In mei 1982 berichtten Gedeputeerde Staten
van Groningen aan de toenmalige Minister van
Volkhuisvesting en Ruimtelijke Ordening in te
kunnen stemmen met een voorstel van de
Hoofdingenieur Direkteur voor Landinrichting,
grond- en bosbeheer (gedateerd januari en
april 1980) om ca. 785 ha nabij het Zuidlaardermeer/
Drentse Diep en ca. 400 ha in het
stroomdal van de Drentse A aan te wijzen als
reservaatsgebied in het kader van de voorrangsinventarisatie
relatienotagebieden.