Het is 9 uur in de ochtend. Ik reis met de trein naar Appingedam. Eerste klas. Sinds kort kan dat, maar het is nog niet bekend.

Het is 9 uur in de ochtend. Ik reis met de trein naar Appingedam. Eerste klas. Sinds kort kan dat, maar het is nog niet bekend. De kaartjesverkoper controleerde het nog even aan de hand van de tweede klas prijs. Om me heen zitten tweede klassers. Het verschil tussen eerste en tweede klas in deze trein zit hem in de kleur van de stoeltjes. Maar het is er dan toch, eindelijk. Een schuchter nieuw noordelijk elan. Een retour eerste klas met korting kost vijf gulden extra. De tweede klasser naast me knalt een blikje open en kraakt luidruchtig met de krant.
Het is eind februari en stralend weer. Het vocht van de nacht is in de schaduw nog witbevroren. De zon geeft al warmte. Aan de zuidkant van het treintje zijn de ramen droog. Aan de noordkant zijn ze nat door condens.

Bagger
Om zeven uur …

Trefwoorden