Elles Bulder is lector Leefomgeving in Transitie aan de Hanzehogeschool in Groningen. De functie van erfgoed verandert en daarom pleit zij voor de inzet van burgerwetenschap om de waarde van erfgoed te bepalen.

Als samenleving vinden we cultureel erfgoed belangrijk omdat het betekenis geeft aan onze leefomgeving. Het helpt ons onszelf te positioneren in de tijd. Maar wat is eigenlijk erfgoed? De historisch geograaf Hans Renes noemde het ‘sporen uit het verleden die een betekenis hebben in het heden’. Die betekenis is niet in beton gegoten en hoeft niet voor iedereen gelijk te zijn. Lector Cultureel Erfgoed Hester Dibbits pleit bijvoorbeeld voor ‘erfgoedwijsheid’, oftewel het vermogen om erfgoed te zien als iets dat niet vastligt, maar dat in een voortdurende dialoog in de samenleving steeds opnieuw bepaald wordt.

Wie bepaalt wat erfgoed is?

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed schrijft op haar website: ‘Cultureel erfgoed brengt mensen samen en is van grote waarde voor de samenleving op ruimtelijk, sociaal en economisch vlak. Het is dan ook van belang om in de zorg voor dat erfgoed de vraag te stellen: waarom en voor wie bewaren we het, en hoe zijn mensen betrokken?’ Om die vraag te kunnen beantwoorden, moeten we eerst bepalen wat eigenlijk erfgoed is. Dit zorgt al snel voor een soort Babylonische spraakverwarring. Ten eerste zijn er twee hoofdsoorten: materieel en immaterieel erfgoed. Materieel erfgoed bestaat uit rijksmonumenten of gemeentelijke monumenten, maar ook landschappen, beschermde dorpsgezichten en archeologisch erfgoed. Ook historische infrastructuren, mobiel erfgoed, en de collecties van musea en archieven zijn materieel erfgoed. Immaterieel erfgoed is de parapluterm voor oude ambachten, tradities, rituelen, bepaalde streekgerechten en festivals.
Wie bepaalt in de praktijk wat onder erfgoed valt? Die vraag is eenvoudig te beantwoorden: de overheid. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) wijst namens de minister van OCW rijksmonumenten aan, de provincie de provinciale, en de gemeente de gemeentelijke. Daarnaast is in het kader van de nieuwe Omgevingswet door gemeenten een lijst met beeldbepalende of karakteristieke panden opgesteld.

Wat is waardevol?

Wat wij als waardevol cultureel erfgoed zien, wordt voor een groot deel bepaald door onze persoonlijke eigenschappen en ervaringen. De plek waar je bent geboren of de plek waar je woont, spelen hierin een rol. Mensen met een sterke binding met het platteland vinden bijvoorbeeld ander erfgoed belangrijk dan mensen uit de stad.
Ook laat onderzoek zien dat jongeren minder gehecht zijn aan gebouwd erfgoed, maar wel sterk hechten aan groen erfgoed. Wanneer je jongeren uit Groningen vraagt wat zij belangrijk vinden, antwoorden zij de Wadden en het Groninger landschap. Daarnaast bestaat er de neiging een hiërarchie aan te brengen tussen verschillende soorten cultureel erfgoed. Zo is voor het behoud van kerken gemakkelijker geld te vinden dan bijvoorbeeld voor het behoud van industrieel erfgoed.

Erfgoed en identiteit

Erfgoed kan ook de identiteit van een groep of streek onderstrepen. Het erfgoed maakt de identiteit zichtbaar en geeft houvast, trots en richting. De groepsidentiteit verandert echter in de loop van de tijd en hierdoor kan erfgoed ook een andere betekenis krijgen.
Een voorbeeld hiervan is de aandacht voor sporen van het slavernijverleden in Stad en Ommeland. Groningse erfgoedpanden krijgen hierdoor een andere context. Jonkers en rijke stadjers waren namelijk de belangrijkste aandeelhouders van de in 1622 opgerichte Kamer Stad en Lande van de West-Indische Compagnie (WIC). Deze WIC was verantwoordelijk voor de handel in veel tot slaaf gemaakten. Het dertiende-eeuwse Calmerhuis (vroeger onderdeel van het Wolters- Noordhoff-complex) aan de Oude Boteringestraat in Groningen, werd in de achttiende eeuw bewoond door Thomas Seeratt. Seeratt spande zich in voor het herstellen van de Groningse zeedijk na de kerstvloed van 1717, maar was daarvoor kapitein op een slavenschip van de WIC. Tot vrij recent werd het Calmerhuis voornamelijk gezien als een van de oudste huizen in de stad Groningen. Nu is het onderdeel geworden van een stadswandeling langs locaties die verbonden zijn met het slavernijverleden. Het Calmerhuis heeft hierdoor ook een andere betekenis gekregen.

Mensen en erfgoed

Omdat de betekenis van erfgoed dus verandert, is ‘erfgoedwijsheid’ belangrijk: in een voortdurende dialoog bepaalt de samenleving steeds opnieuw wat erfgoed is. Direct betrokkenen een aandeel geven in deze dialoog zorgt voor maatschappelijk draagvlak. Zo heeft een aantal jaren geleden de Molukse kerk in Appingedam, gebouwd in 1960, de status van monument gekregen. Dit was het resultaat van een samenwerking van de Stichting Oude Groninger Kerken en de Molukse gemeenschap. Sinds de restauratie en de versterking in 2017 wordt in het gebouw ook de geschiedenis van de Molukse gemeenschap in Nederland verteld.
Het vergt lef van experts en overheden om het oordeel van direct belanghebbenden toe te laten. Het biedt ruimte aan de waarde die een gemeenschap hecht aan haar cultureel erfgoed, maar kan gepaard gaan met emoties. Een voorbeeld dichtbij huis is het omarmen van de overblijfselen van het rijke boerenleven op de Groninger klei als waardevol erfgoed. Soms kleeft aan dit erfgoed een minder positieve herinnering uit de tijd dat het klasseverschil tussen herenboeren en arbeiders nog groot was. Oude emoties kunnen daardoor opspelen bij het behoud en beheer van dit ‘schurend erfgoed’.

Begin dit jaar ondertekende de Nederlandse regering het Verdrag van Faro. In plaats van het erfgoed zelf, stelt dit Europees kaderverdrag (een verdrag zonder juridische verplichtingen) de mens en de samenleving en hun relatie met erfgoed centraal.
Hoe betrek je dan de samenleving bij het erfgoed? Een methode daarvoor is het zogenoemde ‘community mapping’, waarbij de wensen en sterktes van een plek door de gemeenschap zelf – vaak letterlijk – in kaart gebracht worden. Dit is een aansprekende manier om mensen te betrekken bij de waardering van cultureel erfgoed.
De RCE en de Erfgoedacademie experimenteren hiermee. Ook de gemeente Groningen is de laatste jaren bezig om inwoners invloed te geven bij de bepaling van wat waardevol erfgoed is. In 2016 verscheen het rapport Wat vindt de Stadjer (van) erfgoed?. 3.600 Stadjers vulden hiervoor een enquête in. Daarin werd gevraagd een favoriet monument, een belangrijke historische plek of een belangrijk gebouw en een zogenoemde sleeping beauty te noemen. In 2023 werd dit nog eens herhaald. Het zal geen verbazing wekken dat de Martinitoren en de Martinikerk met vlag en wimpel op de eerste en tweede plaats van ‘favoriete monumenten’ staan. Maar ook hier komt het ‘groene erfgoed’ in de vorm van het Noorderplantsoen hoog binnen op de derde plaats.

Burgerwetenschap

Een verdergaande methode om inwoners te laten participeren is burgerwetenschap. Burgerwetenschap is wetenschappelijk onderzoek dat in zijn geheel of gedeeltelijk door vrijwilligers wordt uitgevoerd, in samenwerking met wetenschappers die verbonden zijn aan een kennisinstelling. Taken die burgeronderzoekers kunnen uitvoeren, variëren van observeren en meten tot het opzetten van onderzoek. De bekende nationale tuinvogeltelling van de Vogelbescherming en de vlinder- en bijentellingen zijn voorbeelden van burgerwetenschap. Voordelen van deze vorm van onderzoek zijn dat het toegang geeft tot data waar anders geen toegang toe is en dat burgers ervaringskennis inbrengen. Het vergroot de betrokkenheid van burgers bij wetenschap en zet de wetenschap met beide voeten in de maatschappij.

In een voortdurende dialoog bepaalt de samenleving steeds opnieuw wat erfgoed is

Burgerwetenschap en erfgoed

Hoewel spaarzaam, zijn er in Nederland inmiddels burgerwetenschap- projecten rond cultureel erfgoed. Een voorbeeld is het project Waarderen vanuit het Levend Geheugen van Erfgoed Leiden en Omstreken, een instelling van de gemeente Leiden. Samen met bewoners van vier zogenoemde ‘Post 65-wijken’ (wijken gebouwd na 1965 waarvan de erfgoedwaarde nog niet is bepaald) wordt onderzoek gedaan naar de waarde die de gebouwen hebben voor bewoners. Hun waardering wordt naast een selectie gelegd die door deskundigen is gemaakt. Die kan daarmee getoetst en eventueel aangepast worden. Daarna kunnen bewoners kiezen hoe zij de betekenisvolle plekken in hun wijk onder de aandacht willen brengen. Dat kan bijvoorbeeld met een fotoalbum of een buurtwandeling. Zo worden bewoners zich meer bewust van het ‘Post 65-erfgoed’ en van de waarde die zij daaraan toekennen. En professionals worden zich bewust van wat de bewoners belangrijk vinden.

Voor burgerwetenschap in Nederland is in 2022 het Citizen Science Nederland-netwerk opgezet. Tijdens de lanceringsbijeenkomst kwam naar voren dat er nog weinig waardering is voor burgerwetenschap als serieuze kennisbron en dat er een gebrek is aan goede financiering. Het blijft voor overheden en onderzoekers lastig de vrijheid van denken op te brengen die nodig is om naast experts ook vrijwilligers de ruimte te geven.

Willen we het Verdrag van Faro serieus nemen, dan zijn mensen voortaan het uitgangspunt in onze omgang met erfgoed. Burgerwetenschap is een uitstekende manier om hier handen en voeten aan te geven. Er is nog een lange weg te gaan voordat deze methode grootschalig toegepast zal worden, maar burgerwetenschap kan leiden tot verrassende resultaten en een breder draagvlak creëren voor het behoud van ons erfgoed.