Het plan 'Pink is beautiful' wil het Noord-Nederlandse landschap behouden door het te vullen met grootschalige agrarische bedrijven. Deze strategie wordt uitgewerkt voor de varkenssector. 'Pink is beautiful' ziet een totaal geïndustrialiseerde varkenssector ontstaan, waarbij het productieproces zoveel mogelijk in één bedrijvencomplex wordt gerealiseerd. Op deze manier kan de identiteit van het open landschap op een economisch rendabele manier worden gehandhaafd. 'Niet het lege programma, maar het agrarische programma kan in het noorden van Nederland een garantie zijn voor lege groene gebieden', aldus de opstellers van het plan. 'Een garantie die zonder programma moeilijk te geven is, daar er voor een leeg programma geen financier te vinden zal zijn. Een garantie die zoals hierboven is aangegeven is van groot belang bij het streven naar een - ook op lange termijn - gedifferentieerd milieu.' In de woorden van de opstellers is hun plan 'een programma voor leegte in plaats van een leeg programma.'

We praten over ‘Pink is beautiful’ met Joop Broertjens, adjunct-secretaris van de Noordelijke Land- en Tuinbouworganisatie (NLTO). De NLTO is een belangenvereniging voor boeren en tuinders in Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland. De organisatie telt 20.000 leden. Zeventig procent van de boeren is lid. Het NLTO vertegenwoordigt zijn leden in discussies met de overheid, maar komt ook op andere manieren voor hun belangen op. Bijvoorbeeld door innovatieve projecten voor de promotie van streekeigen producten en projecten voor landbouw en recreatie. Het NLTO heeft zusterorganisaties in heel Nederland. Deze organisaties worden op nationale schaal vertegenwoordigd door LTO Nederland.

Nadelen van schaalvergroting

‘De boeren in Nederland zijn zich ervan bewust dat ze in toenemende mate moeten concurreren op een wereldmarkt. Als je economisch rendabel wilt werken, dan ligt verdere schaalvergroting voor de hand. Je kunt nu eenmaal niet eindeloos blijven intensiveren. De vraag die we aan onszelf moeten stellen is: kunnen en willen we op Amerikaanse schaal landbouw bedrijven? Dat betekent dat je bedrijven zult krijgen van 300 tot 500 hectare, vijf keer groter dan een gemiddeld bedrijf momenteel. Dergelijke schaalvergroting is niet mogelijk zonder negatieve gevolgen. Dergelijke bedrijven zullen ongetwijfeld rendabeler produceren, maar het zal relatief weinig werkgelegenheid opleveren. Dus bieden ze maar een beperkte bijdrage aan het handhaven van het voorzieningenniveau op het platteland, een van de belangrijkste redenen waarom men economische activiteit in het Noorden wil. En je kunt het op deze schaal echt vergeten dat je nog koeien in het land zult zien. Daarnaast lijkt het mij waarschijnlijk dat dergelijke reusachtige industriële bedrijven gebouwen en installaties op gaan richten die het landschap zullen aantasten. In ‘Pink is beautiful’ is hiervoor weinig aandacht.’

Varkensbedrijven zijn nergens welkom

‘Vanuit het oogpunt van milieu heeft ‘Pink is beautiful’ een aantal goede kanten. Door veel dieren op een plek te concentreren krijg je een soort puntbelasting, die relatief weinig schadelijk is voor het milieu. Verder is het idee dat je zoveel mogelijk aspecten van de productie binnen een bedrijvencomplex houdt ook goed. Dan kun je bijvoorbeeld het land waar je het voer teelt met je eigen afvalstoffen bemesten. Dat scheelt veel transportkosten. Maar de varkenshouderij heeft zoals bekend in Nederland een slechte naam. Varkensbedrijven zijn nergens echt welkom. Waar zou je momenteel zulke bedrijven kunnen stichten? Ik kan me geen gebied in ons land voorstellen waar voor dit idee draagvlak te vinden zal zijn.’

Meer aandacht voor landschapsbeheer

‘Twintig tot dertig jaar geleden stond in de landbouw vooral schaalvergroting in de belangstelling. Als je toen een historische dijk op je land had staan, dan schoof je die bij wijze van spreken bij mistig weer aan de kant. Dat gaat nu niet meer. Die oude dijken zijn in de provincie Groningen bijvoorbeeld minutieus in kaart gebracht. De manier waarop naar het landschap en naar boeren wordt gekeken is sterk veranderd. En boeren kijken nu ook anders naar zichzelf. Er is een sterk besef gegroeid dat het Nederlandse landschap voor een groot deel door de landbouw is ontstaan en dat boeren een verantwoordelijkheid hebben in het landschapsbehoud. Zeventig procent van het Nederlandse landschap wordt door boeren beheerd. Als dat beheer zou ophouden zou Nederland veranderen in een zompig moeras en zou ons geroemde open landschap langzamerhand verdwijnen. Je hebt tegenwoordig verschillende regelingen voor landschapsbeheer. Zo kunnen boeren een vergoeding krijgen als ze tot 1 juni hun land niet maaien. Dat is goed voor de vogelstand. Ook is er een Europese compensatieregeling voor boeren die historische dijken op hun land hebben staan. Dergelijke regelingen vormen een erkenning van de bijdrage van de landbouw aan het landschap. Het is maatschappelijk geaccepteerd dat het landschap een prijs heeft.’

Aandacht voor de wensen van de consument

‘Ik vind dat ‘Pink is beautiful’ onvoldoende rekening houdt met de heersende trends. In de afgelopen eeuw was de functie van de landbouw voor de voedselvoorziening lange tijd essentieel. Geen eten hebben is een trauma dat nog steeds veel mensen bij zich dragen. Die mensen kijken anders tegen schaalvergroting en intensivering aan dan de meeste consumenten. De meerderheid gaat het om kwaliteit en duurzaamheid. Daarop kun je ook in de marketing van je producten inspelen. De NLTO gelooft in verdergaande optimalisatie van de productie, gecombineerd met gerichte marketing. We moeten waarde toevoegen aan onze producten door te communiceren dat wij zorg hebben voor onze producten en voor dier, milieu en landschap. Een groep boeren in Drenthe produceert bijvoorbeeld sinds enige tijd kaas die ze ‘Roldenaer’ noemen. Zo kan de consument zien dat hier sprake is van een product uit de streek. Die consument kan door in Rolde rond te lopen als het ware zien hoe het mooie landschap, de koeien en zijn kaas van elkaar afhankelijk zijn. De hedendaagse consument heeft belangstelling voor dit soort zaken en daar ligt volgens mij de toekomst van de landbouw in Nederland. Dat brengt me bij mijn belangrijkste punt van kritiek op ‘Pink is beautiful’. Het is een plan dat te veel uitgaat van de productie, en te weinig van de hedendaagse consument. Vergeten wordt dat varkensboeren ook emoties verkopen. Wil de consument een varken dat is opgegroeid in een flatgebouw van een mega-bedrijf? Ik denk dus dat dit steeds minder het geval zal zijn. ‘Pink is beautiful’ besteedt te weinig aandacht aan de gevoelens van de consument.’