Verspreid in het Groninger landschap staan videopaviljoens. Bedacht om de stad een tijdje op te fleuren leven ze langer dan de kunstenaars ooit hoopten.

Als je er achteloos langsrijdt, denk je vijfhonderd meter verder: wat was dat voor steigerwerk met die kleuren en die scheve balkons? Bij de derde keer weet je het opeens: Groningen, paviljoens, videopaviljoens. Was het bij Blue Moon, A Star is Born? Nee, het paviljoen hoorde bij What a Wonderful World, een manifestatie rond ‘music-videopavilions’ in de stad, in 1990 (met dank aan Google). De ontwerper is de Engels-Irakese architecte Zaha Hadid, die van overhellende wanden houdt en van verdiepingen die in elkaar overlopen. Wereldvermaard, van Tokio tot Moskou en sinds kort ook op het bedrijventerrein Fivelpoort, een zichtlocatie aan de N33 bij Appingedam. Waarom staat het nu daar? Hadid had het toch voor de stad bedoeld, haar werk als lid van het ensemble van vijf stadspaviljoens van vijf vermaarde architecten?
In de stad was het een kunstuiting van architectonische aard, opgenomen in het ‘stedelijk weefsel’ van straten en gevels. Nu moet het langs de autoweg de aandacht vestigen op beschikbare grond voor nieuwbouw, samen met vlaggen en borden. Bouw- en constructiebedrijven, groenmanagement en verpakkingsdiensten, en binnenkort een firma voor piping en roterend equipment (Google!) vormen de nieuwe biotoop voor het kunstwerk. Navraag leert dat de stad er niks meer mee had. De afgesproken levensduur voor het paviljoen was slechts enkele maanden, de expositietijd. Daarna had het in de fik gemoeten, aldus een succesvol architect uit de buurt. Er zit nogal wat hout in het bouwsel.
Vijf kilometer verderop in Delfzijl staat half tegen de dijk een ander stadspaviljoen dat jaren uit beeld was. Dat van Coop Himmelblau, een architectencollectief uit Oostenrijk. Het had eigenlijk in stilte ergens moeten doorroesten. Toch staat het nu goed in de menie