In deze rubriek komen de kleine onbekende zoogdieren aan bod. Bioloog Marijke Drees behandelt dit maal de Noordse woelmuis, die door de Europarlementariër Maartje van Putten wel de Panda van Nederland genoemd wordt, vanwege zijn zeldzaamheid en zijn aaibaarheid.

Die aaibaarheid is meer bij-wijze-van-spreken. Je krijgt ze tenslotte zelden te zien. Wel kan een geoefende waarnemer hun aanwezigheid zien aan de gangen met kleine ‘molshopen’ die ze maken. Hoe ziet de Noordse woelmuis eruit? Het is een woelmuis, familie van de bekendere veldmuis: met een stompe kop en kleine oortjes ziet hij er heel anders uit dan de bosmuis en huismuis, met hun grote Mickey-Mouse-oren. Voor een muis is hij vrij groot: tot 60 gram (de veldmuis gaat tot 45 gram). Hij leeft vooral in vochtige en natte biotopen, zoals vochtige hooilanden en rietkragen op laagveen en klei. Het zijn daar strikte vegetariërs: ze eten de kruiden tussen het riet en gras. Ze zwemmen en duiken goed en kunnen daardoor vrij gemakkelijk eilandjes koloniseren. Op locaties waar de Noordse woelmuis d…

Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €57,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.

Trefwoorden