Siemon Jan Hendrik Reker, geboren te Uithuizen, 1950, studeerde Nederlands aan de RUG. Sinds 1984 is hij de eerste streektaalfunctionaris van Nederland, een initiatief van de Provincie Groningen.

Cultureel

De gordijntjes van de taal verhullen soms de werkelijkheid op een subtiele manier. In Groningen – Metropool van het Noorden – staat in de wijk Oosterpoort een centrum dat zijn naam ontleend heeft aan de wijk zelf: De Oosterpoort. Niet echt spectaculair in vergelijking met namen als De Lawei, De Klinker of De Muzeval maar de Stad komt handig terug. Die regionale centra zijn culturele centra: cultureel centrum De Tamboer, cultureel centrum De Molenberg en noem maar op.
Noem de Oosterpoort geen cultureel centrum. In Groningen hebben ze het over het cultuurcentrum en dat scheelt een slok op een Hooghoudt. Het onderscheid tussen cultuur en cultureel is niet alleen een kwestie van woordsoorten (zelfstandig tegenover bijvoeglijk naamwoord). In De Kolk worden culturele dingen gedaan, in de Oosterpoort wordt cultuur bedreven. Dat is niet hetzelfde: cultuur is meer dan cultureel. Cultureel kan in de buurt komen, cultuur ìs het.
Wat interessant is, is de vraag of een culturele commissie van de gemeente Groningen dat wezenlijke verschil ooit onder woorden gebracht heeft ten tijde van de naamskeuze van De Oosterpoort. Dat moet iemand kunnen onthullen.
Eh, Groningen heeft natuurlijk een cultuur-commissie.

Siemon Reker

Siemon Jan Hendrik Reker, geboren te Uithuizen, 1950, studeerde Nederlands aan de RUG. Sinds 1984 is hij de eerste streektaalfunctionaris van Nederland, een initiatief van de Provincie Groningen. In deze functie heeft hij een stimulerende en een onderzoeksmatige taak. Zijn Woordenboek Gronings-Nederlands, Nederlands-Gronings (1988) is een voorbeeld van deze combinatie. Eerder publiceerde hij de Groninger Spelling (1984) en Omgekeerd is ook wat weerd (1985), een retrogade lijst op het Groninger woordenboek van K. ter Laan.
Reker promoveerde in 1989 aan de RUG op een onderzoek naar het werkwoordelijk systeem van het Gronings en vooral van het werkwoord ‘hoeven’ daarin. In de eerste helft van de jaren ’90 publiceerde hij zeven afleveringen van een Groninger Gebruiksgrammatica. In 1992 verscheen Hou is dat?, een speels-informatief-talige rondreis door Groningen.
In datzelfde jaar vond hij het verloren gewaande manuscript van het woordenboek van P. Boeles (Idioticon Groninganum) terug en gaf dat in 1997 in samenwerking met anderen uit.
Reker schreef diverse taal- en letterkundige artikelen in onder meer de Driemaandelijkse Bladen, het Nieuwsblad van het Noorden en Toal en Taiken.
Voor Radio Noord presenteerde hij enkele jaren het Groninger zaterdagochtendprogramma en verzorgde de spraakmakende Groningstalige programma’s Sloaperstil (1985-1987), AHA (1991-1995) en Station Noord (1996-1997).
Sinds 1994 is Reker voorzitter van de Stichting Nederlandse Dialecten. Hij was betrokken bij alle tot dusver verschenen delen van Het Dialectenboek.
Ter gelegenheid van twee jubilea als streektaalfunctionaris publiceerde hij Dikke Woorden (1996) en Pelzyrstukken (1999), goeddeels ongepublicerde 19e eeuwse verhalen van Lambertus Doornbos.
In 2001 werd Siemon Reker benoemd tot buitengewoon hoogleraar Groninger Taal en Cultuur aan de RUG. Bij zijn ambtsaanvaarding op 5 maart 2002 liet hij Jan Sonius Swaagman’s commentatio over het Groninger dialect (1827) opnieuw verschijnen, voorzien van een vertaling uit het Latijn van dr. J. de Wit.

Trefwoorden