In Noord-Nederland vinden we aan de oppervlakte een grote diversiteit aan bodemtypen. In deze serie wordt telkens een bodemprofiel of -fenomeen getoond en besproken, afkomstig uit de drie noordelijke provincies. Als u zelf een fraai bodemprofiel aantreft, bijvoorbeeld bij het graven van een sloot of bij het uitgraven van een plaats voor een nieuwbouwwoning, bericht dat dan aan de redactie van Noorderbreedte. Redacteur Gerrie Koopman neemt dan contact met u op.

Ten noordoosten van de stad Groningen ligt het dorp Thesinge. Ooit stond in Thesinge een kloostercomplex dat nagenoeg even groot was als de kom van het huidige Thesinge. Nu is alleen een deel van het koor van de kruiskerk bewaard gebleven. In augustus 2002, voorafgaand aan de aanleg van riolering, is een archeologische opgraving uitgevoerd in het centrum van Thesinge aan de Kapelstraat, waar eens de kruiskerk stond. Uit vooronderzoek bleek dat het bodemarchief hier nog intact was, waardoor er nog resten van het Benedictinessen klooster Germania uit de dertiende eeuw aangetroffen konden worden en mogelijk nog sporen van een oudere bouwfase.

Bodemarchief

Tijdens een archeologisch onderzoek wordt altijd het bodemprofiel gedocumenteerd. Vele gebeurtenissen hebben namelijk hun sporen in de bodem achtergelaten, waaruit de oudste geschiedenis van ons land valt af te lezen. Een bodemprofiel is daarom belangrijk voor een archeologisch onderzoek. Voor het vaststellen van de volgorde van ouderdom kunnen we gebruikmaken van het bodemprofiel. De oudste laag ligt onder, de jongste boven. Tussen de natuurlijke lagen vinden we woonlagen, afvallagen, akkerland en tal van andere sporen van de mens. Zo hebben we in Thesinge ook het bodemprofiel gedocumenteerd, waarvan hiernaast een uitsnede zichtbaar is.

Cannabis in de klei

In de opbouw van de lagen, gezien van onder naar boven en dus van oud naar nieuw, bevindt zich onder in het profiel een blauwgrijze matig zware kleilaag. Deze laag wordt vaak met de naam ‘oude kwelderklei’ aangeduid, omdat het in de eerste fase van de zogenoemde Duinkerke-transgressieperiode (circa 900-700 v.Chr.) is gevormd. In die periode, toen de zee tot aan Thesinge kon komen, werd deze laag klei afgezet, door de invloed van eb en vloed afwisselend in een zout, brak of zoet milieu. Met humus gevulde wortelgangen hebben in deze klei een zwart vlekkenpatroon veroorzaakt.
Boven de onderste kleilaag ligt een heel dun laagje humeuze klei met rietresten. Deze werd gevormd rond 700 v. Chr. In die periode werden de kwelderwallen aan de kust zo hoog dat ze gingen fungeren als natuurlijke dijken. Doordat het land niet goed meer afwaterde, kon in een drassige omgeving bij het huidige Thesinge riet gaan groeien. Ook deed de zee nog steeds zijn invloed gelden, wat tot uiting komt in twee dunne door de zee afgezette laagjes klei. In het bovenste laagje zijn bij het archeologisch onderzoek resten van cannabis, vlier en waterplanten aangetroffen. Cannabis werd door de vroegere bewoners in de omgeving van deze regio verbouwd voor het maken van touw.
Op deze dunne laagjes bevindt zich een veenlaag van ongeveer 40 cm dik. Het bovenste gedeelte is veraard (omgezet tot humus) en daarom donkerder van kleur. De invloed van de zee werd kleiner en in een moerassige omgeving kwam eerst door riet en later ook door andere plantensoorten de veenvorming goed op gang. Oorspronkelijk is dit veenpakket ongeveer twee meter dik geweest. Door veenwinning, maar ook door oxidatie, humusvorming en inklinking is de huidige dikte overgebleven.
In de late Middeleeuwen, toen er een aanvang werd gemaakt met de ontginning van de moerassige, met kreupelhout begroeide kweldervlakte, werd dit gebied in gebruik genomen door kloosterlingen. Ze hoogden het veen op met een kleilaag om zo meer stevigheid te krijgen. Dit is de eerste grondverbetering, die in het profiel zichtbaar is als een grijze klei met fosfaatvlekjes boven op de veenlaag.
In de dertiende eeuw werd de eerste bewoning vervangen door een nieuw kloostercomplex. Het kloosterterrein werd opgehoogd met opnieuw een laag klei. De kruiskerk en andere gebouwen werden op het terrein gebouwd.
Het kloostercomplex is in 1584 grotendeels verwoest en in 1786 werd de kloosterkerk op de koorpartij na tot de grond toe afgebroken. Ten tijde van de afbraak van het kloostercomplex en de periode daarop volgend, is door de bewoners de laatste afdekkende laag van donkergrijze zandige klei met veel puin aangebracht waarop nu het dorp Thesinge is gebouwd.

De auteur is projectleider bij het archeologisch bureau ARC (Archeological Research & Consultancy)