De grens tussen wilde dieren en vee blijkt niet altijd even scherp. En redt de bedreigde grutto het als de politiek zich doof houdt? Ankie Lok, die over de grutto schreef voor Noorderbreedte, stelt vragen aan Maarten Meester naar aanleiding van zijn essay.

Wat hebben schapen en grutto’s met elkaar gemeen? Op het eerste oog weinig. De grutto is een vogel, een wild dier, vrij om te gaan en staan waar hij wil. Schapen zijn vee. Een gedomesticeerde diersoort, gehouden om de wol en soms om de melk. Maar op het tweede gezicht zijn er onvermoede overeenkomsten, besefte ik na het lezen van jouw essay. Daarvoor begin ik even in het woordenboek.

Wat is een wild dier? De Van Dale definieert bij de diverse lemma’s: ‘zoals voorkomend in de natuur, in de natuurstaat’, ‘niet tam’, ‘niet door de mensen verzorgd’. En als zogenoemd pregnant taalgebruik, waarin meer doorklinkt dan er strikt genomen staat: ‘verscheurende, verslindende dieren’. Dat laatste teleporteert ons naar de sprookjeswereld en bijvoorbeeld het verhaal van Rudyard Kipling, waarin wild ook een beetje onheilspellend klinkt: ‘The Dog was wild, and the Horse was wild, and the Cow was wild, and the Sheep was wild, and the Pig was wild – as wild as wild could be – and they walked in the Wet Wild Woods by their wild lones.’ Daar heb je ’m trouwens, het schaap! Ooit wild en vrij. Kunnen we het ons voorstellen? In Europa leven nog moeflons. Maar dat is niet het eerste waaraan je denkt bij het woord schaap. Wel aan vee. Daarover stelt de Van Dale kort maar krachtig: ‘tamme dieren die de mens vanwege hun nut houdt’.

Kansen van cultuurvolgers

De grutto is niet nuttig en dus houden we die niet. Grutto’s kun je niet melken, aldus een boer, geciteerd door Gerrit Gerritsen in zijn boek De hooivogel. Een waarheid als een koe, die de boer wél kan melken. Koeien en schapen leven in nauwe omgang met de mens, grazen de godganse dag ten dienste van de mens, hun groene biotoop – als ze al buiten de stal komen – begrensd door hekken of sloten. In je essay bevraag jij deze machtsverhouding. Aan het schaap is nooit iets gevraagd, de mens heeft eenzijdig besloten de leiding te nemen, het schaap heeft er nooit mee ingestemd om onder menselijke regie te leven. Met deze constatering belicht je onze positie aan de top van de voedselketen en de ethische vragen die dit oproept.

De redenering valt door te trekken naar de grutto. Dit is een wild dier maar ook een cultuurvolger: een soort die profiteert van menselijke invloeden. Het Nederlandse boerenlandschap was een tijdlang heel geschikt voor de ‘hooivogel’, zoals Gerritsen hem niet voor niks doopt. Maar in de loop van de afgelopen anderhalve eeuw is dat landschap zo sterk veranderd dat het de grutto fataal dreigt te worden. In het raaigras vinden de kuikens te weinig insecten en ze worden gehinderd door de dichte begroeiing. De aantallen broedparen blijven gestaag dalen. Voor de Nederlandse gruttopopulatie zal het vermoedelijk inhouden dat die zal uitsterven, vrezen onderzoekers als Theunis Piersma. Volgen betekent dan uiteindelijk verliezen.

Anders gezegd: de keuzes die wij maken over de inrichting van het landschap bepalen de kansen van wilde dieren en hoe het met hen verdergaat. Zó vrij om te gaan en staan waar hij wil is de grutto dus ook weer niet. Dat plaatst hem dichter bij het schaap dan we wellicht voor mogelijk hielden: ook over de grutto hebben we macht, indirecter maar niettemin aantoonbaar. De grens tussen vee en wilde dieren is daarmee soms minder scherp dan de Van Dale voorstelt. En waar het schaap aan het denken zet over haar instemming (of niet) met de nutsrelatie, stelt de bedreigde grutto ons een tegenovergestelde vraag: mogen we onze cultuurvolgers veronachtzamen? Of hebben we een verantwoordelijkheid voor hun bestaan?

Betere wereld

Als we verantwoordelijkheid willen nemen voor de grutto, is de vraag hoe we dat doen. In je essay benoem je vuistregels om de belangen van mensen en niet-mensen even zwaar te laten wegen. Deze vuistregels plaats je op het niveau van het individu: mensen kunnen persoonlijke en zakelijke keuzes maken voor een verantwoorde ecologische voetafdruk. Maar dat wordt af en toe een misleidend spel. Koop een pak weidevogelmelk en je denkt goed bezig te zijn. Helaas ligt dat anders, zoals Piersma uitlegde. Agrarisch natuurbeheer werkt onvoldoende, de grutto wordt er nog niet beter van, hoe vrolijk hij ook rondvliegt voor de consument in de supermarkt.

Begint een betere wereld in dit geval wel bij onszelf? De grutto laat zien dat goede bedoelingen veelal stranden in Den Haag. In zijn boek zet Gerritsen falende initiatieven en beleidsnota’s op een rij, uitmondend in een ultieme inspanning van de Vogelbescherming: zij diende in 2016 een klacht in bij de Europese Commissie tegen de Nederlandse staat. Hebben we inderdaad niet ook de overheid nodig om boeren, bedrijven en bevolking in een richting te duwen die voor de grutto zoden aan de dijk zet? Oftewel: hoe zetten we ooit die volgende stap, naar de politieke en beleidsmatige consequenties van gelijke rechten voor mensen en niet-mensen?

Ankie Lok en Maarten Meester schreven beiden een artikel voor het themanummer Iedereen doet mee. Online schrijven ze aan elkaar. Hier vind je Maarten’s reactie.

Trefwoorden