Noord-Nederland kent tientallen vreemde namen van dorpen en gehuchten. De bekendste zijn Doodstil, Hongerige Wolf, Drogeham, Sexbierum, Donderen en De Krim. Redacteuren van Noorderbreedte brengen in deze rubriek een bezoek aan minder bekende gehuchten met een bijzondere naam.

Het rolt zo lekker over de tong: Kolderwolde. Dit streekdorpje in zuidwest-Friesland bestaat uit een paar boerderijen, wat gezellige kleine huizen en een eeuwenoude dorpskroeg. Het heeft een inwonertal dat varieert tussen de zeventig en tachtig mensen. Een kerk ontbreekt in het geheel. Volgens de verhalen is er wel een geweest – zonder toren ? maar is hij tussen 1833 en 1845 afgebroken. Kolderwolde is zo klein dat je, voordat je door hebt dat je er bent, het alweer verlaten hebt en in het grotere dorp Oudega bent beland.

Ten noordwesten van Kolderwolde ligt de Groote Noordwolderpolder, een oud verveningsgebied. Deze laaggelegen veenpolder is zo goed als boomloos en bestaat uit sloten en weilanden. De polder lijkt alleen uit lucht te bestaan en eindigt aan de horizon in de uitgestrekte Fluessen. In het zuidoosten liggen in de verte de Gaasterlandse bossen in het kenmerkende glooiende landschap. Aan die bossen dankt Kolderwolde het achtervoegsel ‘wolde’. Hoewel het landschap anno 2001 wordt gekenmerkt door openheid en kaalheid verwijzen ook andere namen in de omgeving naar het bos dat het landschap in dit gebied ooit gedomineerd heeft. Ook bij de bewoners van het nabijgelegen Bakhuizen ebt het bos-gevoel nog na: zij noemen Kolderwolde zelfs De Wâlden.

Maar hoe komt Kolderwolde nu aan het voorvoegsel ‘kolder’? Heeft hier ooit de tovenares van de wouden, de ‘kol der wolden’, gehuisd? Uit vergelijkbare veenachtige gebieden in ons land zijn veel verhalen bekend over witte wieven of witte juffers. Ook in Friesland kende haast elk dorp vroeger een of meer heksen. Dit waren meestal oude vrouwen, over wie men zei dat ze, door een verbond met de duivel, mens en dier kwaad konden doen. Het is heel goed mogelijk dat ook Kolderwolde zo’n vrouw heeft gekend. In het Fries is heks echter ’tsjoenster’. Dat maakt de ‘kol der wolden’ theorie wel wat onwaarschijnlijk.
Een ander idee over de oorsprong van ‘kolder’ ligt misschien wel meer voor de hand: de mensen die hier ‘op de streek’ wonen, hebben op de een of andere manier de kolder in de kop. Als je de kaart bestudeert zie je allerlei aanwijzingen in de omgeving. Zo is Kolderwolde gelegen aan het zogenoemde Wildland. En achter Oudega liggen zelfs De Dollen. De hedendaagse bewoners van Kolderwolde vertonen ook sporen van ‘koldericiteit’. Zo heeft het publiek van de dorpskroeg De Skûtsjes ? de vrijgezelle boeren van de streek ? een (dorps)grensoverschrijdende reputatie. Hun verhelderende levensfilosofieën zijn zelfs door de lokale band Zachte Berm in een lied vastgelegd. Niet alleen de boeren zijn kenmerkend voor het streekdorpje. De beelden van lokale kunstenaar Evert van Demert, die her en der langs de Oordenwei staan opgesteld, geven Kolderwolde extra allure. Ten slotte is het dorp afgelopen zomer onveilig gemaakt met een heuse Kolderboot. Niemand kan precies vertellen waar die vandaan kwam of naar toe ging. Wat is hier aan de hand? Drijven de eindeloze vlakten met slechts weilanden, water en koeien de mensen tot dolle daden? Bewijzen voor de oorsprong van het voorvoegsel ‘kolder’ in de koppen van de bewoners lijken volop aanwezig.

Toch blijkt de waarheid achter de plaatsnaam Kolderwolde veel eenvoudiger te zijn. Kolderwolde is simpelweg een verbastering van Koudemerwouden. De bossen in dit gebied behoorden eens aan het nabijgelegen Koudum toe en daaraan dankt het streekdorpje zijn bijzondere naam.

Trefwoorden