Weinig andere inwoners van het dorp Heeg zouden doen wat Marloek Visser doet met haar kippen. Ze af en toe binnenlaten, waar ze gezellig onder de tafel mogen zitten, op een schapenvachtje.

Toen er één dood ging, legde Visser het dier buiten, op het stoepje bij de keukendeur. Zo konden de andere kippen kennisnemen van het overlijden van hun soortgenoot en afscheid nemen. Precies zo doet Visser met katten. Niks voor een plattelander. Maar Visser hoor je niet beweren dat zij een plattelander is. Na vijfentwintig jaar in Amsterdam, streek ze vlak na haar vijftigste neer in het Friese Heeg, nu alweer tien jaar geleden. Ze betrok de boerderij van haar overleden ouders.
Het gezin waarin ze was opgegroeid had jaarlijks vakantie gevierd op en rond de Friese wateren. Toen de kinderen waren uitgevlogen kregen vader en moeder een gesplitste boerderij in Heeg op het oog. Die moest een familievakantieoord worden, maar de ouders gingen er zelf wonen, verrukt als ze waren van de plek. Marloeks oudere broer en zijn gezin kwamen erbij, toen ook de andere helft van de boerderij te koop kwam. Meer generaties onder een dak, moeder en vader hadden het er vaak over. Zij hadden het prachtig gevonden hun dochter hier te zien.
Het huis, de tuin, het onkruid krabben – het is een bult werk. Maar een droomplek is het ook, aan de rustige Idzegaasterpoel, waar de pupillen van de naburige zeilschool het varen onder de knie proberen te krijgen. De opa uit Bolsward die ze amper gekend heeft, heeft de liefde voor Friesland toch doorgegeven. Het water, de vlakheid, de natuur, de Friese mensen van wie je weet wat je aan ze hebt. In het Zuiden waar Visser studeerde, in Maastricht en Eindhoven, was het volk anders, met meer show eromheen.
Elke morgen, weer of geen weer, opent Visser de keukendeur en neemt ze de omgeving in zich op. Ze gaat hier nooit meer weg. Jongere jaren vol prikkels in Amsterdam en nu de ruimte en de rust. The best of both lives. Ze heeft gedacht: voor werk zal ik wel vaak naar het Westen moeten. Maar al tien jaar lang volgen opdrachten uit Noord- Nederland elkaar op. Bij vrienden in het land kan ze terecht als ze cultuur wil snuiven of experimenteler wil eten dan wat je in watersportdorpen als Heeg doorgaans op de kaart treft.
Ze heeft met veel meer verschillende mensen contact dan ze vroeger in haar Amsterdamse bubbel had. De buren kende ze daar niet. Nu gaat ze twee keer per jaar op pad met een gemêleerde buurvrouwengroep en is ze verbonden aan de energietransitiewerkgroep die Heeg van het gas af wil krijgen. Maar eerlijk is eerlijk, ook de variatie in Heeg heeft grenzen. Want toen ze iemand van kleur in het dorp zag, keek ze om. Ze verbaasde zich over haar eigen reactie.
Haar nichtje uit de hoofdstad komt graag logeren. Eens gingen ze fietsen en vroeg het meisje of tante echt zoveel Hegenaren kent, zoveel werd er onderweg gegroet. Nou, nee hoor. Ja, van gezicht, of een babbeltje over het weer. Vaak is dat genoeg. Als import verstaat Visser ook de kunst van juist te zwijgen. Bijvoorbeeld tegen de boeren die de pasgeboren kalfjes al na een dag bij de moederkoe weghalen. Of als ze een akker ziet die geel is van bestrijdingsmiddel. Haar hart breekt, maar dat zegt ze niet. De kritische stadse die overal wat van vindt, wil ze absoluut niet zijn.

Marloek Visser
Geboren
29 maart 1961 in Dordrecht
Is interim-manager en coach bij verandertrajecten in de zorg
Noorderling sinds 2011
Woont in Heeg
Kwam uit Amsterdam
Huisgenoten woont alleen

Nieuwe Noorderlingen

Waargebeurdeverhalenschrijver Ellis Ellenbroek onderzoekt hoe het nieuwkomers in het Noorden vergaat.