Laaxum staat bekend als ‘het kleinste vissersdorpje van Europa’. In 1925 startte de bouw van de visafslag en rokerij, ook wel ‘de Hang’ genoemd.

Laaxum staat bekend als ‘het kleinste vissersdorpje van Europa’. Het ligt even voorbij de bossen van het Friese Gaasterland, genesteld tegen de oude Zuiderzeedijk tussen Lemmer en Stavoren. Bij helder weer kun je Urk aan de overkant zien liggen.
Al in veertiende-eeuwse bronnen wordt Laaxum genoemd. De bloeiperiode van het plaatsje lag echter in het begin van de twintigste eeuw. Er woonden toen ongeveer honderd mensen in zestien huizen en twee boerderijen. In 1912 werd een haventje aangelegd, waar op hoogtijdagen wel twintig Staverse Jollen lagen. Met deze kleine platbodems viste men voornamelijk op haring en ansjovis. De ansjovis werd gezouten, de haring gerookt. In 1925 volgde de bouw van de visafslag en rokerij, ook wel ‘de Hang’ genoemd.

Telefoon

Yke de Vries, op negentigjarige leeftijd nog steeds actief in de visserij samen met zijn zoons, kan zich de bouw van de Hang nog goed herinneren. Het was een mooi gebouwtje, waarvan vooral de witte kalkzandsteen en het strakke voegwerk indruk op hem maakten. De Hang bracht nog iets nieuws in Laaxum: een telefoon. Tot die tijd moest men met de fiets naar het nabijgelegen Warns om te telefoneren.
Met de aanleg van de Afsluitdijk veranderde er veel voor de vissersdorpen rond de Zuiderzee. Yke de Vries was toen vijftien jaar. ‘Het was de vissers, onder wie mijn vader, een doorn in het oog. Maar voor mij bracht de dijk een kans: ik mocht naar de Ambachtsschool in Sneek om voor timmerman te leren.’ Jarenlang oefende hij dit vak uit in Stavoren, maar na de dood van zijn vader keerde hij terug naar Laaxum, waar hij samen met zijn broer nog veertien jaar gevist heeft.
Na de aanleg van de Afsluitdijk kende het IJsselmeer aanvankelijk een explosie aan snoekbaars, waar de Laaxumer vissers goed op in wisten te spelen. Maar door overbevissing raakte het meer langzamerhand leeg.

Laatste vissers

In Laaxum is het rustig geworden. Er staan nog elf huizen en één boerderij. In de haven ligt nog één Staverse Jol. Vlakbij staan picknickbanken en een informatiebord. Enkele toeristen genieten van het weidse uitzicht en eten een visje bij de snackbar in het oude vissershuisje naast de haven. Met de Hang gaat het niet goed. Tussen het voegwerk, dat overigens nog altijd piekfijn in orde is, is de witte kalkzandsteen uitgesleten. Stutten moeten voorkomen dat de muren ineenzakken. Wonderlijk genoeg lekt het gebouw niet. Tussen de stapels oude kistjes ruikt het nog naar vis en hangen de netten van vader en zoons De Vries. Zij zouden wel eens de laatste Laaxumer vissers kunnen zijn.