Bert Nijmeijer voer een dag mee met Wadvisser Johan Rispens. Reyer Boxem was een nacht aan boord.

Heine was een Zoutkamper, en een vrije visser. Johans beste kameraad. Ze visten samen, dronken samen, vochten samen, met lui uit andere dorpen. Toen Johan veertien was, lagen ze samen op het strand. Het was een mooie tijd. Je verdiende nog wat met je garnalen, de vissers gunden elkaar nog wat. Nou is het: snel, snel, snel. Als ik ze heb, heb jij ze niet.
Hij ziet hem nog zitten in de stuurhut, altijd een puutje Winner bij de hand. Van die hooishag, weet je wel. Een slof Winner per week. Heine is maar 38 geworden. ‘Die kutziekte, weet je wel, met de k.’
Johan Rispens is 42, en nog altijd een vrije visser. Tegenwoordig zijn de meeste garnalenvissers contractvissers, ze vissen in dienst van de handel, van Heiploeg, van De Rousant. Je bent verzekerd van levering en van wat bescheiden inkom…

Trefwoorden