In het kader van het 25-jarig bestaan van Noorderbreedte hebben vijftien bedrijven en overheden beeldend kunstenaars uitgezocht die in opdracht een kunstwerk hebben gemaakt. De kunstwerken en hun makers worden in vier afleveringen van Noorderbreedte besproken.

Zonder titel, John Stoel (Stadskanaal, 1940, opleiding School voor de Fotografie Den Haag, woont en werkt in Haren). Dit werk is aangekocht door het Waterschap Noorderzijlvest.

Fotograaf John Stoel maakt naast toegepast werk voor opdrachtgevers (o.a. Noorderbreedte) ook vrij werk. Dit vrije werk noemt hij ‘observaties onderweg’ en heeft bijna altijd te maken met overgangen tussen landschap en structuur.
Dit werk is een onderdeel van een drieluik over land en water. De kunstenaar is hierbij uitgegaan van landschappelijke elementen die met het waterschap te maken hebben, zoals stromend water, sloten en de structuur van aarde. De opnames zijn gemaakt in het Herinrichtingsgebied van de Veenkoloniën langs de Kielsterachterweg, het waddengebied en het Hogeland.
John Stoel exposeert zeer regelmatig in binnen- en buitenland voor zowel solo- als groepstentoonstellingen.

Zonder titel, Benoît van Innes (Brugge, 1960, opleiding St.-Lucas Instituut Gent, afdeling Schilderkunst,woont en werkt in Brussel). Dit werk is aangekocht door Team 4 Architecten te Groningen.

De Belgische kunstenaar Benoît heeft twee voorstudies gemaakt en in goed overleg met het architectenbureau gekozen voor een man in de natuur tussen de rotsen. Hij wil daarbij de verbeelding van de waarnemer van zijn kunstwerk de vrije loop geven. Je kunt zeggen dat de man de ruimte ordent, maar even goed kan het zijn dat de man de steen mee naar huis neemt. Hij is bezig met de natuur. Dit werk past goed in het andere werk van Benoît van Innes. In 1992 en 1993 heeft hij de omslagen voor Noorderbreedte gemaakt en dit werk had er een van kunnen zijn. Tegenwoordig maakt hij ook monumentale werken. Zo maakte hij een tegelwand van tweehonderd vierkante meter op een metrostation in Brussel. Tijdens de manifestatie Brugge, culturele hoofdstad van Europa 2002 heeft hij de buitenkant van een voetbalstadion verrijkt met een tegeltableau.

Jennifer, Alexandra Rouppe van der Voort (‘s-Hertogenbosch, 1968, opleiding aan Academie Minerva en Sandberg Instituut, autonome afdeling). Het werk is aangekocht door het Academisch Ziekenhuis Groningen.

Het werk van Alexandra Rouppe van der Voort heeft een sterk intuïtief en autobiografisch karakter. Jennifer is de tweede foto uit een serie portretten van mensen met Diastrofische Dysplasie, een vorm van klein-zijn die de kunstenares zelf ook heeft. Met de serie, die gedurende haar leven voortdurend verder uitgebouwd zal worden, wil Alexandra de schoonheid laten zien van lichamen die niet aan de standaardnormen van de maatschappij voldoen. Dit niet-eindigende project is voor de kunstenares ook een persoonlijk belangrijk: ‘Ik blijf tenslotte mijn hele leven in dit lichaam.’
Gezichten, lichamen en transformaties daarvan vormen al jarenlang een belangrijk element in haar werk. Ze probeerde onder meer bij Madame Tussauds in London wassen beelden ’tot leven’ te brengen, schilderde gezichten op gezichten en beschilderde haar eigen lichaam en gezicht met haar innerlijke emoties. In de loop der jaren heeft haar werk zich ontwikkeld en verbreed. Naast het werken met meer theatrale effecten is er ruimte gekomen voor de mens zonder opsmuk. Jennifer en het daaraan voorafgaande Levensgroot getuigen daarvan.
Het eerstvolgende grote project van Alexandra Rouppe van der Voort heeft de liefde als onderwerp.

Stilleven, Remco Posthuma (Breda, 1975, opleiding aan de Rietveld Academie en het Sandberg Instituut). De kunstenaar woont en werkt in Amsterdam. Het werk is aangekocht door de Provincie Groningen.

Het porseleinen reliëf is ruim vijf meter groot en is het eerste werk van de kunstenaar in de openbare ruimte; alle eerdere objecten zijn in particulier bezit. Vóór zijn kunstenaarsopleiding werkte Remco Posthuma zes jaar als tuinman. Het inrichten van buitenruimtes met verschillende lagen en dimensies vertaalde zich na zijn studie in ruimtelijk werk dat veelal geïnspireerd is op landschap en natuur. Zo verwijst Stilleven naar oude craquelé schilderijen met jachttaferelen, waarbij buitgemaakte vogels en hazen hangend worden meegenomen. Inmiddels ontwikkelt zijn werk zich van ruimtelijk werk en beelden naar het platte vlak. Posthuma bewerkt met de computer panoramische beelden van door de mens gemanipuleerde natuur, zodat een soort fictieve wereld ontstaat. Maar ook de industriële omgeving fascineert hem, juist als contrast met de omringende natuurlijke omgeving. ‘Een kunstenaar is als een zeef’, vindt de kunstenaar. ‘Er gaat heel veel in en er komt iets uit dat op een unieke manier is gestructureerd.’

Trefwoorden