Duizenden terpen, die afzonderlijke boerderijen maar ook hele dorpen bescherming hebben geboden tegen stormvloeden, bepalen tot op heden het beeld van de Duitse waddenkust vanaf de Nederlandse grens tot aan Denemarken. Deze terpen liggen in de deelstaten Niedersachsen en Schleswig-Holstein en zijn voor het grootste deel ontstaan in de periode tussen het begin van de jaartelling tot de Middeleeuwen.

Onder de indruk van de Nederlandse terpopgravingen en naar het voorbeeld van het Biologisch-Archeologisch Instituut uit Groningen is in 1938 de Provinzialstelle für Marschen- und Wurtenforschung opgericht in het Landesmuseum Hannover. Uit dit instituut is het Institut für historische Küstenforschung (NIhK) in Wilhelmshaven voortgekomen, dat onderzoek doet naar de geschiedenis van landschap en kolonisatie van het kustgebied in Niedersachsen. Directeur van dit onderzoeksinstituut was tot 1973 de geograaf Werner Haarnagel. Onder zijn verantwoording, en die van zijn opvolger Peter Schmid, is de terp Feddersen Wierde ten noorden van Bremerhaven opgegraven. In Schleswig-Holstein is in 1938 een afdeling Marschen- und Wurtenforschung opgericht bij de Provinzialstelle für vor- und frühgeschichtl…

Wij willen onze journalistiek zo open mogelijk houden omdat we onze liefde voor het Noorden graag met iedereen delen. Om deze onafhankelijke journalistiek mogelijk te maken, investeren wij veel tijd. Wij hebben lezers nodig om dit te kunnen blijven doen. Voor slechts €52,50 per jaar kun je ons steunen en krijg je vier keer per jaar ons tijdschrift opgestuurd.