Maar liefst 800 miljoen euro heeft het Waddenfonds in de Waddenkust geïnvesteerd. Toch is de voornaamste attractie nog altijd dat je er even lekker kunt uitwaaien, wat gratis is.

Dit artikel is afkomstig uit de Noorderbreedte-special Dynamische Waddendelta. Daarin wordt Harm Post abusievelijk opgevoerd als directeur Groningen Seaports, een functie die hij inmiddels niet meer vervult. In onderstaande versie is dat gerectificeerd. 

In toeristisch opzicht had de Nederlandse Waddenkust niet veel slechter ontwikkeld kunnen zijn dan nu het geval is. Het land is kaal en leeg. Anders dan aan vrijwel elke andere kust van Europa liggen de dorpen, stadjes en steden kilometers van de kust af. De enkele verdwaalde uitzondering ligt tegen een hoge, kale dijk aan, die de zee aan het zicht onttrekt.
Over de hele wereld is de kust een bron van plezier, bedrijvig­heid en natuurgenot, maar op de vaste wal aan het Nederlandse Wad is er in een kilometers brede strook land vrijwel niets te beleven. Er is alleen de dijk, plomp, functioneel en onwrikbaar, alsof hij tegen de zondvloed moet beschermen. Terwijl de Waddenzee niet de gevaar­lijkste zee ter wereld is. Achter de dijk ligt grootschalig, strakgetrokken boerenland.
Recreatieondernemer Jelle Bos zakt de moed bij tijden in de grote schoenen. Al decennia is hij bezig om Wad en kust toeristisch te ontsluiten. Hij bezat een camping in Lauwersoog, een vakantiepark, restaurant Het Booze Wijf. Hij vaart met toeristen over de Waddenzee en brengt groepen naar Waddenyoga op Engelsmanplaat. Nu heeft hij de camping en het vakantiepark verkocht. ‘Ik vond het wel choco.’
Bos is een van de meest ondernemende ondernemers van Lauwersoog. Op een middag in februari zit hij op het kantoor van zijn sleep- en reddingsdienst in de haven, nog een van zijn vele activiteiten. Op een klembord hangen tekeningen van een nieuw te bouwen hotel. Bos, een reus met rood haar, ergert zich al jaren aan het gebrek aan onder­nemingszin van zijn streekgenoten. Er wordt veel gepraat, maar er gebeurt niets, zegt hij. ‘Je moet hier toch wel een goed hotel kunnen boeken? Er moeten toch wel voldoende laadpalen zijn?’
In 2009, toen de Waddenzee de status van Werelderfgoed kreeg, was er aan weerszijden van de zeedijk ook al niets te doen. Bos nam recreanten mee de zee op, om het Wad te beleven. Behalve plezier en inkomsten leverde hem dat kritiek op van natuurbeschermers. ‘Ik erger me enorm aan lieden die vanwege hun hobby andere mensen willen verbieden om ook van het Wad te genieten. Het gebied heeft een enorme potentie, die niet wordt benut.’

Papieren dynamiek

Een merkwaardige discrepantie van de Waddenkust is dat er nooit iets lijkt te veranderen, maar op papier heel veel gebeurt. In de afgelopen decennia hebben honderden projecten er hun beslag gekregen, medegefinancierd, gestimuleerd en gecoördineerd door het Waddenfonds, het Programma Naar een Rijke Waddenzee en het Investeringskader Waddengebied. Het programma Sense of Place zet kunstwerken op de kust neer.
Er zijn talloze symposia over de Wadden geweest, congressen, conferenties, semi­nars, panels, verkenningen. Er is sinds de start van het Waddenfonds in 2006 uit dat fonds 800 miljoen euro in het gebied geïn­vesteerd (aangezien het fonds altijd slechts een deel van de investering financiert, bedraagt de totale investering waarbij het fonds is betrokken minstens het dubbele). Desondanks is de voornaamste attractie van de Waddenkust (de razend populaire eilanden blijven hier buiten beschouwing) nog steeds dat je er even lekker kunt ‘uitwaaien’, wat gratis is, en wat voor al die investeringen ook al kon.

Voormalig directeur Harm Post van Groningen Seaports deelt zakjes gedroogd zeewier uit

In februari is er weer een symposium van het Investeringskader Waddengebied (IKW), deze keer over (geen verrassing) ‘investeren in het Waddengebied’. In een kerkelijk centrum in Dokkum zijn 250 witte mannen en vrouwen bijeen, ambtenaren uit de in het IKW deelne­mende provincies Noord-Holland, Groningen en Friesland, ondernemers en andere ‘initiatiefnemers’. Ze kijken en luisteren naar keynotes, paneldiscussies en pitches.
Tot de sprekers, 23 in getal, horen gedeputeerden, waterschapsbestuurders, directeuren en programmamanagers. Er is een ontvangst met koffie en thee, een uitge­breide lunch van 12:40 tot 14:00 uur en een informatiemarkt met een hapje en een drankje vanaf 15:00 uur. Tussendoor vertelt iemand over een ‘projectoverstijgende verkenning’ van dijkversterking. Voormalig directeur Harm Post van Groningen Seaports deelt zakjes gedroogd zeewier uit. Achter in de zaal staat Waddenfonds-directeur Gerben Huisman met zijn armen over elkaar.
Het Waddenfonds heeft sinds het in 2007 in het leven is geroepen (ter compensatie van de gaswinning onder de Waddenzee) meer dan tweehonderd projecten mede gefinan­cierd. Bierum kreeg een nieuw dorpshuis, er kwamen uitkijkpunten, er werd gesleuteld aan zeegrasherstel, er was geld voor bloemen­projecten in Achlum en Oosterbierum – onder zeer veel meer.
Het geld van het Waddenfonds is ‘verjubeld’ aan projecten met twijfelachtige baat, stelt journalistiek samenwerkingsverband Investico in een artikel uit 2019 (tot dat jaar is 600 miljoen besteed). Het fonds is een grabbelton, zegt toenmalig Waddenvereniging-directeur Lutz Jacobi in het stuk, waarin bestuurders en ondernemers naar believen een graai doen. De projecten hebben misschien voor kortstondig plezier gezorgd, maar niet voor een duurzame, structurele verbetering van de natuur en de economie van het Waddengebied.

Confetti van projecten

Hoe zit het nu, vier jaar later? Wordt het geld nog steeds verjubeld? Nee, zegt direc­teur Gerben Huisman in het statige pand van het Waddenfonds in het centrum van Leeuwarden. Dat het fonds versnippert in een confetti van projecten: ‘Ik draai ’m om: we staan open voor goede ideeën. We maken veel projecten mogelijk.’
Het Waddengebied is kleinschalig, zegt Huisman, en de investeringen zijn dat daar­door ook. ‘Een project van 650 miljoen euro heb je hier niet. In dit gebied komen veel belangen samen. Het zou raar zijn om op één belang te focussen.’
De vraag is wie de regie over al die projecten heeft. Het antwoord is: niemand. Of: iedereen. Er is geen Deltaplan voor de Wadden. ‘De provincies hebben aangegeven waarover de projecten wél moeten gaan en waarover níet. Onze taak is meewerken, niet voorschrijven. Het initiatief moet uit het gebied zelf komen.’
Het Waddenfonds heeft een digitale kaart van de Wadden gemaakt. De projecten liggen daarop als rode, blauwe, gele en groene stippen over het gebied (en lijken daardoor inderdaad op confetti). In Huismans kantoor hangt een fysieke kaart. Als je een tijdje ernaar kijkt, valt op dat het Waddengebied in potentie alles heeft wat een gebied zich kan wensen. Het ligt aan de kust, heeft dorpjes, zee, eilanden, natuur. Waarom kost het zoveel moeite om het gebied te ontwikkelen, ‘revitaliseren’ zelfs?

Inspiratiesessie

Huisman is ook weer van de partij op een ‘inspiratiesessie’ over ‘kansen van de Groninger Waddenkust’ van de Economic Board Groningen. Op een sterren- en maan­loze avond rijden belangstellenden in het pikdonker over smalle weggetjes naar ’t Zielhoes in Noordpolderzijl. ‘Om 19:30 uur zaten 75 deelnemers klaar om geïnspireerd te worden door de vele initiatieven en ideeën aan de Groninger Waddenkust’, aldus de Economic Board later.
Een ondernemer vertelt over een initiatief met scooterverhuur. Een ander heeft een kruiden­bitter gebrouwen met zee-alsem. Een ‘vrije­tijdsmakelaar’ spreekt. In de pauze gaan we naar buiten om ‘het donker te beleven’. Het is bewolkt, er valt niets te zien. Ondernemer Jelle Bos is er ook. Hij is de enige die rookt. ‘Ik word altijd een beetje melig van dit soort dingen’, zegt hij. En inderdaad is moeilijk voor te stellen hoe in het donker in de wind staan een attractie kan worden (Er is hier niets! Komt dat zien!).

Jouke van Dijk, emeritus hoogleraar regionale arbeidsmarktanalyse en oud-directeur van de Waddenacademie, is ook onder de toehoor­ders in Noordpolderzijl. Hij is net op vakantie geweest naar Gran Canaria, dat helemaal geen moeite hoeft te doen om de traffic te genereren die de Nederlandse Waddenkust ontbeert.
‘Historisch gezien stonden kustbewoners in Friesland en Groningen met hun rug naar de dijk’, zegt Van Dijk een paar dagen later in een Gronings grand café. ‘Aan de andere kant van de dijk was het niet pluis. Daar was het gevaar. In 2009 werd de Waddenzee Unesco Werelderfgoed waar niemand mocht komen. Pas recent is er een omslag in het denken: we kunnen het Wad alleen in stand houden als mensen het kunnen zien. Dat zorgt voor betrokkenheid.’
De eilanden hebben het altijd goed gedaan qua toerisme, zegt Van Dijk. De kust daar­entegen is de pootaardappel-kraamkamer van de wereld, doordat hij gezegend is met vruchtbare grond en een ideaal klimaat heeft voor aardappels. Door het ‘recht van opstrek’ reikt in Groningen strak boerenland tot aan de dijk.

‘Het is ieder voor zich. Elke gemeente heeft haar eigen marketing’

Hoe anders is het aan de Duitse Waddenkust, waar je kustplaatsjes en stranden hebt. Tot voor kort bracht een kuurvergoeding in het Duitse ziekenfonds het hele land erheen. Een gevolg is wel dat het Duitse Waddentoerisme oubollig is, zegt Van Dijk, gericht op oude mensen.
Het ligt ook aan de bewoners zelf dat ontwik­kelingen aan de Nederlandse Waddenkust zo moeizaam van de grond komen, meent de emeritus hoogleraar, aan een doe-maar-gewoon-mentaliteit die net zo onveranderlijk is als het gebied zelf. Zo had je enige jaren geleden Hotel de Marne op het Groninger Hogeland, waarin kleine hotels, B&B’s en restaurantjes moesten samenwerken. Dat is alweer ter ziele. ‘Het is ieder voor zich. Elke gemeente heeft haar eigen marketing. Om het fietsen te bevorderen bleken tien clubs hun eigen route-apps te hebben ontworpen.’
De bemoeienis met de Waddenkust is een bestuurlijke spaghetti, stelt Van Dijk. De complexiteit van de opgaven – balans vinden tussen ecologie en economie, regionale vita­liteit en, recenter, klimaataanpassing – heeft een bestuurderskluwen opgeleverd waarvan het simpele bestaan zichzelf legitimeert. Bestuurders komen en gaan als eb en vloed. Af en toe blijft er iets op de kust liggen.
Ook de Waddenorganisaties zelf komen en gaan. Het Programma Naar een Rijke Waddenzee, dat plannen voor een duur­zaam Wad moest genereren, heeft eind 2022 opgehouden te bestaan. De website is in de verleden tijd gezet, wat grappig proza oplevert over een organisatie waarvan ‘de kracht lag in het samenspel’ en die ‘kon koorddansen bij wind’. Het resultaat is een uitputtende bibliotheek aan rapporten, actie­plannen, convenanten, verklaringen, visies, uitvoeringsagenda’s en kansenkaarten.
Het Waddenfonds stopt in 2028. Er zit nog honderd miljoen euro in de pot. Met dit bedrag gaat het fonds actief de boer op, blijkt in ’t Zielhoes in Noordpolderzijl. De tweede helft van de avond, nadat we in het donker op de dijk hebben gestaan, gaat over de vraag: hoe vraag je subsidie aan? Een voorwaarde is dat het project ook na het stoppen van de subsidie doorgaat, zegt een ‘programmaregisseur’. Maar verder is het principe: wie het eerst komt, die het eerst maalt. ‘Schrijf je plan op één of twee A4’tjes en kom bij ons.’

Hoeveel van de gekleurde stippen versieren de digitale kaart van het Waddenfonds over vijf jaar nog? ‘Als het goed is het meren­deel’, zegt directeur Gerben Huisman in Leeuwarden. Het fonds heeft ook bijgedragen aan voorstellingen en ‘beleving’, die nadat ze zijn beleefd wegwaaien met de wind, maar zet nu in op ‘dingen die je kunt vastpakken’. Na 2027 is er vast weer nieuw budget. ‘Het kan niet zo zijn dat er dan geen impuls meer komt.’

Trefwoorden