De Drentse gemeente De Wolden wil het plattelandstoerisme versterken. Agrariërs in die gemeente zijn op zoek naar neveninkomsten. Wat is er logischer dan dat deze twee partijen samen actie ondernemen? In De Wolden à la carte hebben ze elkaar gevonden.

De gemeente De Wolden is een plattelandsgemeente in Zuidwest-Drenthe tussen Meppel en Hoogeveen en heeft een oppervlakte van 22.700 hectare en telt 17 kernen met samen zo’n 24.000 inwoners. De voornaamste economische dragers zijn landbouw, recreatie en toerisme, met daarnaast kleinschalige industrie, nijverheid en detailhandel. Toerisme en recreatie is een speerpunt van gemeente De Wolden. Het levert arbeidsplaatsen en inkomsten op en zorgt voor leven in de zeventien dorpen en bijbehorende buurtschappen. Natuurlijk, grote bedrijven aantrekken is ook een mogelijkheid, maar daar ziet de gemeente geen been in. ‘Toerisme en recreatie is een heel sterke sector,’ zegt Willem Visser, coördinator Ruimtelijke Ordening bij de gemeente. ‘Zo’n 150 bedrijven houden zich hier al mee bezig.’ Wanneer de gemeente, een aantal jaren geleden, broedt op nieuwe ontwikkelingen, vallen een aantal dingen samen. Ten eerste liggen de resultaten op tafel van een onderzoek dat de Universiteit van Wageningen naar plattelandsgemeenten heeft gehouden. Daarin komt naar voren dat tweederde deel van de landbouwers zich wil verbreden en op zoek is naar een andere inkomstenbron. Ten tweede klopt op dat moment het ‘Rondje Ruinerwold’ bij Visser aan: ze willen wel meer draagvlak. In Ruinerwold organiseren recreatieondernemers al verschillende malen het jaarlijkse ‘Kerstrondje’. Bezoekers kunnen een toertje langs de deelnemende bedrijven maken, zoals een museum, een antiekzaak en een hoefsmid, die allemaal tegelijkertijd de deuren hebben opengezet. Visser: ‘Het was duidelijk. De boeren wilden wat, de gemeente wilde toerisme versterken: we zouden gaan samenwerken.’ De werkgroep ‘Rondje de Wolden’ ziet het levenslicht.

Arrangement boeken via website

Er blijken rond de honderd kleinschalige attracties in het gebied te vinden te zijn. Afzonderlijk zijn ze als attractie te klein, maar samen groot genoeg om het voor de toerist aantrekkelijk te maken. Punt is dat veel ondernemers elkaar niet kennen. Het doel was om ze met elkaar te laten kennismaken om samen goede zaken te doen. Dat elkaar leren kennen lukt. Ook de samenwerking gaat goed. ‘Het resulteert in een stichting om de samenwerking voort te zetten. Maar het is niet voldoende. Toen kwam de website in beeld,’ vervolgt Visser. ‘Het idee was om een samenstel-arrangement via de website te boeken. De bezoeker kan met enkele muisklikken zijn eigen dagprogramma samenstellen, kan ook zien welke bedrijven geopend zijn of niet.’ Het aanbod is zeer divers, en varieert van een geitenhouderij, een biologisch landbouwbedrijf en een forellenvisvijver tot een draaiorgelmuseum, tingieterij en een plaggenhut. Onder de deelnemers zijn veel campings, hotels en bed & breakfasts te vinden, net als veel horecagelegenheden. Om de website gestalte te geven is de Leaderbijdrage van groot belang. Het gehele project is begroot op 100.000 euro. De gemeentelijke bijdrage is 25.000 euro, de provincie betaalt 10.000 euro mee en vanuit LEADER+ wordt 35.000 euro op de rekening bijgeschreven. Voor de resterende 30.000 euro koopt een bedrijf zich in op de website. ‘Het geld wordt aan meer dingen besteed dan alleen het maken van de website,’ verklaart Visser. ‘Denk aan reclame en aan voorlichting geven aan de ondernemers. Sommigen moesten nog wegwijs worden op internet. Ook moet de website onderhouden worden.’ In mei 2007 gaat de website de lucht in.

Proef de Wolden

Het idee is goed, de samenwerking tussen de deelnemende bedrijven loopt uitstekend, maar de uitvoering kan nog verfijnd worden. Een tekst op de website zetten, is één ding. Deze actueel houden is een tweede. ‘De gedachte ‘ Het kost niks, dus ik hoef er ook niks voor te doen,’ speelt mee,’ erkent Visser. ‘De gemeente regelt het immers wel? Maar de gemeente blijft natuurlijk niet altijd alles voor ze doen.’ Ook blijken ondernemers het lastig te vinden om prijzen te vermelden. ‘De website trok veel bezoekers, maar dat resulteerde in weinig boekingen.’ Punt van aandacht dus. De samenwerking levert wel het idee op om de Letterboxen op de website aan te bieden, wandel- en fietsroutes waarmee groepen met behulp van cryptische omschrijvingen de weg moeten zoeken. In verschillende dorpen is zo’n rondje te maken, maar je kunt ook van dorp naar dorp gaan. Ook worden via de website combinatiearrangementen aangeboden, zoals ‘Proef de Wolden’, waarbij bezoekers langs wijnproeverijen en theetuinen geleid worden. Er zijn rondjes langs musea en galerieën, langs historische boerderijen en monumenten en een ander arrangement biedt een wandel- en ruitervakantie aan. Visser is tevreden over de resultaten. Hij begrijpt dat sommigen hun vraagtekens zetten bij de vraag of dit wel een taak van de gemeente is. ‘We zijn een plattelandsgemeente, met agrariërs, wat detailhandel, wat bedrijven en verder recreatie en toerisme. Dit is wel een manier om het platteland in beweging te krijgen. Daarom is het belangrijk dat de gemeente zich ermee bemoeit. Wij willen bedrijvigheid houden. Als wij een levendige gemeente kunnen stimuleren, doen we dat graag.’

De lucifer om het vuurtje aan te steken

Als coördinator bij de gemeente zit Visser dicht bij het vuur en weet hij vanzelfsprekend van het bestaan van LEADER+ af. ‘Het is mijn vak,’ zegt hij. ‘Ik ben een intermediair tussen de burgers en de subsidiepoorten. Ik kan bekijken hoe we plannen kunnen plooien om voor subsidie in aanmerking te komen. LEADER+ zorgt voor ongeveer eenderde deel van het bedrag. Het is een aanjager. De provincie en de gemeente moeten daarbij het plan ook subsidiëren. Maar het Leadergeld trekt andere subsidiegevers wel sneller over de streep.’ Visser denkt dat het project gehonoreerd is omdat het een project van onderaf is. ‘Het mooie hiervan is dat het vanuit de ondernemers ontstaan is. De gemeente heeft niemand wat opgedragen.’ Ook het verbinden van bestaande initiatieven, in plaats van iets nieuws op poten zetten, is een sterke troef. Zonder LEADER+ was dit project niet gelukt, daarvan is Visser overtuigd. ‘Het was de lucifer om het vuurtje aan te steken.’
De website draait, de ondernemers zijn aan elkaar gekoppeld, einde van een succesverhaal?
‘Het heeft nog wat ontwikkeling nodig,’ erkent Visser. ‘Vooral de promotie kan nog wat aandacht gebruiken. We zijn te onopvallend, hier in het Noorden. Drenthe is al lang te bescheiden geweest, we hebben te veel achterover geleund waardoor je toeristen naar Twente en Zeeland zag verdwijnen. We hebben nu 550.000 overnachtingen per jaar in De Wolden. Dat mogen er straks wel 700.000 zijn. Het Dwingelderveld, dat net buiten onze gemeente ligt, trekt veel toeristen. Die bezoekers zouden we in onze gemeente moeten krijgen. Of het project dus naar verwachting is… niet helemaal. De samenwerking is buiten verwachting goed, maar de site moet opgekrikt worden. Laat zeggen dat driekwart geslaagd is. Natuurlijk gaat het project door. De site moet minimaal vijf jaar in de lucht blijven. Een bedrijf heeft de website overgenomen, de ondernemers zullen een bijdrage moeten betalen. De gemeente kijkt er nog met een half oog naar.’
Dat het project zinvol is geweest, staat wat hem betreft buiten kijf. De samenwerking die het heeft opgeleverd is een enorme winst. Visser is ook al uitgenodigd om elders dit verhaal te vertellen. ‘Het project is niet kopieerbaar, maar beslist wel overdraagbaar.’

Op www.vrijetijdsidee.nl kunnen bezoekers zien wat De Wolden allemaal te bieden heeft aan toeristische attracties. Interessante uitjes kunnen in een agenda geplaatst worden, waardoor een dagprogramma ontstaat. Arrangementen zijn ook via de website te boeken, net als het Letterboxenspel. Het aanbod attracties varieert van antiek, ateliers, een geitenhouderij, biologische landbouw, een theeschenkerij, campings, hotels, een plaggenhut, tot het bezoek aan een boerenbedrijf met wijngaard, een molen, landgoedwinkel, forellenvisvijver, draaiorgelmuseum of tingieterij.