De stelling: ‘het afgraven van landbouwgrond om daar natuur van te maken is (nog) niet succesvol’, is volgens Wilfred Alblas te kort door de bocht. Het gebied dat overblijft, groeit wel degelijk snel. Maar als je zoekt naar zeldzame planten, meet je met andere maten.

Wat vindt Wilfred Alblas van die conclusie? Als directeur regio Noord van Natuurmonumenten heeft hij ruime ervaring met ontgronden. Landelijk gezien spannen Drenthe en Friesland de kroon. Alblas erkent dat niet op alle percelen overtuigende aantallen zeldzame planten zijn geteld. Maar: ‘Na hoeveel jaar ga je kijken? Ik vind dat er vaak wel erg snel geoordeeld wordt; de natuur heeft haar tijd nodig. En wat was je doelstelling? Ons eerste afgraving was Plan Goudplevier, bij het Drentse Mantinge. We hadden daar vier geïsoleerde heidegebiedjes die het geen van alle echt goed deden. Door dat tussenliggende gebied, waar landbouw was, te ontgronden, hebben die vier heideterreinen aan levensvatbaarheid gewonnen. Ons primaire doel was die oude heideterreinen toekomst te geven – en dat is prima g…