Zuidwolde, Drenthe, 1995: een zaal met honderdvijftig mensen tegenover twee gedeputeerden die nog eens komen uitleggen hoe belangrijk de voorgenomen herinrichting Zuidwolde-Zuid voor deze gemeente is. Plotseling staat er iemand op die roept: 'Wie tegen is steekt nu zijn kaars aan'. En terwijl het zaallicht dooft branden er eensklaps honderdvijftig kaarsen.

Frens Wemmenhove, voorzitter van de drie commissies die de afgelopen viereneenhalf jaar met deze materie bezig zijn geweest, was erbij in 1995: ‘Ik dacht nog toen ik bij de ingang van de zaal die mensen aan zag komen: wat moeten die allemaal met een kaars in de hand? Dat werd dus al snel duidelijk! Het geeft wel aan hoe emotioneel de zaak toen lag.’
Barend Buijs, adviseur namens de provincie Drenthe bij de drie landinrichtingsprojecten die nu in Zuidwolde ‘lopen’, herinnert zich het incident eveneens maar al te goed. En ook de voorgeschiedenis: ‘In 1981 was in dit gebied al eens een grote ruilverkaveling afgestemd. Het oude begrip ruilverkaveling was toen net vervangen door het verschijnsel landinrichting, waarbij niet langer alleen de boerenbelangen telden maar ook die van de natuur en de recreatie. Dat viel niet goed bij de boeren. Die kwestie heeft een lange nasleep gehad en het gebied liep miljoenen aan investeringen mis. In het begin van de jaren negentig is er vanuit de landbouw toch een nieuwe aanvraag ingediend bij de provincie voor herverkaveling van het gebied rondom Zuidwolde. De provincie maakte toen zoals gebruikelijk een projectnota, waarbij de herverkaveling niet als één groot blok werd beschouwd, maar in drie blokken werd opgesplitst: Zuidwolde-Noord, Beneden Egge en Zuidwolde-Zuid. De eerste twee waren in feite gewone ruilverkavelingen, maar Zuidwolde-Zuid was een herinrichtingsplan in plaats van een gewone ruilverkaveling zoals het gebied zelf had aangevraagd. Dat is een belangrijk verschil: bij een ruilverkaveling stemmen de direct betrokkenen zelf over het ontwerpplan, bij een herinrichtingsplan kiezen de leden van Provinciale Staten. En dat voornemen tot herinrichting was in 1995 de aanleiding voor alle emotie. Ik kan me daar ook wel wat bij voorstellen; er waren boeren die zeiden: wij hebben zelf die polder bij de Reest aangelegd en nu zal die weer onder water verdwijnen?’

Van top down naar bottum up

Inmiddels is er veel veranderd. De boer van tegenwoordig weet dat hij te maken heeft met andere belangen, en de plannenmakers weten dat je eerst moet zorgen voor een draagvlak onder de direct betrokkenen. Bovendien neemt de boerenstand zienderogen af waardoor er vanzelf grond vrijkomt voor natuur en recreatie. In Zuidwolde, na de ingrijpende gemeentelijke herindeling enkele jaren geleden opgegaan in de gemeente De Wolden, lopen nu dus drie projecten en de drie landinrichtingscommissies hebben de zaken verstandig aangepakt, door bijvoorbeeld één onafhankelijke voorzitter aan te stellen. Meestal wordt deze positie bekleed door een burgemeester of een vertegenwoordiger van een boerenorganisatie, maar in Frens Wemmenhove vond men een figuur die met zijn agrarische achtergrond, zijn grote kennis van het gebied en zijn politieke antenne ieders vertrouwen geniet. Hij zit immers al vijfentwintig jaar voor de VVD in de lokale politiek, waarvan vele jaren als wethouder. Als oud-dijkgraaf kent hij bovendien alle aspecten van waterbeheer in Zuid-Drenthe.
Daarnaast stelde men voor de drie commissies één secretaris aan, Frans van Diepen, om de onderlinge communicatielijnen kort te houden. ‘Vroeger stelden ambtenaren een ruilverkavelingsplan op en de commissie kon daar dan nog een paar regeltjes aan veranderen’, aldus Barend Buijs, ‘Van top down zijn we nu naar bottom up gegaan. Een compleet ander planvormingsproces: interactief, met workshops en dergelijke. En iedereen ziet nu ook wel in dat een integrale benadering van gebiedsaanpak meer kans op geld biedt. Ik vermoed dat zelfs het ministerie van Landbouw niet meer is geïnteresseerd in een ouderwetse ruilverkaveling!’

Hardlopen op eieren

De commissies gingen voortvarend van start, ondanks het feit dat men op eieren liep. De gevoeligheden jegens bemoeizuchtige ambtenaren waren nog steeds aanwezig. Daarom begon men met het scheppen van een draagvlak bij de direct betrokkenen. De plannen die op deze basis binnen de wettelijke kaders op het terrein van ruilverkaveling en landinrichting konden worden gesmeed, werden eerst voorgelegd aan de bewoners van het gebied en vervolgens aan het provinciaal bestuur.
Deze omgekeerde werkwijze had succes: was het voorheen normaal dat een ruilverkaveling twintig, soms dertig jaar in beslag nam, hier in Zuidwolde is men na nog geen vijf jaar voorbereiding zover dat twee van de drie plannen op 28 juni 2001 in stemming kunnen worden gebracht. Tel daar nog eens vijf jaar bij voor de feitelijke uitvoering en dan is het ingrijpende karwei straks in tien jaar geklaard. ‘Dat moet ook wel’, aldus Frens Wemmenhove, ‘de veranderingen gaan tegenwoordig zo snel dat je anders door allerlei nieuwe ontwikkelingen wordt ingehaald.’
Misschien heeft ook meegespeeld dat de boeren in Zuidwolde zagen dat ruilverkavelingen in Ruinen en Ruinerwold-Koekange, waarover in 1983 wel positief was gestemd, zichtbare verbeteringen voor alle partijen opleverden. Tientallen miljoenen guldens werden in die gebieden ten westen en noordwesten van Zuidwolde gepompt. Dat kon toen nog.

RAK Plus

Tegenwoordig stelt de overheid minder geld beschikbaar voor dergelijke projecten. Daarom wordt er bij de plannen Zuidwolde-Noord en Beneden Egge ook niet meer gesproken van een ruilverkaveling maar van een RAK, een Ruilverkaveling met Administratief Karakter. ‘Goedkoper en minder bulldozerig dan een oude ruilverkaveling’, legt Frens Wemmenhove uit, die er gelijk aan toevoegt dat in Zuidwolde zelfs wordt gesproken van een RAK Plus. ‘Dat is nieuw. Gemeente en waterschap doen ook mee vanuit de gedachte dat als er toch met gronden wordt geschoven allerlei plannen vanuit hun beleidssfeer als het ware kunnen meeliften met de voorgenomen werkzaamheden. Dit gaat niet ten koste van het RAK-budget maar het versterkt wel de totale facelift van het gebied. Vandaar dat we hier spreken van een RAK Plus.’
De Plus-maatregelen, die niet uit RAK-geld worden bekostigd, maar die extern moeten worden gefinancierd, met name door de waterschappen en de gemeenten, bestaan bijvoorbeeld uit verbetering van de waterhuishouding en de waterconservering, de aanleg van schouwpaden, vergroting van de verkeersveiligheid en de aanleg en verbetering van fiets-, voet- en ruiterpaden.
Het voordeel van uitvoering in het kader van de RAK is, zo staat te lezen in de goed leesbare en uitvoerige brochure die in het gebied is verspreid, dat de verwerving van de benodigde grond gecombineerd wordt met de herverkaveling. Daardoor kunnen de plannen naar verwachting eerder en vollediger worden verwezenlijkt, kunnen kosten worden bespaard en kan voor de betrokken grondeigenaren de beste compensatie worden gekozen. Barend Buijs: ‘Ook hier dus weer het bottom-upaspect. De BOKD, de Brede Overleggroep Kleine Dorpen in Drenthe, heeft bijvoorbeeld heel wat ideeën aangedragen.’
Frens Wemmenhove: ‘De ruilverkaveling aan de noordwestkant van de gemeente De Wolden (Ruinen) is klaar. Die aan de westkant (Ruinerwold/Koekange) verkeert in de eindfase. Nu zijn we bezig met de streek aan de zuidrand. Zuidwolde-Noord/Beneden Egge komt binnenkort in stemming. Als dit werk klaar is hebben we de totale gemeente bij de kop gehad.’ Het gaat om een groot gebied van 23.000 hectare waarin alleen al 430 kilometer weg ligt.

Het plan wordt breed gedragen

Flexibiliteit is het sleutelwoord bij de RAK Plus; en duidelijke uitgangspunten. Enkele van die uitgangspunten zijn: de blijvers onder de boeren moet een duidelijk perspectief worden geboden, de huiskavel zal niet worden verkleind en de verwevenheid tussen landbouw en natuur moet zo veel mogelijk worden opgeheven. Wat ook heel belangrijk is, is dat nietiedere boer evenveel betaalt aan de verkaveling. Wie er weinig beter van wordt betaalt weinig, wie er veel beter van wordt betaalt ook meer.
De flexibiliteit werd mogelijk door de vrijkomende grond van stoppende boeren. De commissies kochten driehonderd hectare grond aan om mee te kunnen ‘schuiven’, om landbouw- en natuurbelangen uit elkaar te kunnen trekken, zodat iedereen er beter van zou worden. Waterbeheersing, met name het handhaven van verschillende grondwaterstanden, altijd een moeilijk punt, wordt op die manier vergemakkelijkt. Natte en droge ecologische verbindingszones, een onmogelijkheid bij al die versnipperde stukjes natuur, kunnen door dit ‘schuiven’ met grond worden hersteld.
‘Daarnaast hebben we communicatie vanaf het begin hoog in het vaandel gehad’, aldus Frens Wemmenhove, ‘Een groot deel van de weerstand in 1995 had namelijk met het ontbreken daarvan te maken gehad. Die fout wilden we niet weer maken. We hebben gemerkt dat de belangstelling van de burger in de buitengebieden voor onze bijeenkomsten is gegroeid. Vroeger was een ruilverkaveling een boerenzaak. Nu voelt iedereen zich erbij betrokken en is ook iedereen overtuigd van de meerwaarde ervan voor een gebied. In het kader van optimale communicatie met de burger past ook dat we op 28 juni niet met één maar met twee stembureaus gaan werken.’
Wemmenhove ziet de stemming met vertrouwen tegemoet. ‘Op het ontwerpplan dat door Gedeputeerde Staten ter inzage is gelegd kwam maar een klein aantal reacties. Die hebben tot enkele kleine wijzigingen geleid. Nee, ik verwacht geen problemen. Dit plan wordt breed gedragen.’ Ook Barend Buijs is optimistisch: ‘Het gaat om een gebied van 8.000 hectare met 1600 eigenaren/gebruikers. Als je dan weet dat er 28 bedenkingen tegen het ontwerpplan binnenkwamen, die bovendien geen van alle principieel van aard waren, dan is dat bijzonder laag vergeleken met andere plannen. Nee, die stemming gaat goed!’

Nu Zuidwolde-Zuid nog

Ondertussen gaan de ontwikkelingen in het plan Zuidwolde-Zuid, het Reestdalgebied, stapje voor stapje de goede kant uit. ‘Een hoogwaardig natuurgebied’, zegt Barend Buijs. ‘Het is zo belangrijk dat hier geen sprake is van een normaal herinrichtingsplan maar van een “herinrichtingsplan met bijzondere doelstelling”, in dit geval de natuur. Dat is nieuw in ons land.’ Je kunt nu al langs de hele Reest wandelen over gronden van Het Drentse Landschap. Een viertal boeren heeft het bedrijf inmiddels verplaatst van Zuidwolde-Zuid naar een gebied binnen de ruilverkaveling Zuidwolde-Noord/Beneden Egge.
Meer en meer betrokkenen zien met vreugde of als onvermijdelijkheid in dat de belangen van de natuur langs de Reest nationaal gezien groot zijn. De beleidsmakers proberen ondertussen een draagvlak te creëren op de zompige grond langs de grensrivier.

De auteur is journalist en oud-redacteur van het NOS TV programma Van Gewest tot Gewest.

Trefwoorden