Historicus Barbara Henkes is als onderzoeker verbonden aan de sectie Eigentijdse Geschiedenis van de Rijksuniversiteit Groningen. Zij woonde enige tijd op de Schatsborg in Leermens.

In 1974 maak ik voor het eerst mijn opwachting op de Schatsborg: een grote boerderij gelegen op het kruispunt van de wegen naar Leermens, Godlinze, ’t Zandt en Zeerijp. Twee dubbele, groen geverfde houten schuurdeuren scheiden de deel van de oprit. Het erf wordt omringd door water met rijen bomen: links een mooie lindesingel en rechts hoge populieren. Achter is er vrij uitzicht over de weilanden. Enkele jaren eerder hadden het pand en haar naaste omgeving, inclusief het elektriciteitshuisje uit 1924 even verderop langs de Schatsborgerweg, de status van Rijksmonument gekregen.
Het was een warme zomerse dag in augustus. In de verte piekte het kerkje van Leermens vanaf de terp boven het weidelandschap. In een verstilde hoek op het terrein bevond zich een uit baksteen opgetrokken grafkelder uit 1897, gebouwd door en voor de toenmalige bewoners. Nadat de borgheer en zijn vrouw een plaats op het nieuw aangelegde kerkhof hadden gereserveerd, zouden de doden geruimd worden, samen met een haas die op de plavuizen vloer van de grafkelder zijn einde had gevonden.
Binnen toastten we op het leven en de dood in de Graanrepubliek. De nabijheid van leven en dood op het Groninger land leerde ik nader kennen toen een lokale jager met een trots gebaar, vlak voor kerst, een op het erf geschoten eend aanbood. Ik reageerde eerder beduusd dan verheugd en hij moet begrepen hebben dat wij zijn gulle gebaar onvoldoende konden waarderen. De volgende jaren kwam hij niet terug.
Het leven met de dood kreeg een wezenlijk ander karakter nadat de aardbevingen de muren van de Schatsborg lieten scheuren. De NAM, noch de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed of andere gremia van de Nederlandse overheid zorgden voor ondersteuning. De borgheer bleef echter onverstoorbaar op zijn monumentale post tot de dood hem in 2021 op hoge leeftijd kwam halen. Nog voordat de muren op hem konden neerdalen.

Dubbelslachtig

De geschiedenis van de Schatsborg, die ook wel Bolsiersemaheerd wordt genoemd, heeft een dubbelslachtig karakter van op- en neergang. En dat geldt niet enkel voor de bouw en afbraak van de grafkelder. Het lijkt erop dat de borg ooit als vesting werd opgetrokken, maar wanneer precies is niet duidelijk.

Uit de archieven blijkt dat de borg al in de zestiende eeuw door de familie Clant werd bewoond. Een eeuw later kwam Bolsiersema in het bezit van de Duitse jonker Diderich Scharff, zijn echtgenote Maria van Besten en hun nakomelingen. Aan hen zou Bolsiersemaheerd haar nieuwe naam te danken hebben: Scharfborg, dat later verbasterde tot Schatsborg.
Het onderhoud voor de borg vormde toen nog geen probleem, ook omdat Scharff als bewindhebber betrokken was bij de Kamer Stad en Lande van de West-Indische Compagnie.
Toch kwam er aan die rijkdom een eind. Vanwege hoge schulden moest de borg aan het begin van de achttiende eeuw worden verkocht ‘met poorten, grachten, singels, hoeven, schone vazen en pedestallen en landerijen’. Twee jaar later liet de nieuwe eigenaar de Schatsborg gedeeltelijk slopen – de torens en bovenverdieping verdwenen – om hem als boerderij in gebruik te nemen. Van het eind van de negentiende eeuw tot eind jaren 1960 was de Groningse familie Burema verantwoordelijk voor de Schatsborg. Met een dramatische ondertoon beschrijft N.D.B. van der Molen in Om Leerms Kommen de teloorgang van ‘de Schatsborgertil’, evenals de sierlijke hekpalen en de oprijlaan die plaats moesten maken voor ‘de reconstructie van de wegen’. In het kader van de ruilverkaveling werden de landerijen van de borg aan de Stichting Beheer Landbouwgronden verkocht en de auteur concludeert: ‘De vooruitgang eiste ook rond Bolsiersemaheerd dus haar tol’. Een paradoxale formulering waarin ‘de vooruitgang’ niet nader wordt toegelicht.

Hoop

Dat winst op het ene vlak gepaard kan gaan met verlies elders is niet zo vreemd, maar zodra de winst gepresenteerd wordt met de omineuze aanduiding ‘vooruitgang’ moeten we op onze hoede zijn. Dat hebben de Groningers door schade en schande ervaren sinds de vondst van gas onder de Groninger bodem. Van het vooruitgangsgeloof dat daarmee gepaard ging, werden de Schatsborg en veel ander monumentaal erfgoed het slachtoffer.
Nu de versterkingsoperatie van panden in het aardbevingsgebied dan toch eindelijk op gang is gekomen, dreigt opnieuw het verlies van veel waardevol erfgoed en daarmee karakteristieke dorpsgezichten. ‘We moeten voorkomen dat Groningen een “showroom voor cataloguswoningen” wordt’, stelt architect Dianne Maas in 2023.
Sinds kort heeft de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) een regiobouwmeester aangesteld die moet voorkomen dat waardevol erfgoed van de Groninger bodem verdwijnt. Ook de weduwe van de borgheer staat voorop in de strijd tegen ‘sloopspijt’ en eenvormige ‘witte schimmel’ aan de rand van Groningse dorpen. Er is nog hoop voor het pand dat resteert van de eens zo omvangrijke hofstede Bolsiersemaheerd – en voor het uitzicht op de kenmerkende torenspits van de Donatuskerk op de terp van Leermens.