De twintigste eeuw is een periode geweest waarin de mens steeds meer de wereld is gaan verkennen. We kunnen gaan en staan waar we maar willen. Iedere uithoek wordt bezocht. We vliegen overal naar toe. Ook over land is iedere plek te bereiken.

Honderd jaar geleden zag Drenthe er heel anders uit. De provincie kende grote heidevelden, uitgestrekte bossen en ongerepte beekjes. Het waren ideale omstandigheden voor planten en dieren, totdat de mens ingreep. De bevolking groeide explosief, wat onder meer tot gevolg had dat de landbouw zich moest aanpassen om al die monden te voeden. Die veranderingen hadden tot gevolg dat de natuur mee veranderde. Zij raakte sterk versnipperd door nieuwe woonwijken die als paddestoelen uit de grond schoten, wegen die werden aangelegd, en industrieën die er kwamen. Het gevolg was dat er steeds minder natuurgebied overbleef. Langzamerhand ontstonden zo de huidige eilandjes waar planten en dieren opgesloten zitten.
Als dieren elkaar niet meer kunnen vinden en geen nieuwe leefgebieden kunnen opzoeken, …