Aan de borden alleen al zag je dat de klimaatactivisten van vorig jaar niet in de traditionele Malieveld-demografie vielen. ‘The oceans are rising, so are we’, stond er op één. Naast de tekst stond het whatsapp-icoontje van een flinke golf.
Opschriften in het Engels, bomvol emoji’s – met een nieuwe generatie protesten komt een nieuwe generatie protestborden. Niet alleen boeren, vakbondsleden en studenten, ook scholieren gingen vorig jaar de straat op. In beweging geslingerd door de Zweedse Greta Thunberg lieten de jonge klimaatspijbelaars, zoals ze de Van Dale zijn ingegaan, hun middelbare scholen halfleeg achter, wetende dat de volwassenen de klimaatproblematiek niet vanzelf gaan oplossen.
De jongeren willen een stem, dat is duidelijk. Maar hoe zorg je ervoor dat ze beter betrokken worden bij politieke besluitvorming? Aan initiatief lijkt geen gebrek. Een aantal van de spijbelaars kwam langs in het Torentje. De Raad voor het Openbaar Bestuur adviseerde de stemleeftijd te verlagen naar zestien. En minister Kajsa Ollongren kwam met het idee van een apart jongerenparlement. Veel inspraak, maar of het ander beleid oplevert, is nog de vraag.
Nederig zijn
In Groningen zoekt Youth for Climate Adaptation uit hoe
deze generatie wél zichtbaar invloed op het beleid kan krijgen. Tientallen
jongeren tussen 15 en 27 jaar werken sinds november aan een actieplan, een
lijst met maatregelen die zij noodzakelijk vinden. Zij krijgen masterclasses
over lobbyen en campagne voeren, en gaan in gesprek met beleidsmedewerkers van
alle Groningse gemeenten over regionale ‘klimaatadaptatie’, een relatief nieuw
begrip.
‘Je
hebt mitigatie en adaptatie’, licht jongeren-coördinator Vera Santing (19) toe.
Mitigatie kennen we, dat draait om verdere klimaatveranderingen voorkomen. Denk
aan fossiele voor duurzame energiebronnen verwisselen, minder rundvlees eten en
minder plastic verbruiken. ‘Adaptatie gaat over omgaan met een veranderende
omgeving’, aldus Santing. Belangrijke kantelpunten, waarna verandering
onontkoombaar is, zijn we al voorbij. Zo wijst onderzoek uit dat het smelten
van de Groenlandse ijskappen onafwendbaar is. Wat ons dan rest, is nederig zijn
en ons aanpassen.
Ook het weer in het Noorden verandert. ‘Perioden van droogte, maar ook
heftigere buien in de rest van het jaar’, vertelt projectleider Rob Appels.
‘Deze zomer zagen we een nieuw fenomeen in de provincie: opeens moesten
gemeenten zich bekommeren om vijvers die droog dreigden te vallen.’ Bovendien
wordt het warmer. Daarbij verzilt de landbouwgrond in kustgebieden steeds meer
door hoogteverschillen tussen het stijgende zeewater en het grondwater. In de
dubbele dijk van Bierum wordt daarom sinds augustus geëxperimenteerd met aardappelen
en groenten van zilte grond.
Maar
het zijn natuurlijk vooral de jongeren die in die toekomst zullen leven. Als
het 2050 is, het jaartal waar bijvoorbeeld de Ruimtelijke Adaptatiestrategie
van de gemeente Groningen naartoe werkt, zijn de klimaatspijbelaars achter in
de veertig. Daarom verdienen zij nu een stem in maatregelen die nog hun hele
leven een grote rol spelen.
Van
19 januari tot en met 25 januari 2021 vindt in de provincie Groningen de
Klimaatadaptatieweek plaats. Op 22 januari krijgen de wethouders van de
Groningse gemeenten het actieplan voor de regio aangeboden tijdens de Youth
for Climate Adaptation Conference. Op 25 januari komt het plan aan bod
tijdens de Climate Adaptation Summit. Voormalig voorzitter van de
Verenigde Naties Ban Ki-Moon zit de conferentie voor, die is georganiseerd
door de Nederlandse overheid en het Global Center on Adaptation. De
Groningse jongeren gaan er het gesprek over klimaatadaptatie aan met
leeftijdsgenoten van over de hele wereld. ‘In Groningen kunnen we ons
waarschijnlijk nog wel aanpassen,’ aldus Appels, ‘maar in sommige delen van de
wereld zijn de effecten zo groot dat mensen misschien moeten migreren. Het is
daarom belangrijk om jongeren al vroeg over de grens te laten kijken om kennis
uit te wisselen.’
Excuusjongere
‘De natuur staat boven ons en laat zich niet controleren’, stelt Vera Santing. Ze studeert Liberal Arts & Sciences aan de Rijksuniversiteit Groningen en woonde daarvoor op de biologisch-dynamische boerderij van haar ouders. Tweemaal liep ze mee met een klimaatmars. In haar jeugd zag ze dat er ieder jaar wel iets mislukt, één droge zomer en de pompoenoogst is naar de knoppen. ‘We zijn erop ingesteld de touwtjes in handen te willen houden.’ Santing leerde daarentegen dat we niet krampachtig moeten vasthouden aan wat we hebben, maar juist moeten meedeinen en ons moeten aanpassen.
Ze is niet bang om de excuusjongere van de conferentie te worden, erbij gehaald om het geheel een zweem van inclusiviteit te geven. ‘We lopen natuurlijk de kans betutteld te worden, omdat we niet alle kennis hebben. We zijn ons daar bewust van en we moeten zelf een manier vinden om daarmee om te gaan.’ Toch blijft het de vraag hoe zo’n actieagenda, opgesteld door jongeren uit de provincie, zich verhoudt tot de plannen van de provincie zelf. Wat maakt hun stem zo belangrijk? Niet per se hun kennis van zaken. Het is indrukwekkend hoe Santing over klimaatverandering spreekt, maar ze geeft ook zelf toe niet diep in de regionale klimaatadaptatie te zitten.
‘Voor jongeren is de wereld nog niet gewoon’, zegt Santing. Mogelijkheden die andere generaties in de doofpot stoppen, misschien om economische redenen, zijn ineens de aandacht waard. En daar zit voor de student nog iets wat de jeugd bijzonder maakt. ‘Geld staat niet op de eerste plek, ik denk nog niet: ik moet geld verdienen.’
‘We willen dat jongeren in hun eigen omgeving een ingang vinden bij gemeenten en provincies en andersom’, zegt Appels. ‘Als overheid kun je wel alles klimaatadaptief willen, maar als mensen vervolgens de achtertuinen betegelen en in de zomer zwembaden volgooien met drinkwater, schieten we niets op.’ Jongeren kunnen volgens Appels als geen ander urgentie aantonen, belangrijke kwesties agenderen en het publiek motiveren en activeren, iets wat van gemeenten niet altijd gezegd kan worden.
Wat betekent het als we zeggen dat jongeren een politieke stem moeten krijgen? Het is ook een lege huls, want die stem vraag je altijd óver iets; vaak een concreet, netelig probleem. Wat vinden jongeren van bodemverzilting? Van uitdroging of het hittebeheer van steden? ‘We zijn net begonnen met leren’, zegt Santing. De jongeren willen na de presentatie van het plan actief blijven, en bij klimaatadaptatie blijven meekijken en input geven. ‘Hopelijk ontstaat zo een netwerk dat onderling nog lange tijd kennis en ervaring deelt.’
De Klimaatadaptatieweek komt eraan en Noorderbreedte is erbij! Vera en Loes zijn allebei als klimaatambassadeurs verbonden aan de organisatie Youth for Climate Adaptation als onderdeel van de Klimaatadaptatieweek Groningen. Voor Noorderbreedte gaan zij in aanloop naar en tijdens deze week bloggen. Volgende week stellen ze zichzelf voor, dus hou de site en social media in de gaten!