar waarvan werd Mandeville nu precies gek? Van het zoeken naar de waarheid? Het trachten te ontmaskeren van ultieme schoonheid? Of het onderscheiden van goed en kwaad? Heilloze zoektochten, zoals hij aan het eind van het bizarre relaas haast gelaten vaststelt:

“De aarde en de hemel hebben niet de vader die mij is voorgehouden. Ik wist het en was er voor altijd toe veroordeeld. Wat geen lange tijd is.”

“The journals of Jacob Mandeville” houden je bezig. Je neigt te geloven dat Mandeville echt geleefd heeft. En dat overkomt de lezer van deze beschouwing wellicht ook. Maar de kracht van het beeldverhaal van Albin Biblom zit vooral in de vragen die het oproept. Wat is “goed” of “mooi” versus “slecht” en “lelijk”? Iedereen heeft zo zijn eigen manier van kijken en dat moet maar zo blijven. Er is niet een “waarheid” en dat is een belangrijke richtlijn voor het omgaan met natuur en landschap!

Trefwoorden