Exotische rivierkreeften nemen Nederland over, met vergaande gevolgen voor mens en dier in en om het water. Onderwater-ambassadeur Aaf Verkade heeft deze dieren al jaren in het vizier.

Water loopt als een blauwe draad door het leven van Aaf Verkade. Als scholier zwom ze al met een wilde dolfijn voor de Ierse kust, daarna was ze assistent bij dolfijnentrainers op Tenerife. Momenteel is ze adviseur stadsgrachten, leidt ze vismonitoring en beheert ze in het stadswater van Leiden een zelf opgericht visreservaat. Ze kan drie minuten haar adem inhouden, in haar WhatsApp-info staat ‘Ik ben een druppel later’, en op haar website staat een smoelenboek dat individuele karpers, brasems en rivierdonderpadden per wijk benoemt.

Ze is als ‘grachtensnorkelaar’ vaak in het water terug te vinden. ‘Ik heb inmiddels een ontheffing van de waterpolitie, ook voor nachtelijk zaklampsnorkelen. Ik neem altijd een boei mee waarin ik mijn vondsten kan stoppen – opvallend veel telefoons.’ Op de boei staat ‘Ssst!’ om te voorkomen dat voorbijgangers naar haar roepen. ‘Ik ben wel eens voor een lijk aangezien. Ik lag op de bodem naar een snoek te kijken en hoorde boven me: “Leeft ze nog?” In het water hoor je gesprekken op het droge duidelijk.’

Verkade’s missie is om mensen enthousiast te maken voor het onderwaterleven in Nederland en dat te helpen beschermen. Haar huis aan een Leidse gracht is geheel in dienst van die missie ingericht. Verkade noemt het een ‘educatief centrum’, met kasten en rekken vol voorlichtingsfolders, zoekkaarten, publicaties en kleurplaten. Zeker twaalf aquaria staan gemoedelijk borrelend langs de wanden. Achter het glas scharrelen grondels, zeelten, baarzen, alvers, voorns, Chinese wolhandkrabben en rode Amerikaanse rivierkreeften.

‘Mijn vriezer zit vol kadavers en vissenvoer, er kan geen ijsje meer bij. Ik heb onlangs verbouwd; vroeger ontsnapte er nog wel eens een kreeft en die klom dan in de gordijnen. Nu is de hele begane grond kreeftbestendig, met afwasbare muren en een vloer die het kan hebben als ik in een druipende wetsuit uit de gracht naar binnen kom.’

Voor haar inspanningen heeft Verkade dit jaar een lintje gekregen van de koning. ‘Ridder in de Orde van Oranje-Nassau’ is een titel die bij haar past, want sinds enkele jaren is ze op een kruistocht. Een kruistocht tegen de rode Amerikaanse rivierkreeft, ook wel ‘clarkii’ (naar de Latijnse naam Procambarus clarkii) of ‘Sjakie’, zoals Verkade hem noemt. ‘Zijn echte naam is zo’n mond vol.’ Sjakie is een invasieve exoot die een spoor van vernieling door het onderwaterlandschap trekt.

Ravage

Verkade denkt dat het haar zo tegen 2015 opviel dat de rivierkreeften (zie kader) nu wel erg talrijk begonnen te worden. ‘Ik onderzocht de effectiviteit van dakpannen op de bodem als behuizing voor zeldzame rivierdonderpadden, maar in plaats van die visjes vond ik er steeds vaker kreeften onder.’

Ook de schade die ze veroorzaken, werd almaar duidelijker. ‘Vooral in slotgrachten en kasteelvijvers is goed te zien welke ravage ze aanrichten. Dat is afgesloten water, en als daar eenmaal kreeften naartoe wandelen, is het snel gebeurd met het overige onderwaterleven.’

Rode Amerikaanse rivierkreeften eten alles: eieren van vissen, kikkers en salamanders, en waterplanten, die ze in stukken knippen

Rode Amerikaanse rivierkreeften eten alles: eieren van vissen, kikkers en salamanders, en waterplanten, die ze in stukken knippen. ‘Twee jaar geleden werd ik ingehuurd door omwonenden van Polderpark Cronesteyn in Leiden. Die maakten zich zorgen over de zwanen, die steeds vaker bij mensen om voedsel kwamen bedelen. Jonge zwanen gingen dood; een autopsie bij een dierenarts wees uit dat ze ondervoed waren.

Ik ging het water in om te kijken wat er aan de hand was. Het was troebel als erwtensoep. Dan weet ik al genoeg. Verminderde waterkwaliteit, voedselgebrek voor andere dieren – dat is wat je krijgt als te veel kreeften de bodem omwoelen, oevers ondergraven en waterplanten beschadigen. Je krijgt ook zuurstofarm water. Vorig jaar dreven er ineens 125 dode karpers in dat park.’

Het gegraaf van de kreeften in oevers en dijken is berucht. ‘In de grachten zie ik ze overal in de kademuren zitten. Ze bikken gewoon de mortel tussen de stenen vandaan. In Cronesteyn donderen de natuurvriendelijke oevers zo het water in. Gatenkaas. Ik heb ook een traject langs het spoor tussen Leiden en Alphen aan de Rijn onder water bekeken. De aarde was grotendeels weg, boomwortels staken zo in het water, het leek wel een mangrovewoud. Bomen vielen de afgelopen twee jaar met bosjes van het talud.’

Protocol versus intuïtie

Verkade vond niet overal direct gehoor met haar waarschuwingen voor de opmars van de rivierkreeften. ‘Provincies, gemeenten, het Ministerie van Landbouw, Visserij & Natuur – het lijkt erop dat niemand echt zin heeft om probleemeigenaar te worden. Ze betalen liever miljoenen aan ecologische onderzoeksbureaus voor nog maar eens een rapportje. Een stadsecoloog zei tegen me: “Er komt vanzelf weer een biologisch evenwicht. We kunnen er toch niets meer aan doen.” Zo lust ik er nog wel een paar. We moeten juist in actie komen!’

Wat aan die actie ook in de weg staat, is wetgeving. Volgens de Visserijwet mogen alleen beroepsvissers gestructureerd op de dieren vissen, en mogen ze niet vervoerd of verhandeld worden, en bijvoorbeeld aan restaurants verkocht worden.

Verkade snuift van ongeduld over zulke belemmeringen. Ze snapt wel waarom ‘de instanties’ soms moeite hebben met haar verhalen. ‘Zij willen natuurlijk datagestuurd en volgens protocol werken. En ik ben maar een éénpitter, een gesjeesde biologiestudent en autodidact die alles op intuïtie doet. Maar ik ben wel degene die dagelijks in de sloot ligt om met eigen ogen te kijken wat die kreeften onder het oppervlak aanrichten.’

Daarbij maakt Verkade ook jaarverslagen waarin ze haar bevindingen met de kreeften netjes en cijfermatig documenteert. In 2020 telde ze 4.838 rivierkreeften tijdens haar onderzoeken, in 2021 waren dat er al 10.116.

Vissen trainen

De kreeftenoverlast concentreert zich met name in West-Nederland, maar je kunt er natuurlijk op wachten tot ze ook in de noordelijke provincies talrijk genoeg zijn om grootschalige schade aan te richten.

Heeft Verkade een tip voor het Noorden? ‘Ga goed luisteren. Neem het serieus als de eerste boer zich meldt en zegt dat zijn dijk is ingestort door graafwerk van rivierkreeften. Ga ook niet zitten wachten, maar begin nu al met preventie en bestrijding. Alle partijen moeten een rol spelen: het ministerie, waterschappen, provincies, gemeenten, terreinbeheerders, sportvissers. En zij moeten alles gaan uit proberen wat de instanties de afgelopen dertig jaar niet gedaan hebben. Lokale initiatieven die succesvol blijken, kunnen dan navolging vinden.’

In haar woning experimenteert Verkade er zelf ook op los. Ze traint op dit moment baarzen om kreeft te eten. Eerst jonge kreeften, dan ontklauwde exemplaren. Uiteindelijk zet ze de vissen terug in het water, zoals snoek Spike, een dankbare leerling die te groot voor zijn bak geworden was. ‘Het idee, en mijn hoop, is dat andere roofvissen dat gedrag vervolgens gaan kopiëren en ook meer kreeft gaan eten. Vissen zijn er slim genoeg voor.’

Als er een fuut of meerkoet voorbij zwemt, vist Verkade snel een kreeft uit een van haar aquaria en spoedt zich naar buiten om de vogel te voeren. ‘Vooral als meerkoeten jongen hebben, want dan leren die ook meteen kreeft eten.’

Beheersbaar niveau

Zo heeft Verkade nog veel meer ideeën. Het landschap zo inrichten dat je het vijanden van de kreeft naar de zin maakt, zoals die meerkoet maar ook de otter en de paling. Dat kan met broedplaatsen en faunapassages. ‘Spanjaarden laten al palingen los om een kreeft tot in zijn holletje te achtervolgen. Ik heb zelf een taskforce opgericht die out-of-the-box oplossingen verzint om de aanwas van kreeften af te remmen. Denk aan verkennen wat er kan en mag met fuiken, vallen en netten. Of aan snorkelaars opleiden om kreeften te vangen. Of aan vangpatrouilles in het najaar kreeften van de straten laten plukken als die naar de volgende sloot trekken. Of aan muskusrattenvangers inzetten; die scoren nu kilo’s kreeften als bijvangst, maar moeten die volgens de huidige regels weer loslaten!’

‘Vangen, vangen, vangen! Daar zit een vrouwtje met eieren, dat is veel punten waard!’

Aaf Verkade

Heeft Verkades kruistocht tegen de kreeften er nu voor gezorgd dat ze een hekel aan de dieren heeft gekregen? De kreeften verruïneren toch de onderwaterwereld waar zij zoveel van houdt. ‘Totaal niet. Het zijn dieren, ze doen ook maar gewoon wat ze doen. Ze hoeven ook niet weg van mij, maar hun populaties moeten op een beheersbaar niveau komen. Als ik ze zie, heb ik juist een gevoel alsof ik in een soort computerspel zit: vangen, vangen, vangen! Daar zit een vrouwtje met eieren, dat is veel punten waard! Als ik ze zou haten, zou ik iedere keer een negatief gevoel hebben als ik het water inga en ze tegenkom. Dat laat ik natuurlijk niet gebeuren.’

Aaf Verkade Annet van Aarsen duiken in de Nieuwe Rijn. Foto Taco van der Eb

Exotische kreeftenbrigade
Verschillende exotische rivierkreeften zijn bezig aan een opmars onder de oppervlakte van Nederlandse sloten, vijvers, grachten en plassen. De gevlekte Amerikaanse rivierkreeft is de talrijkste, maar de rode Amerikaanse rivierkreeft richt de meeste schade aan. Hij wordt sinds de jaren tachtig in Nederland aangetroffen. Hij kan over land kruipen, op zoek naar nieuw leefgebied – in de beginjaren werd de politie niet zelden gebeld met de mededeling dat er een ‘schorpioen’ op de weg zat. Verder zijn hier ook nog de gestreepte en geknobbelde Amerikaanse rivierkreeft, en de Californische en de Turkse rivierkreeft. Al die soorten zijn hier waarschijnlijk naartoe gehaald voor de commerciële kweek of de aquariumhandel en ontsnapt of losgelaten.

De inheemse Europese rivierkreeft heeft het nakijken: hij is zeer kwetsbaar voor de kreeftenpest, een schimmel die veel van deze exoten bij zich dragen. Hij komt alleen nog voor in een geïsoleerde vijver op een Arnhems landgoed. De marmerkreeft is misschien wel de meest verontrustende van deze brigade invasieve exoten. De soort is ontstaan uit een spontane mutatie in een aquarium en bestaat alleen uit vrouwtjes, die zich ongeslachtelijk voortplanten. Een zelfklonende kreeft die zich bliksemsnel kan vermenigvuldigen: wat kan er misgaan? In het water van de Antwerpse begraafplaats Schoonselhof is de marmerkreeft al een plaag geworden en ook in Nederland wordt hij op steeds meer plekken al gevonden.