Veenhuizen is een zeer karakteristiek dorp in Noord-Nederland door de aanwezigheid van de Strafinrichting. In 1823 kocht de Maatschappij van Weldadigheid grond aan in Veenhuizen om daar langs de Kolonievaart gestichtsgebouwen te plaatsen. In 1859 werd de Strafinrichting Veenhuizen overgedragen aan het Rijk. Het ministerie van Binnenlandse Zaken stelde toen een directeur aan, die een passende woning moest hebben. Die royale woning met een tuin, die zich van oorsprong aan de overkant van de Kolonievaart voortzette, is gebouwd in 1859 en wordt in de volksmond Klein Soestdijk genoemd vanwege het statige uiterlijk. Het kan dan ook gezien worden als het begin van de rol die de architectuur ging vervullen bij het demonstreren van de hiërarchische verhouding in Veenhuizen. Tot 1972 heeft de directeur van het gevangeniswezen er ingewoond. Daarna is het verhuurd aan de dominee en in 1990 kwam het in de verkoop.
Symmetrisch gebouw
De huidige bewoners van dit markante huis zijn Wim en Mildred Pieterman, eigenaar van een reclamebureau in Groningen, hebben het pand in 1990 gekocht voor ( 325.000,-. Het gebouw verkeerde bouwkundig in goede staat, maar het interieur was in desolate toestand.
Het een symmetrische gebouw kent twee vleugels en een rechthoekig grondplan en is gedekt door een met pannen belegd afgeknot schilddak met vier hoekschoorstenen met kappen. De voorgevel is wit gepleisterd en de achtergevel heeft een gemetselde opbouw. Boven de licht gewijzigde entree bevindt zich een dakkajuit. Boven de voordeur is de naam Klein Soestdijk aangebracht. De rechterzijvleugel is rond 1915 uitgebreid met een gang en een erker. De linkervleugel diende als koetshuis met stal en heeft staldeuren en halfronde vensters.
Gedecoreerd interieur
Het interieur is door de familie Pieterman buitengewoon ingericht en alle kamers zijn zeer ruim gedecoreerd met bijzonder behang en veel schilderijen.
Bij het huis hoort 1,6 hectare grond met een grote border met oprijlanen en bomen aan de voorkant en achter een grote tuin.
