Precisielandbouw dankzij Global Positioning System. Nieuwe mogelijkheden om preciezer en met meer technische kennis het land te bewerken.

In 2002 kwam in Noordoost-Friesland een groep pootaardappeltelers bij elkaar met het idee ‘iets met precisielandbouw te doen’. Uit Amerika en Duitsland kwamen hierover berichten binnen. Mijno van Dijk was met zijn mechanisatiebedrijf bezig met het idee GPS, zoals wij het kennen in auto´s, aan landbouw te koppelen. Tegelijkertijd was Eddie Loonstra met zijn bedrijf The Soil Company geïnspireerd door de zoektocht naar mineralen op de oceaanbodem. Hij had, via de Rijksuniversiteit Groningen, meetapparatuur ontwikkeld om door middel van achtergrondstraling de mineralensamenstelling van een bepaald gebied in kaart te brengen. Dirk Osinga, werkzaam aan het AOC in Friesland, kende zowel Mijno als Eddie en bracht beide partijen in aanraking met de zoekende boeren. Samen richtten zij Stichting Precisielandbouw In Noordoost-Friesland op met Osinga als coördinator. Al gauw kwamen hier boeren uit Noordwest Groningen bij. Tien akkerbouwers uit de gemeentes Dongeradeel en De Marne verenigt in Spinof. Via een aantal andere projecten binnen het AOC kende Osinga LEADERcoördinator van het Lauwersland Durk Holwerda. ‘Ik dacht dat hij wel open zou staan voor ons project. Kleinschalig, innovatief, op de praktijk gericht en vanuit de praktijk ontstaan.’

Draagvlak voor precisielandbouw

Echt LEADER, was de eerst gedachte van Holwerda toen hij van de plannen hoorde. ‘Een project om een betere oogst te krijgen en meststoffen te minderen. Beter voor het milieu, daar kun je nooit tegen zijn.’ Durk legde het projectplan voor aan de LAG van Lauwersland. Deze Locale Actie Groep geeft een zwaarwegend advies of een project bij LEADER past en of het doorgang krijgt. De LAG van Lauwersland heeft innovatie in de landbouw als belangrijk speerpunt en zag dan ook, net als Holwerda, veel in dit project. Wel miste deze groep een wetenschappelijke onderbouwing, waarop Spinof de universiteit van Wageningen aan het project wist te verbinden. Daarnaast stelde de LAG voor om proefboerderij Kollumerwaard bij het project te betrekken. Dit kristallisatiepunt van verschillende onderzoeken met al haar kennis en ervaring werd een partner in het project. Ten slotte moest er, zoals bij iedere subsidieaanvraag, draagvlak voor precisielandbouw aangetoond worden. Dirk: ‘De Rabobank zei geld toe vanuit hun projectenfonds. Dit private geld, samen met de inbreng van de boeren en het initiatief vanuit de praktijk, laat zien hoeveel draagvlak er heerste.’ Het project precisielandbouw kreeg vervolgens de status van LEADERproject en zo kon Spinof van start te gaan.

GPS in de trekker

Wanneer een boer op zijn trekker zit, is het lastig recht te rijden, dan weet hij niet precies welk stuk grond meer of minder bemesting nodig heeft en waar de frees bijvoorbeeld wat beter zijn best moet doen. Met de nieuwe techniek die Eddie Loonstra aanbiedt, wordt het voor de akkerbouwers mogelijk meer inzicht in hun land te krijgen. Per perceel krijgen zij op kaarten precies te zien waar zich welk mineraal bevindt. Zo weet de boer waar zijn goede en minder goede stukken liggen.
Mijno van Dijk is al langere tijd bezig met de mogelijkheden die GPS biedt om trekkers en machines zo aan te sturen dat je weet waar je bent en hoeveel kunstmest je op die plek moet strooien. Osinga: ‘GPS en machine moesten met elkaar leren communiceren via de satelliet.’ In het eerste jaar van het project is er veel uitgeprobeerd en geknutseld aan trekkers en machines. Dirk zegt hierover dat je nu lacht om de onwetendheid die er toen nog was. ‘Bij het meststrooien hadden we voorin de trekker een GPS zitten die precies aangaf waar de schuif net iets meer of minder open moest om het land te bemesten. Elke keer hield het systeem zo´n tien meter voor de kopakker ermee op. Wat bleek, dat ding meet natuurlijk voor op de trekker, terwijl de mest er vijftien meter achter pas uitkomt.’ GPS bleek sowieso niet heel nauwkeurig te zijn. Waar het in een auto niet uitmaakt dat het systeem vijf meter te vroeg ´bestemming bereikt` aangeeft, is dit bij precisielandbouw een crime. Digital-GPS, de opvolger van GPS, werd ingezet. Dit systeem was tot op de tien centimeter nauwkeurig. Toch vond Spinof het niet genoeg en kozen de akkerbouwers uiteindelijk voor Real-Time Kinematic GPS, RTK-GPS, met een afwijking van maximaal twee centimeter. Dit systeem werkt niet alleen via de satelliet, maar maakt ook gebruik van een zender op aarde. Deze zender heeft een reikwijdte van ongeveer tien kilometer. Het gegeven dat één zender vijftien tot twintigduizend euro kost, geeft de investeringen aan die in de precisielandbouw worden gedaan.

Natte vinger in de lucht

Nu de akkerbouwers nauwkeurig de bodem op kaarten hebben en er meer technieken komen om het land precies te bewerken, rijst de vraag wat een gewas als pootaardappels nodig heeft om zich perfect te ontwikkelen. Volgens Osinga is hier de laatste dertig jaar nooit echt naar gekeken. ‘Veel boeren weten allang hoe een gewas goed groeit, maar zij doen het met een natte vinger in de lucht.’ Voor een wetenschappelijke onderbouwing van deze en andere vragen komt de samenwerking met Wageningen goed van pas. Ook is HZPC Holland, een gespecialiseerd exportbedrijf van pootaardappels, op dit gebied een belangrijke partner voor Spinof. Zij voorziet de akkerbouwers van vaktechnische informatie over het kweken, telen en verkopen van pootaardappels. Osinga: ‘HZPC heeft veel schakels in de productiekolom in een bedrijf verzameld en weet wat de consument wil. Deze informatie is ons veel waard.’ Ook DSD Dokkum is een belangrijke partner voor Spinof, met name vanwege hun specialistische adviezen over bemesting.

Precisielandbouw succesvol

Tegenwoordig wordt er geen trekker of machine meer geleverd zonder dat hij geschikt gemaakt is voor precisielandbouw. Machinefabrikanten en mechanisatiebedrijven hebben de signalen van de boeren opgepakt. Waar precisielandbouw in Noord-Nederland door Spinof begonnen is, staan steeds meer groepen akkerbouwers in het land op. Ook deze groepen willen precisielandbouw verder ontwikkelen en de vernieuwde technieken toepassen op hun eigen gebied. Osinga heeft met veel van deze, ook LEADER-projectgroepen contact gehad. Deze kartrekkers hebben al veel boerenbedrijven met zich meegekregen in het uitvoeren van precisielandbouw. ‘Ik ben er trots op dat wij dit begonnen zijn in Nederland en dat het zo´n succes blijkt.’ Toch zijn er akkerbouwers die beslist niet aan precisielandbouw willen doen. Holwerda: ‘Je hebt boeren die nog tien jaar willen boeren en nu zeggen: ‘Ik ken mijn land, weet wat het oplevert, ik hoef niet anders.’ Deze boeren blijven achter en hebben niet meer de ambitie om te investeren.

Elke vierkante meter benutten

Amerika en Duitsland waren al druk bezig met het ontwikkelen van nieuwe methodes voordat precisielandbouw in Nederland opkwam. Ook andere landen hebben in de loop van de afgelopen jaren precisielandbouw opgepakt. Op verschillende studiereizen heeft Spinof contact gehad met buitenlandse projecten. Dirk vertelt dat in andere landen de insteek anders is. ‘Twee punten. In Nederland zijn de projecten bottom-up. Boeren die alle dagen met de voeten in de klei staan, proberen precisielandbouw tot een toepassing te maken.’ In Duitsland krijgen universiteiten en andere onderzoeksinstituten veel geld van de overheid om de mogelijkheden te bestuderen en met die kennis naar de praktijk te gaan. Op deze wijze zijn de boeren er niet vanaf het begin bij betrokken en schrikken de plannen hen af. ‘Het tweede punt is dat Nederland een heel intensief telend land is. Wij willen elke vierkante meter zo goed mogelijk benutten, terwijl ze in Amerika stukken overslaan die er niet goed uitzien. Wij zullen altijd proberen dat slechte stuk te upgraden en zorgen dat het een fantastisch perceel wordt.’

Precisie in de veehouderij

Officieel liep het LEADERproject tot 2006. Het grootste gedeelte van de Europese subsidie is uitgekeerd aan Spinof. Het wachten is nu op de laatste afrekening zodat de stichting dit project kan afsluiten. De groep hoopt dat het project snel financieel afgerond kan worden, zodat de boeren weer aan de slag kunnen met het ontwikkelen van nieuwe technieken en inzichten onder een nieuwe subsidiegever. Ook Holwerda hoopt dat de uitbetaling snel volgt. ‘De dynamiek gaat zo uit de groep, dat mag niet gebeuren. Ons doel was nieuwe technieken voor het LEADERgebied Lauwersland ontwikkelen. Dat is meer dan gelukt. Nu moeten ze verder gaan met deze ontwikkelingen.’
Een van deze nieuwe ontwikkelingen kan betrekking hebben op de veehouderij. Waar precisielandbouw nu bijna alleen door akkerbouwers wordt opgepakt, ziet Spinof ook in die tak van boeren veel mogelijkheden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de bescherming van weidevogelnesten. Ideeën over precisielandbouw in de veehouderij zijn er volop binnen de stichting, maar die zijn nog niet opgepakt door veehouders. Osinga: ‘Ik denk dat de tijd nog niet rijp was, maar wij blijven ontwikkelen. Er zijn nog zoveel mogelijkheden vrijwel onbenut die wij graag in een nieuw project oppakken.’