Wat houdt het Noorden bezig? Noorderbreedte legt in deze nieuwe rubriek de heikele kwesties op tafel. Voor- en tegenstanders schuiven aan voor een pittig tweegesprek.

Het Noorden barst van de energie. Niet voor niets profileert de regio zich als de energievallei van Nederland. Van alle aardgas gewonnen op land komt 97 procent hier uit de bodem. De stichting Energy Valley borduurt sinds 2003 voort op deze potentie. En met succes. Volgens de energiemonitor 2012 is in Groningen, Friesland, Drenthe en de Kop van Noord-Holland 6,2 miljard geïnvesteerd in de sector. Terwijl nog voor 19,8 miljard euro aan plannen op de plank ligt.
Er werken 22.500 noorderlingen (vooral Friezen en Groningers) in de energie. De werkgelegenheid in de branche steeg tussen 2000 en 2010 met 17,6 procent. Landelijk was dit 8,5 procent. Het aantal bedrijven groeide met 83 procent, tegen landelijk 60.
Voor dit eerste tweegesprek zitten Gerrit van Werven en Siegbert van der Velde tegenover elkaar. De directeur en oprichter van Energy Valley tegenover de directeur van de kritische luis in de pels: de Natuur- en Milieufederatie Groningen.

Zonder schroom legt Van Werven zijn troefkaarten op tafel: ‘Ons doel is een nieuw fundament leggen onder de economie van Noord-Nederland. Vroeger was dat de agro-industrie, waarvan het belang erg is afgenomen. Er bestaat behoefte aan een nieuw leidend thema.’ Energie leent zich hier uitstekend voor. ‘Ze is een economisch krachtige, kapitaalintensieve sector met uitstraling naar de rest van de economie. Bovendien is energie een zeer dynamisch thema door de liberalisering en internationalisering van de energiemarkt. En door de noodzaak tot verduurzaming. Door op dit laatste in te zetten kun je Noord-Nederland een enorme rol geven in de bijdrage aan werkgelegenheid en milieu.’
Siegbert van der Velde heeft de inleidende woorden aandachtig en zwijgend aangehoord, maar fronst nu zijn wenkbrauwen. ‘Richten jullie je op zo veel mogelijk duurzame energie? Is er iets veranderd?’ De hoge investeringen en werkgelegenheid zijn vooral te danken aan de bouw van elektriciteitscentrales in de Eemsmond, beklemtoont Van der Velde. Die draaien op fossiele brandstoffen. Vooral hierdoor is slechts één procent van de in de drie noordelijke provincies opgewekte energie duurzaam. Landelijk is dit vier procent.
Hoofdoorzaak van het kleine aandeel is dat het Noorden zoveel energie opwekt, repliceert
Van Werven. Als de geplande vier nieuwe centrales klaar zijn, zal de Energy Valley-regio zesmaal zo veel stroom produceren als het zelf nodig heeft. In absolute zin wordt toch veel ‘schone’ energie geproduceerd, stelt Van Werven. Ruim 28 procent van ’s lands duurzame energie komt uit de Energy Valley-regio. ‘Dank zij het grootste windpark van Nederland – in de Eemshaven – de vier afvalovens en het grote aandeel biogas en vergisting.’
Maar daarmee is Energy Valley nog niet duurzaam, repliceert Van der Velde. Een grote
producent van energie heeft ook een grote verantwoordelijkheid voor klimaat en milieu. ‘Ik verzet me tegen de suggestie dat het Noorden het beter doet dan de rest van het land. Nederland loopt internationaal al ver achter met slechts vier procent duurzaam opgewekte
energie. Terwijl in Duitsland veertig procent van de elektriciteit duurzaam is.’
Van Werven wijst erop dat het hier veelgebruikte aardgas wel ‘de schoonste fossiele
brandstof’ is. ‘Het wordt ingezet in de huidige transitiefase, waarbij alle kennis goed van pas komt bij de overgang naar groen gas en biomassa.’ Het land zal hoe dan ook alle zeilen moeten bijzetten om de doelstelling van het nieuwe kabinet-Rutte te halen; zestien procent niet-fossiele brandstoffen in 2020. ‘Het is haalbaar’, stelt Van der Velde. De beloofde steun voor onder meer wind op zee, elektrisch rijden en plaatselijke energiecoöperaties moet dan wel ten volle worden benut.

Samen met haar Drentse evenknie liet de Groningse federatie het rapport Noordelijk Klimaat Perspectief (2012) opstellen. Hierin staan de cijfers van Energy Valley naast die van de
landelijke klimaat- en energiedoelstellingen. In vergelijking met 1990 moet de uitstoot van broeikasgas in 2020 met twintig procent zijn afgenomen. Bij het huidige beleid blijft de uitstoot gelijk. De doelstelling blijft voor het Noorden ‘in zicht’ als de kolengestookte centrale van RWE bij de Eemshaven verdwijnt. De conclusie van het rapport luidt dat op alle terreinen extra inzet nodig is. Dit geldt voor energiebesparing, duurzame energie en efficiënte technieken.
De komst van de kolencentrale gooit bijna letterlijk roet in het eten. ‘Deze produceert
zoveel CO2 dat hij de totale uitstoot van energiecentrales in de provincie Groningen bijna verdubbelt’, zegt Van der Velde. Zelfs als vijftien procent biomassa wordt bijgestookt. Heeft Energy Valley zich destijds niet verzet tegen deze centrale van RWE/Essent? Van Werven: ‘Toen wij in 2003 begonnen was het besluit al genomen. De minister wilde uit angst voor Poetin minder afhankelijk van aardgas zijn. Bovendien dreigde stroom te duur te worden.’ Zodoende komen er twee kolencentrales in Rotterdam en een bij de Eemshaven.
Opslag van CO2 in de bodem had de vervuiling van de kolencentrale teniet kunnen doen. Bovendien had ccs (carbon capture and storage) een extra impuls aan technologie en economie kunnen geven. ‘Het viel me tegen dat de milieufederatie haar steun introk toen de bevolking in opstand kwam’, werpt Van Werven Van der Velde toe.
De directeur van de Groningse natuur- en milieukoepel antwoordt kalm. ‘Ik voel me op dit punt niet aangesproken. Wij hebben onze nek uitgestoken, wilden de discussie met onze achterban en de bevolking aangaan. We zien ccs als een tussenstap naar een duurzame energievoorziening. Maar toen bleek dat het kabinet Rutte-I zich nauwelijks nog richtte op het halen van klimaatdoelstellingen, werd het een geïsoleerde maatregel zonder veel betekenis. Als ccs onderdeel was geweest van effectief klimaatbeleid, hadden wij het gesteund.’
De achterban stelt de federatie soms voor lastige vraagstukken, erkent Van der Velde. ‘Wij behartigen de belangen van een breed veld. Beschermers van het landschap zien bijvoorbeeld niets in windmolens. Daarom zeggen we: hoe meer windmolens op zee, des te minder er op land nodig zijn.’
‘We zien Energy Valley wel als een bondgenoot’, vervolgt Van der Velde. ‘We staan samen voor een grote energietransitie. We bouwen bijvoorbeeld samen kennis op. Maar jullie handelen meer vanuit het perspectief van werk en economie. Zo vraag ik me af waarom jullie geen nadruk op energiebesparing leggen.’
‘Omdat ooit is afgesproken dat gemeenten en provincies dit doen’, antwoordt Van Werven. ‘Onze organisatie heeft er ook niet de slagkracht voor dit in het hele gebied op te pakken. Wij richten ons op nieuwe ontwikkelingen en innovatie, bijvoorbeeld aan de restwarmte-kant.’

Om zijn ambitieuze doelen te halen heeft Energy Valley de komende jaren de
belangenbehartigers meer dan ooit nodig, beseft directeur Van Werven. ‘Ik geloof heilig dat er een enorme industrie te bouwen is op het gebied van duurzame energie. Decentrale opwekking, groene chemie, offshore-windenergie, minder energieverbruik door huishoudens – die hele slag kan niet zonder draagvlak. We hebben de trots in de harten van de noorderlingen nodig om dit verder te brengen. Voor duurzame energie en moderne werkgelegenheid.’
Van der Velde knikt. Hierover zijn de confraters het eens. ‘Wat dit betreft groeien we naar elkaar toe.’ Een lonkend perspectief voor een boost van de duurzame energie?