Het Nationaal Hunebeddencentrum in Borger vond het echter tijd voor een nieuwe schoolplaat, gebaseerd op de huidige wetenschappelijke inzichten. De nieuwe schoolplaat maakt onderdeel uit van ‘Verhaal Centraal’, een project van het Hunebeddencentrum en Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De beide centra willen hiermee het historische verhaal een belangrijke plaats geven in het onderwijs over de steentijd en de Tweede Wereldoorlog.

Vijftig jaar geleden maakte Johan Isings voor de firma Wolters de schoolplaat ‘De Hunebedbouwers’. Nog altijd verschijnt deze in publicaties over hunebedden. Het Nationaal Hunebeddencentrum in Borger vond het echter tijd voor een nieuwe schoolplaat, gebaseerd op de huidige wetenschappelijke inzichten. Historicus en tekenaar Jouke Nijman uit Groningen kreeg de opdracht de prent te vervaardigen. Hij houdt zich al jaren bezig met erfgoededucatie.

Isings liet zich indertijd bijstaan door medewerkers van het Biologisch Archeologisch Instituut in Groningen, vertelt Nijman. ‘Dr. Tjalling Waterbolk, in 1954 tot hoogleraar benoemd, correspondeerde met hem over allerlei details, bijvoorbeeld over de vraag of de koe toen vlekken had of niet. Dr. J.A. Bakker, internationaal vermaard als specialist op het gebied van de Trechterbekercultuur, had geen contact met Isings maar publiceerde later wel een artikel over de schoolplaat. Toen mijn prent bijna klaar was, heb ik met beide heren contact gezocht en gevraagd of ze er kritisch naar wilden kijken. Hun aanwijzingen heb ik uiteraard verwerkt.’

Bij Isings zijn de vrouwen druk in de weer. Ze spinnen en versieren zelfgebakken potten. De mannen scharen zich rond een pas geschoten wolf. Nijman: ‘Op verzoek van het Hunebedcentrum heb ik deze compositie en thematiek aangehouden, zij het dat ik de vrouwen de potten laat bakken in plaats van versieren. Je kunt zo zien hoe de Trechter-bekerpotten in een kuiloven werden gemaakt. Rond de wolf staan nu ook kleinere kinderen. “Bij de hoge kindersterfte en zonder anticonceptie moe¬ten veel vrouwen een kind op de arm gehad hebben en kropen er vast veel kleuters rond”, schreef Bakker mij.’
Een duidelijke correctie op de oude schoolplaat betreft de omvang van de woning. Bij Isings is deze nogal fors. Nijman kon zich hier baseren op de reconstructie in Borger. Nieuw op de plaat is het wiel. ‘Er zijn inmiddels zoveel vondsten bekend van fragmenten van wielen, dat de geleerden het er nu wel over eens zijn dat de hunebedbouwer voor het vervoer van zware materialen, zoals boomstammen, gebruik heeft gemaakt van karren, getrokken door ossen.’ Links op de plaat, waar Isings een bijgebouw tekende, heeft Nijman een ‘spieker’ geplaatst, een schuurtje voor de opslag van graan. Ook die valt te zien in Borger.

De nieuwe schoolplaat maakt onderdeel uit van ‘Verhaal Centraal’, een project van het Hunebeddencentrum en Herinneringscentrum Kamp Westerbork. De beide centra willen hiermee het historische verhaal een belangrijke plaats geven in het onderwijs over de steentijd en de Tweede Wereldoorlog. Pabostudenten, maar ook ervaren leerkrachten en museummedewerkers krijgen scholing in vertel- en schrijftechnieken. Daarbij helpt de schoolplaat het verleden aanschouwelijk te maken, net als in de tijd van Isings.

Trefwoorden