De Waddenzee is van iedereen - maar ook van niemand. Wie zorgt er voor het Werelderfgoed?

De Waddenzee is een gekoesterd natuurgebied. Hoe bestuur je een zeegebied waar diverse rijksdiensten, provincies, gemeenten, Nationale Parken en terreinbeheerders de baas zijn over een stukje?

Op een droomwolk verschijnt een waddencommissaris met mandaat en een eigen budget. Een soort minister die, naar analogie van de Deltacommissaris, bescherming van de wadden paart aan gedoseerd gebruik. En omdat de gordijnen toch dicht zijn, dijt het gebied dat onder zijn wakend oog valt uit waardoor hij niet alleen de Waddenzee maar ook de eilanden en de kustgebieden onder zijn hoede heeft. Maar dromen zijn voor de nacht. Hieronder drie manieren om het waddenbestuur bij daglicht scherper richting te geven.

Van Vollenhoven: Nationaal Park waddenregio

Pieter van Vollenhoven pleit ervoor de succesvolle aanpak die hij mede vorm gaf voor Rijksmonumenten te gebruiken voor het beschermen en betalen van natuur. Want rijksmonumenten zijn na een kaalslag van 15 jaar bezuinigen nu succesvol ingebed in beschermde stads- en dorpsgezichten. Die bredere context biedt kansen om er geld mee te verdienen. Via het Nationaal Restauratiefonds komt dat weer beschikbaar om monumenten op te knappen.

In de visie van Van Vollenhoven kan de bescherming van de Waddenzee een boost krijgen als de Waddenzee met de waddeneilanden een Nationaal Park Nieuwe Stijl vormt. Door natuur in te bedden in een toegankelijk landschap komt er meer ruimte om bedrijvigheid tot bloei te brengen. Daarmee krijgen burgers meer plezier in natuurbescherming en zijn ze bereid om mee te doen. Het geld dat rondom de natuur wordt verdiend, kan deels terugvloeien naar het natuurgebied. Via de band van het geld krijgen burgers en ondernemers meer zeggenschap over het beheer en de wijze van gebruik.

Duitsland: transparante Nationale Parken

Het Duitse waddengebied strekt zich uit over de drie ‘deelstaten’ Nedersaksen, Hamburg en Sleeswijk-Holstein. De rijksoverheid heeft de natuurbescherming in Duitsland vastgelegd in een strak wetgevend kader, daarbinnen managen de ‘Länder’ hun eigen Nationale Park. Tezamen dekken ze het hele werelderfgoedgebied. In de waddenregio zijn in Duitsland dus drie beheerders actief.

Ondanks het feit dat de invulling per deelstaat verschilt, biedt het systeem transparantie waar Nederland jaloers op kan zijn. Dat komt door de hiërarchische structuur waarin de Nationale Parken nadrukkelijk ‘de baas’ van de Waddenzee zijn. Op de websites van de Nationale Parken is snel duidelijk wat er wel en wat er niet is toegestaan en op welke regels dat is gebaseerd. Elk park heeft een bureau waar enkele tientallen mensen werken aan bescherming, beheer, marketing en educatie. De (hoofd)kantoren van deze Nationale Parken zijn aanspreekpunt voor alle vragen ten aanzien van het gebruik. Zij sturen een netwerk aan van bezoekerscentra in het gebied. De focus ligt in Duitsland op beschermen van de Waddenzee en bewustmaking van de uniciteit. Bij de Nationale Parken zijn zaken als ‘benutten’ en ‘geld verdienen’ minder prominent.

Wadden van Wereldklasse

In 2009 onderschreef de Unesco dat de Waddenzee werelderfgoed is. De wervende kracht van dat ‘diploma’ bleef totnutoe in ons land beperkt. Het beheer is gefragmenteerd: in de Nederlandse waddenregio liggen drie kleine Nationale parken: de duinen van Texel, Schiermonnikoog en Lauwersmeer. Daar doen de gastheren, beheerders en gidsen kond van het natuurschoon in het park en – in tweede instantie – de regio eromheen. Op dezelfde manier gebeurt dat op de eilanden en in de kustregio in bezoekerscentra. Er is geen werelderfgoedcentrum waar het overkoepelende verhaal van de waddenregio centraal staat.

Door de fragmentatie van belangen en krappe financiële inzet komt de profilering van de waddenregio als gebied van wereldklasse niet gemakkelijk van de grond – en als het hier en daar lukt, is het erg fragiel. Den Haag wil de wadden internationaal veel sterker inzetten als een top natuurgebied waar toeristen naartoe gaan als ze Amsterdam gezien hebben. In Nederland valt natuurbescherming tegenwoordig onder het ministerie van Economische Zaken. Naast de wettelijke plicht om natuurwaarden te koesteren is dit ministerie gericht op de benutting van de verdiencapaciteit.