Een serie over schrijvers uit Friesland, Groningen en Drenthe in Noorderbreedte. Als één schrijver hierin past, is het wel Gerrit Krol.

‘De trein reed niet naar Warschau, maar bleef ergens in Wit-Rusland staan. In Berezino, een plaatsje aan de Berezina, de rivier die iedere Nederlandse schooljongen kent van de Vaderlandse Geschiedenis. Marnix was verrast de naam te lezen. Ze namen een taxi, reden de stad uit en de rivierbedding in naar beneden.
De brug die in november 1812 door de Russen in brand was gestoken om de Franse legers te hinderen in hun terugtocht was nooit weer opgebouwd. Een veerpont onderhield het verkeer tussen beide oevers, die rijkelijk waren begroeid met riet, omdat het zomer was. Op een oud VVV-bord stond het volgende te lezen: ‘Ten gevolge van het zinken van wagens, paarden en mensen, is er bij Studianka een drietal eilanden ontstaan door op elkaar gedreven lijken. Vele jaren later staken er nog menselijke knoken uit, vingers en ribbenkasten, doch deze zijn thans dicht begroeid met ver-geet-mij-nietjes.’ ‘Uitzonderlijk’, voegde Marnix daaraan toe, ‘een Russische VVV die actief is geweest.’
‘Wat is ver-geet-mij-nietjes in het Russisch’, vroeg Sylvia.

Gerrit Krol

(Uit ‘Missie Novgorod’, uitgave Het Drentse Boek, 1999)

Een serie over schrijvers uit Friesland, Groningen en Drenthe in Noorderbreedte. Als één schrijver hierin past, is het wel Gerrit Krol. Geboren in 1934 en van Friese afkomst groeide hij op in de Korrewegwijk in Groningen en woont hij nu al jaren in het Drentse Oudemolen. Gerrit Krol debuteerde in 1962 met de novelle De rokken van Joy Scheepmaker en vanaf dat jaar heeft hij een oeuvre opgebouwd dat zijn weerga nauwelijks kent. Bijna elk jaar kwam er een titel van hem uit. Bovendien publiceerde hij in verschillende genres: poëzie, verhalen, novellen, romans, essays en columns. Enkele bekende uitgaven van zijn hand zijn Het gemillimeterde hoofd uit 1967, Een morgen in maart (1967), Over het uittrekken van een broek (1970), In dienst van de Koninklijke (1974) en meer recent Middletons dood, De oudste jongen, 60.000 uur en De filatelist. In 1991 schreef hij speciaal voor Noorderbreedte het verhaal De kleur van Groningen, naar aanleiding van een door Noorderbreedte uitgegeven zeefdruk van een Groningse steenfabriek van Han Jansen.
Het thema misdaad en straf speelt in zijn werk een belangrijke rol. Zo schreef hij in 1990 een omstreden essay over de doodstraf onder de titel Voor wie kwaad wil. In zijn werk is ook een belangrijke rol weggelegd voor Groningen, de stad waar hij opgroeide. In 1998 publiceerde hij de verhalenbundel De oudste jongen, waarin hij herinneringen ophaalt aan zijn jeugd in de Groninger Korrewegbuurt. Geen fictie ditmaal, maar een zo nauwgezet mogelijke weergave van zijn herinneringen aan Stad. Herinneringen aan onder andere zijn middelbareschooltijd en zijn eerste liefdes. Zijn vroegere wetenschappelijke beroepsmatige bezigheden zorgden ervoor dat hij zijn oudere werk soms voorzag van wiskundige formules en diagrammen en dat heeft ertoe geleid dat velen hem ten onrechte nog steeds zien als een wat droge, wetenschappelijke schrijver met een passie voor computers. Niets is minder waar. Begin december van vorig jaar werd bekend dat Gerrit Krol in mei de P.C. Hooftprijs krijgt uitgereikt. Hij verdient het als geen ander.

Trefwoorden