De belangstelling voor duurzaam bouwen trekt aan. De noordelijke provincies maken zich er op verschillende manieren sterk voor.

De Slimste Woning is een initiatief van de Stichting Smart Homes in Eindhoven, het Nationale Kenniscentrum voor Domotica en Slim Wonen. We vroegen Douwe Keegstra (Dongeradeel) hoe de Slimste Woning in Dokkum terecht is gekomen. ‘Het komt voort uit een al jaren bestaande samenwerking tussen de gemeente, de woningcorporatie en energiebedrijf Eneco. We zijn blij dat het gelukt is de Slimste Woning naar Dokkum te halen. Het is enorm succesvol: er worden gemiddeld zes excursies per week gegeven. Dit is veel, ook in vergelijking met de plaatsen waar de woning eerder heeft gestaan. Het project wordt daarom mogelijk verlengd. Bovendien is er kort geleden naast de Slimste Woning een zorgwoning gebouwd.’ Dit is een mantelzorgwoning die eenvoudig kan worden geplaatst om hulpbehoevende familieleden dicht bij huis te kunnen verzorgen. Als de zorg niet meer nodig is, kan deze moderne ‘aanleunwoning’ snel worden afgebroken en bij andere mantelzorgers worden geplaatst.
Zowel de woning als de zorgwoning zijn gebouwd volgens het IFD-principe: Industrieel Flexibel en Demontabel bouwen. Dit betekent dat de woning eenvoudig te verplaatsen is (het afbreken en opbouwen van de Slimste Woning duurde slechts twee dagen) en ook eenvoudig is aan te passen aan de leefsituatie. Het huis is bovendien ‘slim’ door de toepassing van duurzame materialen en energiebesparende mogelijkheden. Daarnaast is veel aandacht voor comfort. Hierbij is de term ‘domotica’ belangrijk: elektronische communicatie tussen allerlei elektrische toepassingen in de woning. Dankzij domotica kunnen ouderen en gehandicapten langer zelfstandig wonen. Dit is niet alleen voor hen en hun omgeving plezierig, maar draagt ook bij aan het leefbaar houden van het platteland.

Comfort en gezondheid

Domotica, IFD: er lijkt sprake te zijn van een nieuwe trend. Aan Paul Tameling van het Informatiepunt Duurzaam Bouwen de vraag of dat inderdaad zo is. Terugkijkend op de afgelopen jaren ziet hij veel duurzame initiatieven in de drie noordelijke provincies. Deze hebben elk hun eigen accent. Zo profileert Friesland zich sterk in de ontwikkeling van biobrandstof. In Groningen is op dit moment veel aandacht voor het verlagen van het energieverbruik in bestaande woningen. In Drenthe is er in 2002 een nieuw en ambitieus duurzaamheidsconvenant afgesloten met de gemeentes. Dit heeft er onder meer toe geleid dat verschillende gemeentes in Drenthe een eigen subsidieregeling voor duurzaam bouwen hanteren. Ondanks deze positieve ontwikkelingen was de belangstelling voor duurzaam bouwen twee à drie jaar geleden naar een dieptepunt gedaald. Dit had alles te maken met een imagoprobleem: duurzaam stond voor suf en vooral duur. Het Adverium in Drachten was hier slachtoffer van. Dit prestigieuze bedrijfsverzamelgebouw aan de A7 was in 1999 in eerste instantie gebouwd als centrum voor duurzaam bouwen en wonen. ‘Het was op zich een goed initiatief, maar is marketingtechnisch helemaal verkeerd aangepakt’, aldus Tameling.
De Slimste Woning blijkt inderdaad symbool te staan voor het nieuwe imago van duurzaam bouwen. Volgens Tameling is er een duidelijke trendbreuk. ‘Een aantal jaren geleden draaide het vooral om duurzaam materiaalgebruik, nu is er steeds meer aandacht voor energiebesparing en gezondheid. Dit zijn onderwerpen die zowel de projectontwikkelaars als de consument aanspreken.’ Energiebesparing is natuurlijk zeer aantrekkelijk met de sterk gestegen energieprijzen. Daarnaast is de zogeheten EPC-norm voor nieuwbouwwoningen per 1 januari verlaagd van 1,0 naar 0,8 (EPC staat voor Energie Prestatie Coëfficiënt). Dit dwingt bouwers om zich te gaan verdiepen in duurzame energiesystemen (zoals de warmtepomp). En dat is te merken bij het IP Dubo in Groningen. ‘Studiedagen die wij hierover organiseren, zijn snel volgeboekt. Er is duidelijk een grote behoefte aan informatie, vooral over de toepassing van nieuwe technieken. De techniek loopt op dit moment duidelijk voor op de implementatie’, aldus Tameling. Als voorbeeld van innovatie in de bouwwereld noemt hij het bedrijf De Mar in Grou (Fr.), actief in de houtskeletbouw. Het past allerlei isolatiemaatregelen toe waarmee veel energiebesparing kan worden bereikt. Ook is het al voorbereid op het IFD-bouwen dat ook in de Slimste Woning is toegepast.
Naast energiebesparing weet ook het gezondheidsaspect bouwers en consumenten te boeien. Steeds meer mensen lijden aan astma en allergieën. Het binnenklimaat is daarbij vaak de boosdoener. Veel huizen zijn te goed geïsoleerd, waardoor de lucht te vochtig wordt. Het tv-spotje van het ministerie van VROM vertelt ons dan ook dat ons huis ‘de hele dag moet ademhalen’, met andere woorden: raam open! Maar gaat daarmee ook niet de warmte verloren? ‘De werkelijkheid is dat vochtige lucht veel moeilijker te verwarmen is dan droge lucht. Goed ventileren levert dus juist energiebesparing op’, aldus Tameling.
Douwe Keegstra vindt dat bouwers nog onvoldoende in de gaten hebben hoe ze de voordelen van duurzaam bouwen (energiebesparing en gezondheid) in de markt moeten zetten. ‘De denkomslag moet in de eerste plaats gebeuren bij de lokale bouwers. Die moeten inzien dat duurzaam niet altijd veel duurder hoeft te zijn. Daarnaast moeten ook corporaties worden overgehaald om bij nieuwbouw te investeren in dubo. Er zijn genoeg relatief eenvoudige methodes. Denk maar aan de plaats van de badkamer ten opzichte van de keuken. Als die dicht bij elkaar liggen, is er minimaal warmteverlies via de waterleidingen. Bouwers en architecten, maar ook de kopers zijn zich nog te weinig bewust van dit soort eenvoudige trucjes.’

Energierekening

Het Informatiepunt Duurzaam Bouwen wil zich de komende jaren meer gaan richten op verbetering van de bestaande bouw. Tameling: ‘Je moet beseffen dat sommige oudere woningen een EPC van 5 of 6 of nog hoger hebben, terwijl de norm voor nieuwbouwwoningen 0,8 is. Hier is dus nog een enorme winst te behalen. Het verlagen van 0,8 naar 0,6 kost veel meer inspanning dan het verlagen van 6 naar 3. Met relatief eenvoudige ingrepen zoals isolatie van de kruipruimte, isolatie van het dak, aanbrengen van dubbel glas en het installeren van nieuwe geïsoleerde ketels, valt dit al te bereiken.’
Ligt hier niet een taak voor de woningcorporaties? Zij hebben immers een grote voorraad aan woningen uit de jaren vijftig en zestig. Veel van deze wijken worden momenteel geherstructureerd.
‘Volgens de Europese richtlijn moet bestaande bouw ook een energielabel krijgen (EPBD). Helaas is de invoering daarvan uitgesteld, omdat men grote problemen voor de corporaties voorzag. Dat vind ik heel jammer, want dit is nou eindelijk eens een goede maatregel. Het zou voor de consument een verlaging van de energierekening betekenen, maar dat is politiek blijkbaar niet interessant genoeg.’
Keegstra (Dongeradeel) vindt het wel begrijpelijk dat de corporaties niet graag investeren in oudbouw. ‘Veel van die woningen staan toch al op de nominatie voor sloop. Nieuwbouw kan direct veel energiezuiniger.’ Dit gebeurde bijvoorbeeld in de Vegelinbuurt in Leeuwarden, waar de oude volksbuurt plaatsmaakte voor 106 energiezuinige nieuwbouwwoningen met een EPC van rond de 0,5. Toch is ook duurzame renovatie van oudbouw wel degelijk mogelijk. Zo werden in Hoogeveen (Dr.), dankzij samenwerking tussen gemeente en corporatie, 126 woningen in de wijk Krakeel duurzaam gerenoveerd. Hierbij werd de CO2-uitstoot met 68 procent gereduceerd.

Duurzame stedenbouw

Het informatiepunt heeft een duidelijke ambitie voor Noord-Nederland. Tameling: ‘We hebben het initiatief genomen om het beleid van de drie noordelijke provincies op één lijn te krijgen. We vinden het belangrijk dat er duidelijkheid is richting particulieren en ontwikkelaars: zo doen we het in het Noorden. Wij streven daarnaast naar een centrum voor duurzaamheid, centraal gelegen in Noord-Nederland. Dit centrum zou zich op zowel ontwikkelaars als particulieren moeten richten. Hier willen we alle aspecten van duurzaamheid aan bod laten komen. Zo kun je stimuleren dat projecten meer integraal worden aangepakt. Vaak is er te weinig oog voor het totaalconcept van duurzaamheid. Dit is ook moeilijker te realiseren als je slechts een enkel huis of blok ontwikkelt. Daarom verleggen wij de aandacht naar duurzame stedenbouw. In grotere projecten kun je op wijkniveau duurzaamheid creëren. Vooral op het gebied van waterverbruik valt er dan veel te winnen. Een goed voorbeeld hiervan is het project Oostergast in Zuidhorn (Gr.). De bouw van deze woonwijk start dit jaar en is een voorbeeld voor andere gemeenten in Noord-Nederland.’ In Groningen lopen onder de naam Energy Valley momenteel verschillende duurzame projecten, waaronder het grootschalige uitbreidingsplan Meerstad bij de stad Groningen, waar onder andere gebruik zal worden gemaakt van de ligging op een aardwarmtebron.
Op een wat kleinere schaal is het initiatief De Duurzame Landbouwschuur van het IP Dubo interessant. Dit project had ten doel duurzaam bouwen in de Groninger landbouw te introduceren als tegenwicht tegen de ontsierende moderne schurenbouw, en werd in 2005 afgesloten met het boekje Bouwen in het Paradijs. In 2006 start met steun van de provincie Friesland het project De Friese Streekeigen Dubo-woning. Keegstra: ‘Een architect gaat woningen ontwerpen die passen bij de Friese dorpsranden en herstructureringen. De woningen moeten duurzaam zijn en zich tegelijkertijd aanpassen aan het landschap en aan het karakter van de bestaande bebouwing. Hiermee willen we de door velen verafschuwde ‘witte schimmel’ bestrijden. Het onderzoek past daarmee heel mooi in het provinciale streekplan. Einddoel van het project is een boek waarin voorbeelden worden gepresenteerd waar men in Friesland mee kan werken. De vraag wat ‘streekeigen’ precies is, hopen we in de loop van dit project te beantwoorden.’

Meer informatie is te vinden op:
www.smart-homes.nl
www.ipdubo.nl
www.dubo.drenthe.nl
www.energyvalley.nl