Je bent jong en je wilt wat. Nu kun je van Academie Minerva een boel zeggen, maar niet dat ze jong is. Met de respectabele leeftijd van ruim 200 jaar is het een dame op leeftijd. Maar mooi oud is niet lelijk, zeker niet als het gepaard gaat met de wil tot voortdurend blijven zoeken naar vernieuwing. Zoals bij de afdeling Theatervormgeving. Een jonkie tussen de traditionele afdelingen, maar wel een eigenzinnig drammertje dat al een mooie traditie heeft opgebouwd. Of zoals Petri Leijdekkers, jaren directeur van de Academie voor Beeldende Kunst en Bouwkunst Academie Minerva en nu directeur van de het Frank Mohr Instituut, het zegt: ‘Ik durf te beweren dat wij een laboratorium zijn geweest en nog zijn waar het locatietheater voor Noord-Nederland een belangrijke stimulans heeft gekregen.’

In de eerste plaats was daar in de jaren zestig Karl Pelgrom. De relatie tussen kunst en samenleving was een belangrijk issue dat tijdens zijn periode als docent bij Minerva al aanwezig was maar deze werd pas echt tot uitvoering gebracht nadat hij in 1968 was ontslagen en in Finsterwolde het Instituut voor Creatieve Werkers oprichtte.Samen met studenten stichtte Pelgrom een creatieve communie waarin ze een soort beeldend totaaltheater creëerden: de Interieurs Anoniem. Dode dingen, zoals tafels en stoelen en kranten werden weggenomen uit de samenleving en tot leven gebracht. Weer teruggehaald door de academieraad in 1971, ging hij samen met studenten verder in zijn werkplaats, waarbij het theater een steeds groter aandeel kreeg. ‘Automatisch kwam theater op die manier bij Minerva binnen…

Trefwoorden