De Slachtedijk is een binnendijk van 42 kilometer lang die een slingerend lint vormt in Noordwest-Friesland. Het is een cultuurhistorisch landschapsmonument en daarom heeft It Fryske Gea in 2000 het beheer overgenomen van het waterschap.

Sinds de grote manifestatie Simmer 2000 is de Slachtedijk in het collectieve geheugen van de Friezen gegrift. Toen werd over de dijk een feestelijke marathon gelopen door zo’n tienduizend atleten en wandelaars. De ‘Slachte’ was tevens een cultuurhistorisch podium voor artiesten, musici en theatergroepen: locatietheater pur sang. In 2004 is weer een Slachtemarathon georganiseerd en de volgende zal plaatsvinden in 2008.
Het monumentale dijkcomplex is gelegen in het terpengebied van Westergo en loopt van Oosterbierum aan de Waddenzee naar het zuiden, vanaf Achlum naar het zuidoosten en vanaf Hidaard in oostelijke richting naar Jongemastate, ten noorden van Raerd, een dorp gelegen aan de oever van de vroegere Middelzee, halverwege Leeuwarden en Sneek.
De Slachtedijk is een aaneenschakeling van vroegere grillig verlopende polderdijkjes. Doordat deze dijkjes, die vaak het land van een dorp of een aantal dorpen omsloten, loopt de Slachtedijk nooit door een dorpskom, maar altijd er omheen, behalve in Achlum.
Het is nog een open vraag wanneer de gezamenlijke polderdijkjes aaneen gesmeed werden tot de Slachtedijk. Volgens de ene visie was dat het geval rond 1300, toen de Slachte al geen zeewerende dijk meer was doordat de dijken bij Harlingen en Makkum die functie hadden overgenomen. Aangezien de eigenaren van de landinwaarts gelegen gronden het niet eens konden worden over de verdeling van de lasten van het dijkonderhoud langs de zee, legden zij liever een eigen binnendijk aan.
Een andere visie is dat de Slachtedijk rond 1500 is ontstaan. Sinds de hertogen van Saksen het bewind over Friesland in handen kregen, werd een actief beleid gevoerd op het terrein van de waterstaat. Niet alleen werd het Bildt bedijkt (het laatste deel van de Middelzee), ook het onderhoud van de zeewering werd ter hand genomen en de Slachte zou daarvan een onderdeel vormen. Een ander argument voor deze opvatting is dat pas na 1500 in officiële stukken gesproken wordt over de Slachtedijk.

Dijkdoorbraken

Het is nu moeilijk voor te stellen dat de Slachte een zeewerende dijk is geweest. Toch is het in de zestiende en zeventiende eeuw regelmatig voorgekomen dat het water voor de dijk stond. Zo braken in 1610 de dijken tussen Workum en Stavoren door en stroomde het gehele gebied in het zuidwesten van Friesland onder water. De Slachte keerde toen de vloed, maar de inwoners van de zuidelijk gelegen gebieden dreigden de dijk door te steken om op die manier hun overtollige water te lozen. Het dijksbestuur mobiliseerde een gewapende macht om dit te voorkomen.
Tot in de twintigste eeuw is de dijk een officiële noodwaterkering – een slaper – gebleven. In 1995 besloot het Wetterskip Fryslân deze eeuwenoude functie op te heffen, omdat in 1975 in het kader van het Deltaplan alle Friese dijken op een hoogte van 8 meter boven NAP gebracht waren en de hoogte van de Slachtedijk slechts 1, 60 meter bedraagt.

Bouwhoek en Greidhoek

De Slachtedijk loopt door twee typisch Friese landschappen: de Bouwhoek en de Greidhoek. De Bouwhoek is een zeekleigebied waar de akkerbouw (vooral de teelt van pootaardappelen) overheerst. Daarnaast is er veeteelt en tuinbouw in kassen. De Bouwhoek strekt zich uit langs de Friese wadkant vanaf Witmarsum naar het Lauwersmeergebied. Ten zuiden daarvan, tussen Leeuwarden, Franeker, Bolsward en Sneek, ligt de Greidhoek. ‘Greide’ is het Friese woord voor weiland. Door de zware zeeklei is hier geen akkerbouw mogelijk; vandaar de vele veeteeltbedrijven.
Het overgrote deel van de Slachtedijk is verhard. Er zijn drie onverharde ‘groene dijken’. Deze liggen tussen Getswerdersyl en Kiestersyl (2,5 km), ten zuiden van Achlum (3 km) en ten zuiden van Boazum (1,5 km).
Een wandeling over de Slachtedijk is een ware belevenis. Je passeert behalve Achlum geen enkel dorp en kijkt uit over de weidse omgeving. Je passeert sluisjes en wegen, je loopt langs dijkvaarten en sloten en ziet talloze terpdorpjes, vaak met hun afschuwelijke witte schimmel. De kop-hals-romp- en stelpboerderijen zijn een lust voor het oog. De dijk meandert door het landschap dat op een wel heel speciale manier door windmolens wordt geaccentueerd.
De Slachtedijk is bijna overal een openbare weg en dus vrij toegankelijk. De brede kanalen, de snelwegen en de spoorlijnen zijn ‘klúnplaatsen’. Daar moet men omlopen of omfietsen, behalve bij Wommels, waar ten behoeve van de Slachtemarathon in 2000 een fraaie boogbrug is gebouwd over de weg van Leeuwarden naar Bolsward.
De foto is genomen in zuidelijke richting. De boerderij in het midden heet Swarte Beien en ligt ten noordwesten van Wommels. De boerderij links boven heet Belta State.

De meeste gegevens voor dit artikel komen uit het boek De Slachte van Ultsje Hosper, Peter Karstkarel en Siem van der Woude, Friese Pers Boekerij, Leeuwarden, 2001.