Water, een vuurtoren en meeuwen vormen een decor in zijn nieuwste theaterprogramma Geluk zit in hele grote dingen. Met zijn 'Visschersboot' vaart hij over wad, IJsselmeer en Noordzee, rust zoekt hij in zijn appartement op Schiermonnikoog en zijn afkomst ligt in Oost-Groningen: wat heeft de rasechte Groninger cabaretier Bert Visscher met het noordelijk landschap? Dat vroegen we de drukke theatermaker op een voor hem geliefd plekje: bij het kerkje op de wierde van Oostum aan het Reitdiep.
Deze plek heeft alle kenmerken van een hedendaagse wierde: scherp afgegraven randen, de vruchtbare grond afgevoerd, de bewoning beperkt tot enkele huizen en boerderijen. Weilanden kenmerken dit deel van het vruchtbare land van Groningen. Er staan, op een paar schapen na, nog geen beesten buiten. Het is koud, de wind giert letterlijk om het godshuis. Slechts sneeuwklokjes en wilgenkatjes duiden op een naderende seizoenswisseling. ’t Is zaak om de juiste plek uit te zoeken, waar de wind het minst vat heeft op onze stemmen. Straks mogen we opwarmen met koffie in Garnwerd.
Het kerkje, tegenwoordig meer cultureel dan godsdienstig in gebruik, dateert uit de dertiende eeuw, terwijl de graven eromheen van alle tijden zijn. ‘Wat een mooie namen’ verzucht Bert Visscher als we de opschriften inspe…
Water, een vuurtoren en meeuwen vormen een decor in zijn nieuwste theaterprogramma Geluk zit in hele grote dingen. Met zijn 'Visschersboot' vaart hij over wad, IJsselmeer en Noordzee, rust zoekt hij in zijn appartement op Schiermonnikoog en zijn afkomst ligt in Oost-Groningen: wat heeft de rasechte Groninger cabaretier Bert Visscher met het noordelijk landschap? Dat vroegen we de drukke theatermaker op een voor hem geliefd plekje: bij het kerkje op de wierde van Oostum aan het Reitdiep.
Deze plek heeft alle kenmerken van een hedendaagse wierde: scherp afgegraven randen, de vruchtbare grond afgevoerd, de bewoning beperkt tot enkele huizen en boerderijen. Weilanden kenmerken dit deel van het vruchtbare land van Groningen. Er staan, op een paar schapen na, nog geen beesten buiten. Het is koud, de wind giert letterlijk om het godshuis. Slechts sneeuwklokjes en wilgenkatjes duiden op een naderende seizoenswisseling. ’t Is zaak om de juiste plek uit te zoeken, waar de wind het minst vat heeft op onze stemmen. Straks mogen we opwarmen met koffie in Garnwerd.
Het kerkje, tegenwoordig meer cultureel dan godsdienstig in gebruik, dateert uit de dertiende eeuw, terwijl de graven eromheen van alle tijden zijn. ‘Wat een mooie namen’ verzucht Bert Visscher als we de opschriften inspecteren. Het kerkje heeft hij van binnen nooit gezien. We halen de sleutel op nr. 19, zoals het bordje dat aangeeft.
Is het toeval dat Bert deze locatie in Oostum uitzoekt, waar onlangs nog zijn vader Kees Visscher (zie Noorderbreedte nummer 1) in het kerkje voorlas uit eigen werk? Of zit het wierdenlandschap de Visschers in het bloed? Net zoals water, dat een gemeenschappelijk onderwerp vormt: Kees schrijft onder andere over de Blauwe Stad, Bert kiest voor het Reitdiep.
Gegrinnik onderweg als hij verneemt van de schrijfsels van zijn vader; hoe zit dat met Berts afkomst?
‘Bertje Vis is geboren in Groningen (26-10-1960) en na tien jaar Foxhol en tien jaar Veendam daar teruggekeerd, eigenlijk toch wel een echte stadjer dus.’ Zijn cabaretloopbaan begon al vroeg. ‘Op de middelbare school kreeg ik iedereen al aan ’t lachen met mijn cabaret, dus ik dacht erover om dat er als hobby bij te doen. Maar mijn plannen lagen heel anders, ik wou weg, lekker naar warme landen: Portugal, Griekenland. Daar is het nooit van gekomen. Ik heb een paar jaar voor de klas gestaan, ben eigenlijk schoolmeester dus, maar deed er steeds cabaret bij. Ik deed aan festivals mee, in 1981 de Camarrettenprijs gewonnen. Het ging zo rond m’n drie-, vierentwintigste heel lekker, en toen heb ik mezelf een jaar gegeven om te zien of ik er mijn bestaan ermee kon opbouwen.
Gisteren zag ik bij de schouwburg, waar ik toevallig zelf moest zijn, rijen dik publiek voor de voorverkoop van mijn nieuwste show. Ik ben doorgereden, ik dacht wel: jammer voor de achtersten, je weet al dat die er niet in komen. En zo loopt het op het moment in het hele land.’
Groningen thuisbasis
‘Vooral in het begin had ik tijdens mijn optreden een speciale band met Groningen. Groningen zit in de top drie van de leuke schouwburgen om op te treden en vormt nog steeds een thuisbasis. Vroeger had ik volle zalen in Groningen en daarbuiten een man of twintig tot honderd. In Groningen een hele bink, maar daarbuiten kenden ze me niet. Nu is dat wel anders geworden.’ Of dat met zijn programma’s voor de VARA te maken heeft? Visscher: ‘Och, dat zijn hooguit twee programma’s per jaar, daar zou ik het theater nooit voor willen inruilen! Hoewel, de VARA heeft me ook wel eens gevraagd voor mooie reisprogramma’s; moet ik driekwart jaar weg, kan ik alsnog naar warme landen. Maar dat zou pas over twee jaar kunnen, want zo lang ben ik alweer volgeboekt.’
Uitwaaien op Schiermonnikoog
De cabaretier heeft ook op Schiermonnikoog programma’s gemaakt met theatermakers. ‘Dat was een programma in zes afleveringen, met zes collega’s voor de VARA. Een heel luchtig gesprek over wat nou leuke programma’s zijn. Ze waren allen even enthousiast. Vier van de zes waren nog nooit op Schiermonnikoog geweest, die waren er helemaal gek van. Zelf kom ik al vanaf mijn vierde jaar op het eiland. Ik voel me daar heel erg thuis. Dus als ik daar mensen mag rondleiden, dan voel ik me geweldig! Schiermonnikoog, heerlijk! Altijd ruimte om me heen, altijd wind, uitwaaien, varen met mijn boot, geweldig!’
‘Van vrienden, die hotel Graaf Bernsdorff hebben gekocht, omgegooid en herbouwd, heb ik een appartement gekocht. Eerste keus, uitzicht over het wad, wat wil je nog meer?’
Landschap als inspiratiebron
Bert Visscher verveelt zich nooit in gebieden rond Noordpolderzijl en Winsum, het Reitdiep of op Schiermonnikoog. ‘Het is een enigszins desolaat landschap, je kunt er ver kijken en die terpen en kleine kerkhoven hebben iets filmisch, een beetje Fellini-achtig. Het is nog niet bedorven, het inspireert je om verhalen te verzinnen. Met Oost-Groningen heb ik dat helemaal niet, ondanks mijn jeugd daar; dat is me iets té desolaat en leeg, daar heb ik niks mee. Maar het Reitdiep, ja, dat was Theater te Water en met vrienden varen over het Reitdiep en een prachtige vrouw zoenen aan de boorden ervan. Schitterende herinneringen en veel inspiratie.’
‘Naast inspiratie heb ik vooral de rust van dit landschap nodig. Ik ben een onrustig type en ik heb een druk programma; atijd een rustpunt na afloop nodig, wandelen, een sigaar roken en een goed boek lezen op Schiermonnikoog bij Van der Werff of Graaf Bernsdorff. Na een tournee zoek ik bewust het landschap op. Water speelt daar ook een belangrijke rol in. Vanaf mijn jeugd heb ik altijd bootje gevaren, vanuit Veendam naar het Zuidlaardermeer en dan bij de Bloemert het meer op. Nu vaar ik met mijn eigen boot de Noordzee op, ik ben een echte waterrat, ik voel me de koning te rijk als ik de trossen los gooi.’
Theater in het weiland
‘Het Reitdiep, dat kronkelt en dat doet maar, je denkt dat je heel ver van alles weg bent. Mijn nieuwe programma gaat onder andere over een vuurtorenwachter, maar het zou evengoed over dijken en slootjes kunnen gaan; ik zou wel hier in dit weiland theater willen maken.’
Geluk zit toch in heel grote dingen?
‘Ja, maar dat is het Reitdiep dus, met schepen, een kerkje op de achtergrond, en dan met een theatergezelschap, daar ligt een prachtig idee. Een grote opera spelen lijkt me ook wel wat, we zitten er met een paar mensen wel over te denken om een kerk af te huren in Groningen om daar een spektakelachtige voorstelling te maken, minstens duizend man per voorstelling, twee keer op een avond. Dat kan absoluut niet in Limburg of Brabant, te ver van het water, ik heb ook niks met bos. Ruimte heb ik nodig, de wind om je kop, meeuwen tot aan de stad.’