Anders dan in de rest van het land gaat het in het Noorden goed met de padvinderij, die in 2010 honderd jaar bestaat in Nederland. Vooral in stedelijke gebieden neemt het aantal scoutinggroepen het laatste decennium af. Terwijl actief bezig zijn in de buitenlucht juist voor stadskinderen aanlokkelijk lijkt. Student culturele geografie Eelco Last onderzocht deze paradox.

Stedelijke druk, sloppenwijken en jeugdproblematiek zorgden in 1907 mede voor de oprichting van de padvinders-beweging in Engeland en in 1910 ook in Nederland. De bleke stadsjeugd moest in belang van het vaderland de benauwde stad uit, kamperen in frisse bossen en kennismaken met het idyllische platteland.
In 2010 bestaat de Nederlandse scouting, zoals de padvinderij sinds 1973 heet, honderd jaar. Ondanks veranderde omstandigheden draait het nog steeds om in teamverband ‘leren door te doen’. Plezier maken en nieuwe ervaringen opdoen, staan daarbij voorop, in subgroepjes van maximaal negen leeftijdsgenootjes, met begeleiding. Het buitenleven speelt een belangrijke rol: wie kampeert in een bos is op zichzelf en de medemens aangewezen en leert zo de eigen grenzen beter kennen. Spelenderwi…

Trefwoorden