Merel Melief is filosoof en journalist. Ze vraagt zich in deze column af waarom media het klimaatprobleem zo weinig invoelbaar brengen. Een lesje journalistiek voor Pauw?

Ik maak me vaak zorgen. Over een deadline, mijn kat die niet genoeg lijkt te eten, de buurvrouw die met kerst gevallen is, een lekkage op zolder, familie die ziek is of kwaaltjes die ik niet kan verklaren. Van sommige zorgen krijg ik buikpijn en kan ik niet slapen, andere leg ik makkelijker naast me neer. Maar altijd doet het iets met me, het eist mijn aandacht op en ik moet er iets mee.

Dan zijn er de grotere problemen, wereldse problemen. Die dienen zich niet elke dag bij me aan en de aandacht daarvoor moet steeds opnieuw aangewakkerd worden. Omdat dat niet vanzelf gaat is er een belangrijke rol voor de media weggelegd, zij hebben de taak ons wakker te houden.

De aflevering van Pauw van vrijdag 21 april is een schoolvoorbeeld van hoe het niet moet.  Chirurg-oncoloog Bas Groot Koerkamp zit aan tafel om een pleidooi te houden voor een speciaal chemopompje uit Amerika. Tegenover hem zit klimaatwetenschapper Guus Velders. Hij is door Time Magazine uitgeroepen tot een van de honderd invloedrijkste personen van de wereld.

Chirurg Groot Koerkamp heeft ervoor gezorgd dat een speciaal chemopompje, dat al sinds de jaren ’90 een groot succes is in Amerika, naar Nederland is gekomen. ‘Maar waarom heeft dat zo lang op zich laten wachten?’ vraagt Pauw. De chirurg lacht een beetje verontschuldigend en kijkt naar de andere kant van de tafel waar Guus Velders zit. ‘Deels omdat er voor de pomp freongas gebruikt werd, een gas dat verboden is in Nederland.’ De wenkbrauwen van Pauw gaan omhoog. ‘Het is toch wel heel zuur, dat hier in Nederland mensen zijn overleden terwijl ze misschien geholpen hadden kunnen worden,’ zegt hij. En dat voor een beetje freongas, hoor ik hem bijna denken.

Over naar klimaatwetenschapper Guus Velders. Had hij daar aan tafel gezeten als hij niet een van de honderd invloedrijkste personen op de lijst van Time was geweest? Hoogstwaarschijnlijk niet.

‘Wat heeft u ontdekt waar wij wat aan hebben?’ vraagt Pauw. Velders legt uit dat hij heeft ontdekt dat bepaalde stoffen waarvan we dachten dat ze niet schadelijk waren toch een grote bijdrage leveren aan het broeikaseffect. De ontdekking heeft ervoor gezorgd dat alle landen van de Verenigde Naties zijn overeengekomen het gebruik van deze stoffen met 80 procent te reduceren. Wat een resultaat van een halve graad minder opwarming aan het eind van deze eeuw betekent.

Terwijl Velders vertelt lijken de ogen van Pauw een beetje glazig te worden. Het is geen spannend onderwerp, er staan niet direct levens op het spel. De gasten zijn meer geïnteresseerd in de vraag of hij nog iets van een geldprijs krijgt, nu hij in de top honderd staat.

Het verschil in de manier waarop de twee wetenschappers benaderd worden is niet heel opvallend, het ligt in een subtiel onderscheid in taalgebruik en lichaamstaal. Wanneer het gaat over de kankerpatiënten zitten de tafelheer en zijn gasten voorovergebogen en leven ze mee met wat er gezegd wordt. Bij Velders verslapt de aandacht al snel. Het laat goed zien hoe wij als mensen geprogrammeerd zijn om ons over bepaalde dingen wél zorgen te maken, en over andere niet. Een van de grote uitdagingen van deze tijd is om ervoor te zorgen dat we ons kunnen inleven in klimaatverandering en haar gevolgen, voordat deze daadwerkelijk voelbaar worden in onze levens.

De journalistiek is trots op haar onafhankelijkheid, maar dat schept ook verplichtingen. Niet alleen om feiten boven tafel te krijgen, ook om te zorgen dat burgers het belang ergens van kunnen inzien. Elke journalist leert hoe je een verhaal schrijft zodat mensen meeleven. Breng het verhaal dichtbij, maak het persoonlijk. Dit moeten we niet alleen doen als het gaat om bijvoorbeeld zorg maar ook bij klimaatverandering. Nu gaat het vaak over cijfers en verschijnt er hooguit een achtergrondartikel in de wetenschapsbijlage. Zoals Pauw de urgentie van het chemopompje aan het licht weet te brengen zou hij dit ook bij de klimaatverandering bloot moeten leggen.