Zoals Nederland er nu uitziet, is een uitvinding van de negentiende en twintigste eeuw. Wie dat niet gelooft, doet er goed aan het nieuwste boek van historicus Auke van der Woud te lezen. In Het landschap, de mensen beschrijft hij het ontstaan van het moderne Nederland.

De grote woeste gronden en moerassen die er tweehonderd jaar geleden waren, zijn ontgonnen. Waterplassen werden ingepolderd. De kleine weilanden en akkers werden herverkaveld. Rivieren werden rechtgetrokken. Armoedige zandgronden werden bebost.

Zo groeide Nederland
uit tot een industriële landbouwnatie, met een ‘tijdbesparend landschap’, zoals
Van der Woud het noemt. Dat Nederland nog zo vaak worstelt met de verhouding
tussen landbouw en natuurbehoud, stamt uit die tijd.

‘Toen ik een
schooljongen was’, vertelt Van der Woud, die opgroeide in het Sneek van de
jaren vijftig, ‘zag ik weilanden die er nu niet meer zijn: vol met bloemen, met
bobbels en met weidevogels. Jonge mensen kennen dat niet. Die denken dat het
landschap zoals het er nu uit ziet normaal is. Ik las laatst in de kr…