In haar zoektocht naar een nieuw klimaatvocabulaire gaat Vera Santing in gesprek met Evert en Koop Hoorn, die samen een melkveebedrijf runnen in Ruinerwold.

Kievit roept, koe loeit

Het land vertelt verhalen

Boer doet vertalen

Pinksterbloemen wuiven in de wind terwijl de roep van de kieviten zich mengt met het geloei van een koe op stal. Ik loop met Evert en Koop Hoorn over het kavelpad achter hun melkveebedrijf in Ruinerwold. Het bedrijf is een schoolvoorbeeld van de Nederlandse schaalvergroting in de landbouw wat een grote stempel heeft gezet op het postzegeltje Nederland. Milieuproblematiek wordt vaak toegerekend aan dit soort bedrijven maar hebben ze dan niet ook de sleutel tot een stukje van de oplossing?

Van mijn twaalfde tot mijn achttiende stond ik iedere vrijdagavond bij Evert in de melkput. Terwijl liters melk door de melkstellen stroomden, voerden we eindeloos veel gesprekken over het boerenbestaan. Opgegroeid in de bio-landbouw had ik nogal een negatief beeld van ‘gangbare’ boeren. Met zoveel land en dieren is het toch onmogelijk om daar goed voor te kunnen zorgen? Toen had ik nog niet eens geleerd over stikstofproblematiek en biodiversiteitsverlies. Maar in mijn jaren bij ‘de familie Hoorn’ leerde ik wel dat ook gangbare boeren met veel passie en aandacht werken. Zodoende begon ik te twijfelen aan mijn vooroordelen en realiseerde ik me dat iedere boer, gangbaar of bio, een unieke positie heeft in onze zoektocht naar een oplossing.

‘Nooit meer honger’ werd het motto van het Nederlandse landbouwsysteem in de naoorlogse jaren. De overheid stimuleerde daarmee een maximale en zo efficiënt mogelijke productie. Het bedrijf van de familie Hoorn is daar ook een resultaat van. Veel land, veel dieren en een hoge opbrengst per koe. Maar ondanks die grote schaal houden Evert en Koop oog voor detail. Hun koeien worden gefokt met veel aandacht voor de bouw om te zorgen dat ze fit blijven op zoveel mogelijk ruwvoer van eigen land. Aankoop van voer is nou eenmaal duur en gras van eigen land bevat voldoende voedingsstoffen. De rol van kunstmest staat daarin, al zo lang als dit middel bestaat, centraal. Lange tijd werd een maximale dosering geadviseerd en gingen Evert en Koop daarin mee. Maar ze zagen de grasgroei na iedere winter achteruit gaan en de koeien reageerden ook niet altijd goed op het rijke ruwvoer. Minder kunstmest was de oplossing. Naar eigen zeggen leren Evert en Koop zo iedere dag nog weer wat nieuws. 

Boeren is voortschrijdend inzicht, een oneindige zoektocht naar de balans tussen nemen en geven. Dat laatste staat ook centraal in de klimaatcrisis: wat kan de mensheid nemen en wat moet ze geven om de balans te bewaren? 

De zelfvoorzienende koe van Evert en Koop is niet gefokt met de intentie om klimaatverandering te verhelpen. Noch was het minderen van kunstmest een eigen keuze ten behoeve van de natuur. Maar toch zijn het Evert en Koop, met hun passie en oog voor detail, die bijdragen aan de zoektocht naar de balans tussen geven en nemen. Al sinds jaar en dag voorzien Nederlandse boeren, en hun koeien, op die manier de maatschappij van voedsel en vormen ze het landschap. Dit reflecteert de manier van leven waar we allemaal onderdeel van uitmaken. Het is dan ook aan deze boeren om, al luisterend naar het land, die manier van leven te sturen richting een duurzame toekomst.