De mooiste entree van Westerwijtwerd is vanuit het oosten. En voor wie de landelijke rust die het dorp uitstraalt een uitnodiging is om nog wat langer te blijven, kan, direct over de brug links, terecht in het huiskamercafé van Tinus en Eke.

Eén kilometer ten zuiden van het wierdendorp Middelstum op het Groninger Hogeland ligt het dorpje Westerwijtwerd. Een bescheiden nederzetting van een twintigtal woningen en een enkele boerderij, gevat in de contouren van een kerk en een molen, gelegen aan de strakke kanaallijn van het Westerwijtwerdermaar. De smalle weg ernaartoe slingert door grote kavels grasland op zware klei. De mooiste entree van Westerwijtwerd is vanuit het oosten. Het dorp toont van daaruit zijn aantrekkelijkste kant. Bovendien geeft de brug over het maar je het gevoel dat je door de voordeur binnenkomt. En voor wie de landelijke rust die het dorp uitstraalt een uitnodiging is om nog wat langer te blijven, kan, direct over de brug links, terecht in het huiskamercafé van Tinus en Eke.
Met enige aarzeling zoek je als nieuwkomer je weg, door de oude smederij en een lange gang, naar het woonvertrek van Martinus Hazekamp (78) en Eke Hazekamp Terpstra (70). Je voelt je ongemakkelijk om zo maar, zonder je komst aan te kondigen, bij onbekenden de woonkamer binnen te lopen. Tinus en Eke kijken er niet raar van op, al schept het, blijkt even later, wel de verwachting dat je iets prijs geeft van je eigen herkomst. Al gauw wordt duidelijk dat je in niet zo maar een café bent. Je zit bij de gastheer en gastvrouw aan tafel en vertelt wie je bent en waar je woont. Het lijkt een nieuwe ervaring tot je je realiseert dat nog niet zo lang geleden het land honderden van deze kleine intieme café’s kende. Allemaal rustpunten waar je aan de stamtafel ervaringen en vertrouwelijkheden uitwisselde en soms emoties deelde. Het waren de plaatsen die je een blik op de lokale samenleving gaven. Hier leg je niet vluchtig aan maar heb je contact. Je informeert elkaar. Tinus vertelt graag en met enige trots hoe van heinde en ver de bezoekers het café weten te vinden: ‘Ze komen uit het hele land en soms uit het buitenland. We maken er geen reclame voor, het wordt gewoon door klanten doorverteld.’
Het café staat er vanaf 1880. En sinds die tijd heeft het meer dan een eeuw bestaan in combinatie met een smederij. In 1959 kocht Tinus het café en verplichtte zich vanaf dat moment tot de taak van brugwachter van de brug over het maar. Naast caféhouder was Tinus tot 1986 ook nog molenaar op de plaatselijke koren- en pelmolen, die hij in de jaren vijftig van zijn vader had overgenomen. Eke heeft als dochter van een onderwijzer uit het Overijsselse Rouveen een langere weg af moeten leggen om in Westerwijtwerd uit te komen.
De ‘huiskamer’ ziet er verzorgd uit. Aan de wanden hangen portretten van familieleden en vrienden naast ingelijste tap- en slijtvergunningen. Alles heeft een verhaal. Het schilderij met de sawa’s herinnert aan een reis van Tinus naar het graf van zijn broer op Java. De verzamelde werken van Charles Dickens in het kastje naast de toog is de bibliotheek van de Dickens-club uit de stad die hier om de vijf weken resideert. Voor het raam staat een grote potpalm, een geschenk van de buurvrouw aan Tinus. ‘Die heb ik gekregen omdat ik vorig jaar haar zoontje uit het maar heb gehaald.’
Bij Tinus en Eke pak je niet even snel een biertje. Je bent er op bezoek, dus neem je de tijd.
‘Er is hier altijd plaats’, zegt Eke. ‘Als het druk wordt zetten we er een tafel bij.’

Trefwoorden