'Hallo', riep de buurman op Schiermonnikoog, 'ja, u daar. Dat gras hier, dat mag niet!'

‘Hallo’, riep de buurman op Schiermonnikoog, ‘ja, u daar. Dat gras hier, dat mag niet!’
Mijn schoonvader keek om zich heen of er nóg iemand in de buurt was, maar nee, klaarblijkelijk was híj de aangesprokene, en hij liep over het gazon naar de houtwal, waarachter de boze buurman stond. Die wees naar de toefjes gemaaid gras die her en der verstrooid lagen op en tussen de takken en boomstammetjes, die als een soort wildgang de twee erven van elkaar scheidden. Mijn schoonvader kreeg een preek, waar hij alleen van begreep dat gemaaid gras gebracht moest worden naar de speciale verzamelplaatsen voor tuinafval op Schiermonnikoog.
We hadden een huisje gehuurd in het bungalowpark De Monnik en de eigenaresse had gevraagd of we het gras wilden maaien als het te lang werd. Het regende zo nu en dan, dus dat wilde wel groeien.
Het had me tijdens het eerste weekend al verbaasd hoeveel motormaaiers ik om me heen hoorde in het bungalowpark. Schiermonnikoog wordt geroemd om zijn rust en zijn natuur. Maar ook in het dorp was het in de werkweek die volgde een gebrom van jewelste van gemotoriseerde grasmaaiers van de gemeente. Men stelde er kennelijk een eer in de publieke grasvelden als biljartlakens zo glad te laten zijn. Wat me vreemd, ja onnatuurlijk leek voor een natuurgebied. Zelfs het gras op het ruime erf van de boerderij die, getuige een bordje aan de weg, dienst doet als kantoor en werkschuur van de Vereniging Natuurmonumenten, kreeg niet de kans tot enige wasdom te komen.
Mijn zoon had er wel zin toen hij in het tweede weekend op bezoek was. De buurman, niet degene die later boos zou worden maar de buurman aan de andere kant, was al weer uren bezig om voor de tweede keer in een week zijn gras kort te maken. Mijn zoon startte de machine. De buurman begroette het geluid met een opgestoken duim. Ik harkte het gras in hoopjes bij elkaar en gooide het opzij. Niet op het erf van de buren, maar in de ruige natuur van afgezaagde bomen en takken en hoog groeiend bermgras.
En daar werd die ene buurman dus demonstratief boos om. Mijn schoonvader begreep dat wel, geloof ik. Hij woont in een betrekkelijk nieuw en keurig dorp met veel tuintjes, waar je op straffe van milieuboetes een precieze procedure moet volgen voor je tuinafval.
‘Ja maar’, zei ik, ‘dat is Swifterbant, een villawijk in een nieuwe polder. Geen onkruidje op straat, elk steentje ligt daar recht, ieder weet waar hij zich aan te houden heeft en doet het ook! Maar dit is Schier. Lees wat de VVV schrijft: “Schiermonnikoog is zo bijzonder omdat de natuur er voor het grootste deel haar gang kan gaan.” En daarom is Schiermonnikoog aangewezen als Nationaal Park, wat zeg ik: het was het eerste Nationaal Park van Nederland. Dan is het toch een gotspe dat..’
Ik was er al heel lang niet meer geweest en wat me opviel nu ik erop ging letten, was dat alles er veel netter, verzorgder, keuriger uitzag dan ik mij herinnerde. Geen onkruidje op straat, elk steentje recht, het gras gemillimeterd, overal bordjes van Natuurmonumenten met uitleg over wat je ziet. En inderdaad waren op verschillende plaatsen in en rond het dorp verzamelstations ingericht voor het gemaaide gras van de gazons, en ieder bracht daarheen in kruiwagens of fietstas zijn gemaaide gras. Ik kreeg van de weeromstuit heimwee naar de verdwenen vuilstortplaats met de meeuwen erboven en het zwerfvuil aan de weg naar het Badstrand, schuin tegenover de Wassermann.
Och arme, het bleek natuurlijk weer eens veel gecompliceerder te zijn in de natuur dan ik dacht.
Ik zocht de plukken gras bij elkaar uit de houtwal en kruide ze naar de van gemeentewege ingerichte verzamelplaats en legde ze tussen de schotten daar. Boze buurman, die niet zo boos was, legde me de ratio ervan uit. Ze probeerden op De Monnik mooie houtwallen te maken rond de erven, met veel natuur van plantjes en beestjes, en als je daar gemaaid gras op gooit, krijg je schimmel en dan worden de iepen ziek.

Trefwoorden