Rijksbouwmeester Floris Alkemade en Daan Zandbelt van het College van Rijksadviseurs brachten op 22 en 23 mei een werkbezoek aan de provincie Groningen. Het onafhankelijke adviescollege geeft gevraagd en ongevraagd advies over ruimtelijke inrichtingsvragen. Na gesprekken in onder andere Loppersum en Onderdendam concludeert Rijksbouwmeester Floris Alkemade dat ‘Groningen het flink voor zijn kiezen krijgt’. Maar in de enorme opgaven van de aardbevingsproblematiek ziet hij ook kansen. ‘Die urgentie kan een prachtige motor zijn.’

Aanleiding van het bezoek is onder andere het essay ‘De emancipatie van de periferie.’ Lees hier meer over in het interview met de Rijksbouwmeester. Daarin schrijft Floris Alkemade over de stelselmatige onderschatting van de randgebieden in  Nederland. Hij pleit er juist voor dat de periferie een voortrekkersrol op zich neemt in grote maatschappelijke vraagstukken, zoals de energietransitie.

Terwijl Floris Alkemade in een busje van Loppersum naar Delfzijl en Onderdendam wordt gereden kijkt hij in stilte naar het landschap dat voorbijraast. Hij is onder de indruk van de ‘oogverblindende schoonheid van de provincie.’ Tijdens de gesprekken op locatie zegt hij niet veel, maar fronst hij zijn wenkbrauwen en luistert aandachtig. Af en toe stelt hij een scherpe vraag, of deelt hij een compliment uit. Bijvoorbeeld over de veerkracht en het optimisme in Onderdendam. De insteek van het dorp is om ondanks de aardbevingen niet bij de pakken neer te gaan zitten maar het heft in eigen handen te nemen. In plaats van naar individuele schadeherstel te kijken hebben ze gezocht naar een oplossingen waarbij het mes aan meerdere kanten snijdt.

Gebrek aan visie

De werkexcursie eindigt met een gesprek met gedeputeerden Fleur Gräper en Eelco Eikenaar in het Provinciehuis. Daar deelt Floris Alkemade zijn eerste indruk van het bezoek: ‘Wat bij elk gesprek naar boven kwam is het gebrek aan een integrale aanpak en een brede ruimtelijke visie.’ Dit wordt onderstreept door Eikenaar: ‘Als we een gesprek hebben over het aardbevingsgebied gaat het binnen vijf minuten over de technische aspecten en het procedurele proces. We komen moeilijk aan visievorming toe.’

Fleur Graper maakt zich ook zorgen over de ruimtelijke kwaliteit als geheel. ‘We komen nu niet verder dan het object. Groninger Kerken zijn beschermde monumenten, dus die blijven wel staan. De kleine huisjes die tegen de wierden aan liggen zijn dat niet. Maar als je die weghaalt gaat er ook veel kwaliteit van de kerk verloren. We hebben een visie nodig die al deze elementen meeneemt.’ Eikenaar knikt instemmend: ‘Omdat (Henk Kamp, red.) wil dat de schade individueel via de NAM wordt afgehandeld komen we ook niet los van die object benadering.’

Kracht van het ontwerp

Floris Alkemade is ervan overtuigd dat de ontwerpkracht een belangrijke rol kan spelen in maatschappelijke problemen die spelen in Oost-Groningen. ‘Wij denken dat je die urgentie als ontwerp kunt vertalen.’ Als voorbeeld geeft hij de steunberen die op sommige plekken de huizen verstevigen. ‘Het is natuurlijk vreselijk, maar vanuit de kant van de ontwerper is het ook prachtig. De directheid van de oplossing. Waarom zou je dat willen verbergen?’

‘Ik ben weinig nuchtere en vooral veel emotionele Groningers tegengekomen, en dat zegt wat’, concludeert de Rijksbouwmeester. ‘Maar in de frustratie zit ook een ideeënkracht. Het gebrek aan tijd kun je ook aangrijpen als kans voor radicale verandering. Een tekort aan tijd en geld mag nooit een excuus zijn voor een slecht ontwerp. Zoals een wierde ooit een radicale oplossing was voor een natuurlijke ontwikkeling die je niet in de hand hebt, zo moeten wij ook weer durven denken. Daarin kan Groningen een voortrekkersrol spelen. Maar om tot een oplossing te komen moet er eerst de goede vraag gesteld worden. Daarin moet niet alleen aardbevingsproblematiek, maar ook krimp en de energietransitie in mee worden genomen.’

Meer over de kansen van de periferie, lees je hier.