Joop van Roekel & Yvonne Aaltink: Vruchten van Minerva – Bekroonde Romantische Werken 1824-1851. Oblong formaat, 120 pag., gebonden. Met vele illustraties, deels in full colour. Profiel Uitgeverij, Bedum, 2001. ISBN 90 5294 240, € 15,90.

Ten tijde van de Romantiek hebben tal van vooraanstaande kunstinstellingen in ons land schilder- en tekenwedstrijden uitgeschreven voor de beoefenaars van die kunsten. De toenmalige ‘kunstacademie’ van Groningen, Minerva, deed dat eveneens. Mede dankzij dit initiatief werd in ons land voor het eerst kunstbeoefening op grote schaal gestimuleerd. In een boek dat in oktober 2001 verscheen en dat min of meer werd gekoppeld aan een tentoonstelling in Pictura, wordt allereerst een beeld geschetst van het ontstaan en de ontwikkeling van Groningens school voor teken- en schilderkunst. Verder gaan de twee auteurs nadrukkelijk in op de periode die als Romantiek te boek staat, en in welk kader de positie van de kunstenaar aan de orde komt. Uit de periode van 1824 tot en met 1851 zijn 21 prijswinnende kunstenaars naar voren gehaald, en van elk van hen zijn werken afgebeeld. Het boek is ontstaan op initiatief van de Vereniging van Vrienden van het Museum voor Groninger Geschiedenis.

Profiel Uitgeverij, Van Nooit-Gedacht tot De Toekomst – Sporen van industrieel erfgoed in Oost-Groningen. 112 pag., paperback Bedum, 2001. ISBN 90 294 235 8, € 11,10.

In Oost-Groningen zijn belangrijke monumenten bewaard gebleven: oude fabrieken, stations en directeurswoningen, arbeidersbehuizingen, sluizen, bruggen en andere oudheden uit de industrie. Aan de hand van drie verschillende routes kan men de sporen op de voet volgen. In een recent verschenen boek in het kader van het Regionaal Cultuurplan Oost-Groningen staan voorts tips over toeristische pleisterplaatsen, en met behulp van overzichtskaarten – voor elke route is er een afgedrukt – kan men van tevoren een goede indruk krijgen van al datgene dat er in het kader van dit stukje cultuurgoed te bezichtigen valt. Of het nu gaat om de 48 meter hoge watertoren uit 1938 in Oude Pekela, het stoomgemaal (Museum) uit 1878 te Winschoten, dan wel de schoorsteen van de voormalige klompenfabriek (circa 1914) te Stadskanaal, er wordt korte, overzichtelijke informatie verstrekt.

Kees van der Hoef, Groningen Vaar-wel. 86 foto’s met tekst. Oblong formaat, 90 pag., paperback. Banga Book Productions, Groningen, 2001. ISBN 90 76840 05 9, € 11,50.
Tram en Trolley in Groningen. 83 foto’s met tekst. Omslagontwerp van Christof Beukema. Oblong formaat, 96 pag., gebonden. Profiel Uitgeverij, Bedum, november 2001. ISBN 90 5294 234 X, € 14,95.

Het jaar 2001 is voor Groningen-kenner Kees van der Hoef – hij publiceerde zo’n twintig boeken over de Stad – niet ongemerkt voorbijgegaan. Hij was vaak in het nieuws in verband met nostalgische foto’s van de Stad in het algemeen en van drie thema’s in het bijzonder. Veel van de, soms unieke, foto’s die hij bij Corazon Internationale Reizen heeft geëxposeerd, zouden voor bundeling in aanmerking komen. Uit andere nostalgische illustraties van zijn collectie(s) zijn inmiddels wel twee boeken samengesteld en de afgelopen maanden uitgebracht.
Het eerste gaat over oude vaarwegen in de Stad. In de loop der eeuwen zijn er tal van waterwegen in en om Groningen aangelegd, die voor de scheepvaart van groot belang waren, en daarmee voor meer handel – en dus welvaart – hebben gezorgd. Een eeuw geleden waren er heel wat meer vaarroutes, en dus ook meer bruggen, binnen de stadsgrenzen. In de loop van de twintigste eeuw zijn er veel diepen, vaarten en kanalen gedeeltelijk of zelfs geheel gedempt. Dat heeft ertoe geleid dat het beeld van de Stad Groningen ingrijpend is gewijzigd. Kees van der Hoef heeft 86 verschillende foto’s geselecteerd voor een boek, doch er zijn uiteindelijk 85 in gekomen, omdat de uitgever nogal slordig te werk is gegaan: tweemaal werd dezelfde foto afgedrukt en een andere achterwege gelaten: een prachtfoto van het Stationsplein Groningen in het begin van de jaren zestig. Een karakteristiek stukje Stad, waarvan vrijwel niets meer over is. De voormalige zwaaikom met de botenhuizen in het Verbindingskanaal wordt nu ingenomen door het Groninger Museum, het fraaie plein van anno toen is eveneens verdwenen. Een kille lege vlakte, met grote zwarte tegels, is in de plaats gekomen van een schitterend, geornamenteerd grasveld met een klassieke stationsklok. Het enige dat er van het toonbeeld van rust uit die tijd rest, is het witte Peerd van Ome Loeks. Ook de trolleybus die toen het eindpunt had bij de Wachtkamer voor de bussen ‘naar buiten’, is al ruim drieënhalf decennium uit ons stadsbeeld verdwenen.
Die trolleybus vormt de overgang naar Van der Hoefs tweede boek. In zijn eind november gepresenteerde geesteskind behandelt hij de geschiedenis van Tram en Trolley in de Stad Groningen. Ook hier bieden de ruim tachtig foto’s met informatieve bijschriften een indrukwekkende illustratie van de summiere, inleidende tekst. Net als in het boekje over de vaarwegen had er net iets meer aandacht aan de tekst besteed moeten worden, maar Profiel in Bedum – uitgever van het tram- en trolleyboekje – levert in alle opzichten veel meer kwaliteit.
Groningen was de eerste stad in Nederland en ver daarbuiten die overging tot de aanschaf van trolleybussen nadat was besloten sommige tramlijnen niet te vernieuwen. Dat begon in 1927, nadat wethouder Catz, de directeur van Gemeentewerken en die van het trambedrijf een jaar eerder naar Engeland waren gegaan om te zien hoe aldaar trolleybussen werden geëxploiteerd. Vooral de wethouder – een milieu-activist-avant-la-lettre – bleek een groot voorstander: die bussen waren bijna geruisloos en produceerden geen schadelijke uitlaatgassen. Daarnaast zouden ze goede klanten voor het eigen elektriciteitsbedrijf zijn. Van een Londens bedrijf kreeg men twee maanden twee trolley’s te leen, en een monteur, maar de bovenleiding moest de gemeente zelf betalen. In juni 1927 was het zover en kon er worden proefgereden op het traject Grote Markt-Kraneweg. Na kleine aanpassingen werd de proef uitgebreid met het traject Grote Markt-Meeuwerderweg. Kort daarna werden ze één lijn. Toen de laatste tramlijnen in Groningen – die tussen de beide stations van de Spoorwegen, en tussen de Grote Markt en Helpman – in december 1949 werden opgeheven, werden ook die pendeldiensten vanaf 12 januari 1950 door trolleybussen verreden. Dat stuk vervoersgeschiedenis heeft veel prachtig fotomateriaal opgeleverd, evenals het daaraan voorafgaande deel van het openbaar vervoer in de stad Groningen, en deels daarbuiten: dat per tram. Alleen de zeer sterken qua leeftijd zullen zich het meeste kunnen herinneren.

Trefwoorden